erfgoedobject

Modernistisch hoekappartement

bouwkundig element
ID
304866
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/304866

Juridische gevolgen

Beschrijving

Beeldbepalend modernistisch appartementsgebouw met op de begane grond een café en een winkelruimte, gebouwd voor F. Franck-De Backer naar een ontwerp van de lokale architect Jules De Munter uit 1935. Het hoekgebouw is gelegen aan het kruispunt van de in het midden van de jaren 1920 aangelegde Frans de l’Arbrelaan en de Bredabaan, waarvan het gedeelte naar de Groenendaallaan toe gelijktijdig verbreed is en waarbij de traditionele dorpswoningen gesloopt en vervangen zijn door grootschaligere appartementsgebouwen in modernistische en art-decostijl.

Van de lokale Merksemse architect en landmeter Jules De Munter, die gevestigd was aan de overzijde van de Frans de l’Arbrelaan, zijn enkele uitbreidingswerken aan publieke gebouwen bekend zoals de toegangsvleugel van de Sint-Lutgardisschool in art deco (1931) en de meer functioneel vormgegeven vleugel van het Hospitaal Sint-Bartholomeus. In Antwerpen was hij met zekerheid actief tussen 1929 en 1955.Over de privéwoningen en appartementsgebouwen die hij realiseerde, is tot nog toe weinig bekend. Het ontwerp voor dit hoekpand toont aan dat hij daarbij even goed de modernistische vormentaal hanteerde.

Met een gevelbreedte van drie traveeën aan de korte zijde, en vier aan de lange zijden gesitueerd langs de Frans de l’Arbrelaan en de Bredabaan, omvat het appartementsgebouw met vijfhoekige plattegrond vier bouwlagen onder een plat dak. De hoofdgevel bevindt zich aan de korte zijde, gesitueerd tegenover de historische Sint-Bartholomeuskerk en georiënteerd op de drukke winkelas Bredabaan. Voor de draagstructuur is gewapend beton gecombineerd met houten vloeren op de verdiepingen. De als terugspringende sokkel uitgewerkte onderbouw waarin de commerciële ruimten ondergebracht zijn, heeft een betonnen geprofileerde kroonlijst die de massieve bovenbouw met appartementen ondersteunt, toegankelijk langs twee in de uiterste traveeën gesitueerde trappenhuizen.

De lijstgevel kreeg een parement uit gele platte baksteen in kruisverband met Dudokvoeg (dieperliggende lint- of schaduwvoegen in combinatie met platvolle stootvoegen), waarbij de hoeken geaccentueerd zijn met decoratief metselwerk van overhoeks geplaatste bakstenen. De pui heeft een tegellambrisering en bovenaan een fries bezet met glaskorrel, thans respectievelijk zwart en wit geschilderd. Blauwe natuursteen is aangewend voor de lage plint en de deur- en vensterdorpels. De gevelbeëindiging is gedekt met zwarte, verglaasde muurkappen.

Zowel de gevelopbouw als de plattegrond zijn gespiegeld langsheen een centrale as geaxeerd op de toegang tot het gelijkvloerse café. Gekenmerkt door een symmetrische, drieledige opbouw heeft de hoofdgevel aan korte zijde een centrale, door twee venstertraveeën geflankeerde toegangstravee met in de bovenbouw een blind, verhoogd en verdiept gevelveld, oorspronkelijk met bovenaan een vlaggenmast, een motief ontleend aan de voor het interbellum kenmerkende pakketbootesthetiek. Verticaal is het geleed door getrapt baksteenmetselwerk met centrale verdiepte sokkel voor de verdwenen mast, en horizontaal door drie banden ter hoogte van de bewaarde metalen vlaggenmastbeugels en één brede band als gevelbeëindiging, uitgevoerd in witte natuursteen of cementpleister. In de pui is de oorspronkelijke toegang met afgeronde betegelde dagkanten, betonnen luifel en thans gedicht bovenlicht behouden. De lange zijden hebben centraal telkens twee brede risaliterende venstertraveeën geflankeerd door een smallere toegangs- en venstertravee. In de toegangstravee is de gemeenschappelijke trappenhal verlicht door een verticaal, over de verschillende verdiepingen doorlopend bandvenster. Aan zijde van de Frans de l’Arbrelaan is naast de toegang de beglaasde en betegelde houten winkelpui met centrale toegang nog aanwezig.

De vormgeving van de vensteropeningen, volgens het ontwerp bij voorkeur ingevuld met metalen schrijnwerk, onderlijnt het spel tussen horizontale en verticale gevelelementen, met staande rechthoekige vensteropeningen op de begane grond en op de verdiepingen liggende ramen onder gestrekte rollagen gecombineerd met smalle verticale traplichten. Op de begane grond zijn de oudere, thans zwart geschilderde houten guillotineramen met onderliggende houten panelen bewaard. Het deur- en vensterschrijnwerk op de verdiepingen is daarentegen volledig vervangen, waarbij de oorspronkelijke achtledige roedeverdeling van de lichtopeningen van de trappenhuizen verloren gegaan is. Samen met de recent toegevoegde deuromlijstingen in marmer, verstoren deze omkeerbare ingrepen de oorspronkelijke materialiteit en de lijnvoering van het gevelontwerp, die buiten deze aanpassingen zeer gaaf bewaard is gebleven.

Het bouwplan toont een vijfhoekige plattegrond, waarbij de ruimten geschikt of, op de verdiepingen, gespiegeld zijn langsheen een middenas, en met centraal tegen de scheidsmuur een open koer die ook de kamers en balkons op de verdiepingen bedient van licht en lucht. Op de begane grond een ruim café met aan de zijde van de Bredabaan een bijkomende vergaderplaats, en aan zijde van de Frans de l’Arbrelaan een afzonderlijke handelsruimte, beide met een door schouwen verwarmde eetkamer, een keuken en een latrine of wc op de open koer. Het café heeft een eigen overdekte sanitaire ruimte met bovenlicht, toegankelijk naast de centrale bar. De eerste, tweede en derde verdieping herbergen per bouwlaag telkens twee appartementen met een identieke, gespiegelde plattegrond, ontsloten door de trappenhuizen in de uiterste traveeën. De bordestrap geeft telkens uit op een tegen de open koer gesitueerde kamer, en een centrale doorgang die leidt naar een ruime, aan twee zijden verlichte eetkamer in de hoek van het gebouw. Langs deze doorgang zijn aan straatzijde twee kamers, en aan koerzijde de natte ruimten (wc, was- en keukenruimte) met achteraan een open balkon gesitueerd. Alle kamers zijn voorzien van schouwen. De kelder omvat twee van elkaar gescheiden en via de trappenhuizen bereikbare ruimten met een kolen- en provisiekelder voor ieder appartement en voor de handelsruimte. Onder de koer bevindt zich de gemeenschappelijke septische put. Het café heeft een eigen, langs de overdekte sanitaire ruimte bereikbare ruime bierkelder, wijnkelder, opslagplaats, en een stookplaats met aansluitende kolenkelder.

  • Koninklijke Kring voor Heemkunde Merksem, Foto’s, Kaft A.
  • Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossier 103#7691.

Auteurs: Van Severen, Elke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Modernistisch hoekappartement [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/304866 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.