Westrode is een modernistisch flatgebouw dat in 1964 opgetrokken werd naar ontwerp van ingenieur-architect Richard Van de Sompel, op de hoek van de Martelaarslaan en de Bijlokevest. 

Historiek

In 1961-1962 maakte het studiebureau van ingenieur-architect-urbanist Richard Van de Sompel in opdracht van Maurits Goossens verschillende plannen voor een appartementsgebouw ter vervanging van drie woningen op de hoek van de Martelaarslaan en de Bijlokevest. Op 19 april 1962 werd een ingediend ontwerp voorlopig geweigerd door het Bestuur van de Stedenbouw en de Ruimtelijke Ordening in de provincie Oost-Vlaanderen, voornamelijk omdat de afwerking van de zichtbare zijgevels van het appartementsgebouw en van de aanpalende woning aan de Martelaarslaan esthetisch niet voldeed. Een aangepast ontwerp werd op 14 juli 1962 wel vergund. Het gebouw werd van 1962 tot 1964 gerealiseerd door aannemer R. Maes.

Beschrijving                                                            

Westrode is een half vrijstaand appartementsgebouw van acht bouwlagen onder een plat dak, op de hoek van de Martelaarslaan en de Bijlokevest, met de voorgevel op de kop, in het verlengde van de Bernard Spaelaan. De begane grond heeft een trapeziumvormige plattegrond die de rooilijn volgt met in het midden een voorhal, een hal en de verticale circulatie (lift en trap) en aan weerszijden vier garages van ongelijke grootte. De zeven bovenverdiepingen kragen in beperkte mate uit en wijken uit en terug op de hoeken, aan de zijde van de Martelaarslaan waardoor een meer gevarieerd, speels volume ontstaat. Elk van die bovenverdiepingen bevat twee drie-slaapkamer-appartementen, en een lucht en lichtkoker aan weerszijden van de verticale circulatie.

De constructie wordt gevormd door een skeletstructuur uit beton: glad beton voor de pijlers op de begane grond, gebouchardeerd wit beton voor de bovenverdiepingen (horizontale overkraging en kroonlijst, evenals de verticale pijlers die doorlopen over de zeven bovenverdiepingen). Voor het gevelparement is deze structuur ingevuld met verschillende materialen: baksteen (Scheldesteen), Ettringer tufsteen op de begane grond (uitgewerkt in een geometrisch patroon en met een plint in basalt lava) en gekleurde gladbeton (onder en boven de vensters).

De gevel is grotendeels opengewerkt, op de begane grond met garages, op de verdiepingen voornamelijk met grote rechthoekige vensters met een rechthoekige roedeverdeling en panelen als borstwering. Daarnaast bevindt zich op elke verdieping een kleinere rechthoekig raam aan de zijde van de Bijlokevest en één aan de zijde van de Martelaarslaan. Aan de Martelaarslaan is ook een klein, schuin geplaatst balkon geplaatst in het verlengde van de terugwijkende gevel, met een balustrade van metalen spijlen. De achtergevel is verzorgd afgewerkt met een parement van Scheldesteen en per verdieping twee grote vierkante betonnen claustrae ter hoogte van de licht- en luchtkokers en één blind raam aan de zijde van de Martelaarslaan. Ook de zijgevel van aanpalende woning is afgewerkt met metselwerk in Scheldesteen. Het schrijnwerk was oorspronkelijk in metaal (voor de inkomdeur aluminium) en boven de inkomdeur bevindt zich een kleine luifel. De oorspronkelijke garagepoorten met twee smalle ramen, zijn deels bewaard.