is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Eclectische villa
Deze vaststelling is geldig sinds
Vrijstaande villa in een pittoreske eclectische stijl, omstreeks 1912 voor verkoop opgetrokken in opdracht van de in Brecht gevestigde verzekeringsagent Petrus Deliën-Goormans, die ook betrokken was in tal van andere vastgoedprojecten in onder meer de Merksemse Kroonpadwijk, Merksemheide, en Winkelstap. Nu omgevormd tot restaurant, geprangd tussen grote commerciële bedrijventerreinen die de originele villatuin inpalmen, vormt het woonhuis toch nog één van de zeldzame, herkenbare voorbeelden van de vroeg-20ste-eeuwse villa’s en landhuizen in een pittoreske eclectische of cottagestijl die werden gebouwd langs de Bredabaan, ten noorden en noordoosten van het historische centrum van Merksem.
In 1947 is naar ontwerp van Jules De Munter de veranda vervangen door een achterbouw met terras. De ruime voortuin werd in 1987 omgevormd tot commercieel terrein met winkel, waarna de villa in 1989 herbestemd is tot restaurant met 138 zitplaatsen. Daarbij is een nieuw volume met keuken, berging en koelcellen toegevoegd tegen de zijgevel.
Oorspronkelijk was het landhuis diep ingeplant op een uitgestrekt perceel tussen de Bredabaan en de Van Praetlei, slechts toegankelijk langs een smalle doorgang aan de Bredabaan die in 1917 verbreed werd na afbraak van de flankerende woningen. In 1921-1922 kreeg het perceel ook een uitweg langs de Van Praetlei. De ruime tuin en omgeving zijn vandaag merendeels verkaveld tot een commercieel terrein met parking, waarbij de thans deels omheinde achtertuin van de villa bewaard bleef. Tegen de voorgevel is het erf beklinkerd, en zijn parkeerplaatsen ingericht.
De oorspronkelijke villa heeft een rechthoekige plattegrond, met centraal tegen de zuidwestgevel een traptoren. Tegen dit basisvolume zijn verschillende aanbouwen gerealiseerd. Er is aan zuidoostzijde (achtergevel) een één bouwlaag hoge achterbouw toegevoegd in 1947, die in 1989 werd aangepast. Achter de bestaande traptoren werd na 1947 een volume met trappenhuis gebouwd. Tegen de noordoostelijke zijgevel staat een aanbouw uit 1989, en achteraan de villa werd in 1992 een veranda toegevoegd.
Rustend op een lage blauwe hardstenen plint, heeft de drie traveeën brede en twee bouwlagen hoge villa onder een met vernieuwde dakpannen gedekt schilddak, een parement van rode baksteen in kruisverband met knipvoegen. De gevels zijn verlevendigd met over de zij- en achtergevels doorlopende banden in crèmekleurige Silezische brikken en rode platte baksteen, om en om ook toegepast in de steekbogen van de zuidwestelijke zijgevel. Blauwe hardsteen is verder toegepast in de vensterdorpels en het bordes, witte natuursteen in de vensteromlijstingen en de kruisvensters.
De drie traveeën brede voorgevel heeft een centraal vooruitspringend, van na 1912 daterend inkomportaal geflankeerd door twee venstertraveeën. Onder een zadeldak gebracht, is het bereikbaar langs een (blauwe hardstenen) bordes in blauwe hardsteen met uitwaaierende trappen, en draagt het op de verdieping een loggia opengewerkt met een centraal rondboogvenster en afgebakend met een eenvoudige balustrade. De rechtse travee is geopend met twee reeksen smalle rechthoekige, gekoppelde en met witte natuursteen omlijste opklimmende traphallichten, van elkaar gescheiden met bakstenen panelen verfraaid met centrale, witte natuurstenen geprofileerde siersteen, ook toegepast in de borstwering van de linkse venstertravee. Deze heeft een ruime rechthoekige vensteropening op de begane grond, en een kruisvenster in witte natuursteen of simili op de verdieping, gevat in een verdiept gevelvlak en ontlast door lateien in simili. De venstertraveeën zijn bekroond met dakkapellen, net als het schilddak met sterk overkragende dakrand, hier ondersteund met het houten en wit geschilderd stijl- en regelwerk uit 1912.
De noordoostgevel is volledig blind. De zuidwestelijke zijgevel is op de begane grond geopend met een niet oorspronkelijk tweelicht en een smal keukenvenster. De markante traptoren op vierkante plattegrond heeft afgeschuinde risaliterende hoeken en een gebombeerde dakspits met lantaarn en bolvormig topornament. Op de begane grond is de dienstuitgang uit 1912 gedicht. Op de verdieping is de toren geopend met drie getoogde vensteropeningen, en in de top met oculi in verdiepte gevelvlakken, omlijst met Silezische brikken.
Voor zover zichtbaar is het houten deur- en vensterschrijnwerk volledig vernieuwd, met uitzondering van het raamkozijn met kleine roedeverdeling op de begane grond, en het schrijnwerk in de bovenlichten van het inkomportaal. De diefijzers in de traphallichten en kruisvensters dateren van na 1912.
De oorspronkelijke plattegrond kan worden afgeleid uit de verbouwingsplannen van 1947 en 1989. Op de begane grond, slechts in de centrale travee onderkelderd, zijn rondom de centrale ruime traphal met rechts tegen de voorgevel ingeplante trap, de tot verbruiksruimte herbestemde rookkamer, salon en eetkamer geschikt. Achter de trap bevonden zich in de rechter travee, een keuken en pomphuis ontsloten door een afzonderlijke gang met keldertrap, en met in de aanpalende traptoren een dienstuitgang, mogelijk ook met trap naar de verdieping. In 1989 zijn in deze dienstvertrekken de sanitaire ruimten ondergebracht. De traphal bleef bewaard, waarbij de vestiaire en trap naar de verdieping werden afgesloten met deuren. Op de verdieping waren oorspronkelijk vermoedelijk vijf kamers geschikt omheen de traphal, zeker in 1989 uitgebreid tot zeven bergplaatsen, een bureau en een kleedkamer.
Auteurs: Van Severen, Elke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Bredabaan
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Eclectische villa [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/304874 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Antwerpen
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.