erfgoedobject

Steenkoolmijn van Winterslag: Vierde Cité

bouwkundig element
ID
301959
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/301959

Juridische gevolgen

Beschrijving

De Vierde Cité, een kolenslagcité bij de mijn van Winterslag, kwam tot stand tussen 1947 en 1958 en brak volledig met de tuinwijkgedachte en het aanlegplan van Adrien Blomme, dat aan de basis lag van de Eerste en Tweede Cité. De Brusselse architect Vanden Nieuwenborgh ontwierp de plannen in opdracht van de Société d’Habitations à Bon Marché de Genck-Winterslag.

Een deel van de arbeiderswoningen is na verkoop van de wijk aan huisvestingsmaatschappij Nieuw Dak op het eind van de jaren 1950, nog steeds in bezit van deze maatschappij. Dit is eveneens het geval voor het ten noordoosten gelegen ensemble arbeiderswoningen zogenaamd Staatstuinwijk (1927), dat aansluit bij de Vierde Cité en tijdens de jaren zestig werd aangekocht door de huisvestingsmaatschappij.

De context van de kolenslag en de daarbij horende migratie van tijdelijke mijnwerkers uit Italië en Oost-Europa leidde tot een grote huisvestingsnood na de Tweede Wereldoorlog. De wijken die toen gebouwd moesten worden, representeren deze urgentie door een sterk vereenvoudigde, uniforme architectuur binnen een geometrisch stratenplan met rechte straten, gekenmerkt door een hoge bebouwingsdichtheid. In deze cité wordt het rechtlijnig plan enkel ten noorden aangevuld met de gebogen aflijning van de Bijenstraat. De groenaanleg is beperkt en minder weloverwogen vanuit stedenbouwkundig oogpunt. Ook een secundair wegennet met voetgangerswegen ter ontsluiting van de achtertuinen ontbreekt. De Vierde Cité werd gebouwd in meerdere fases door de Société d’Habitations à Bon Marché de Genck-Winterslag, waaronder een 200-tal woningen (1946-1949) in het zuidelijk deel begrensd door de Lindenstraat, Hortensiastraat en Doornstraat, en nadien tijdens de jaren vijftig 65 en 44 woningen (1950-1958). De woningen werden ontworpen door architect Auguste Vanden Nieuwenborgh. De uitvoering werd in eerste instantie uitbesteed aan de Charbonnage de Genck-Winterslag en vanaf 1950 uitgevoerd door aannemer Mathieu Nelissen (Bree).

De wijk bestaat hoofdzakelijk uit per twee gekoppelde enkelhuizen van twee traveeën en twee bouwlagen onder een pannen schild- of zadeldak, volgens een viertal, relatief eenvormige types. De vlakke bakstenen gevels zijn sober uitgewerkt en worden geopend door rechthoekige vensteropeningen. De uitwerking van de deuropeningen vertoont de grootste diversiteit, bijvoorbeeld rechthoekige deuren in uitspringende, geblokte bakstenen omlijstingen onder een hardstenen druiplijst of gevat in een inspringende, geprofileerde baksteenomlijsting onder een hardstenen druiplijst en rechthoekig bovenlicht. Daarnaast ook rondboogdeuren met geprofileerde bakstenen imposten en dito druiplijst. Door particuliere aanpassingen van onder meer parementen en gevelopeningen is het karakter van het geheel aangetast. Deze problematiek wordt versterkt door het monofunctionele karakter van het westelijk deel van de mijncité, zonder collectieve voorzieningen.

Evaluatie

De Vierde Cité vormt een typisch voorbeeld van een kolenslagcité en bezit hierdoor historische waarde. Dergelijke mijncités getuigen van een doorgedreven vereenvoudiging van de architectuur, gekenmerkt een grote uniformiteit op het vlak van stijl, materiaal en coloriet, ingepast in een dens weefsel met een rechtlijnig stratenpatroon en beperkte groenaanleg. De architecturale waarde wordt bijkomend aangetast door storende verbouwingen.

  • Onroerend Erfgoed, Archief Inventaris sociale woningbouwpatrimonium (2011-2016), Sitenaam GENK_WINTERSLAG_MIJN_TUINWIJK_7030.
  • Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, Dienst Onroerende Transacties, registratiefiches, SHM 7040, Genk, Mijncité Winterslag.
  • HERMANS R. 1986: De mijncité Winterslag. Een onderzoek naar haar artistieke, wetenschappelijke, historische; volkskundige, industrieel-archeologische en sociaal-culturele waarde, met het oog op haar bescherming, Brussel.
  • HEYNEN H. (ed.) e.a. 1991: Geschiedenis op zoek naar waardig vervolg. Studie van de mijnnederzettingen in Waterschei, Winterslag en Eisden, Brussel, 49-80.
  • KEUNEN P. 2010: Mijn cité. Met de mijncités naar de 21ste eeuw, Genk, 58-61.
  • SCHLUSMANS F. e.a. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Hasselt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 6N1 (A-Ha), Brussel - Gent.
  • S.N. 1950: Nationale maatschappij voor goedkope woningen en woonvertrekken, goedgekeurde plannen, Huisvesting: studie- en informatieorgaan van het nationaal instituut voor woning en huisvesting. 1, 62.
  • S.N. 1950: Beslissingen van de raad van beheer van de NMGW gedurende de periode van 1 juni tot 31 augustus 1950, goedgekeurde aanbestedingen, Huisvesting: studie- en informatieorgaan van het nationaal instituut voor woning en huisvesting 7, 50.
  • VAN DOORSELAER B. & De RYNCK P. (ed.) 2012: Mijnerfgoed in Limburg. Ondergronds verleden, bovengrondse toekomst. Van Beringen tot Eisden, s.l., 140-145.

Auteurs: Verhelst, Julie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Is deel van
    Steenkoolmijn van Winterslag: Mijncité


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Steenkoolmijn van Winterslag: Vierde Cité [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/301959 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.