Watertoren van het paddenstoeltype.

Historiek

Al bij het begin van de 20ste eeuw waren er te Hoeilaart plannen om leidingen voor drinkwater te voorzien. Na een onderbreking door de Eerste Wereldoorlog werden de plannen opnieuw ter hand genomen. Ontwerper van het hele watervoorzieningsproject was de Schaarbeekse architect Raymond Foucart; aan de Overijsesteenweg kwam een pompstation maar om de hoger gelegen woningen van water te voorzien moest er ook een watertoren gebouwd worden. Het project werd in 1930 toevertrouwd aan de firma Mirtabéton. Het lastenboek, opgemaakt door R. Foucart, bepaalde dat er bij de ingediende projecten veel aandacht zou besteed worden aan 'den bouwtrant' of 'caractère architectural' gezien de ligging van de watertoren in een woonwijk. In 1931 werd door de gemeenteraad beslist om 60 are grond aan te kopen op de Molenberg, waarvan 5 are werd gebruikt voor de bouw van de toren; in 1933 werden 36 are afgestaan voor sociale woningbouw door 'Volkswelzijn'. Hoewel de eindoplevering gebeurde in 1934, werd de watertoren die volgens W. Van Craenenbroeck dateert van 1930 en volgens literatuurgegevens van 1932-1933, pas in 1953 kadastraal geregistreerd, nadat in 1952 de omliggende sociale woningen werden ingetekend. Als jaar van ingebruikneming van de watertoren wordt op het kadaster dus foutief 1953 aangehaald. De sociale woningen werden ontworpen door Omer Lefever uit Overijse.

Beschrijving

Watertoren van het paddenstoeltype bestaande uit een piramidale voet op gebosseerde onderbouw met betonnen kuip. De voet bestaat uit betonnen balken, verbonden door dwarsbalken en bekleed met baksteen aan de buitenzijde.