is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Wederopbouwhoeve
Deze vaststelling is geldig sinds
Gaaf bewaarde wederopbouwhoeve in regionalistische baksteenarchitectuur, kadastraal ingetekend in 1923-1924 maar blijkens de jaarankers in de erfgevel van het woonhuis gebouwd in 1921. Architect was Jacques Dumont uit De Panne in opdracht van eigenaar Bruneel. De hoeve is één van de zeldzame wederopbouwhoeves waarvan het erf en de onmiddellijke omgeving onveranderd zijn gebleven sinds de bouw in de jaren 1920.
De vooroorlogse hoeve is mogelijk al weergegeven op de Ferrariskaart (1771-1778), waar ten westen van de Willebeek gebouwen in een U-opstelling zijn afgebeeld. Op de Atlas der Buurtwegen (1841) is de hoeve aangeduid als ‘Hoeve Kwagebuur’ en bestaat ze uit drie U-vormig aaneengesloten volumes met open zijde naar de Willebeek (oostzijde). Na de Eerste Wereldoorlog werd de nieuwe hoeve gebouwd onmiddellijk ten noordoosten van de vroegere hoeve en verder van de Nieuwstraat. De opstelling van de vooroorlogse hoeve in U-vorm werd hernomen, maar met grotere bouwvolumes en een andere plaats van het woonhuis, aan de westzijde van het erf.
Architect Jacques Dumont bouwde voor eigenaar Bruneel in Kemmel zeker nog drie andere hoeves, waaronder de hoeve ‘Van den Berghe’ (Nieuwstraat 19). Het ontwerp van deze intussen verbouwde hoeve was hetzelfde als voor Nieuwstraat 11. De deur- en vensteropeningen waren hier echter overspannen door rond- en segmentbogen, terwijl in Nieuwstraat 11 werd gekozen voor lateien in beton.
Monumentale bakstenen hekpijlers met tentdak, heden met klimop overgroeid, markeren de oprit aan de Nieuwstraat. De hoeve omvat een woonhuis aan de westzijde, een stalvleugel aan de noordzijde en een schuur aan de zuidzijde. Centraal op het deels verharde erf ligt een moestuin.
Het exterieur van het woonhuis wordt beheerst door de brede puntgevels in de voor- en achtergevel. In beide puntgevels bevinden zich drie gekoppelde vensters met betonnen dorpels. In de puntgevel aan de erfzijde steekt bovenaan nog een gedicht zoldervenstertje. Het uiterlijk van de buitengevels wordt verder bepaald door de gecementeerde plint, de trekankers van de balklaag en de dakkap en een baksteenfries met twee overkragende koppenlagen in de puntgevels. De vensteropeningen op de gelijkvloerse verdieping worden overdekt door betonnen lateien, de deuropeningen door bakstenen rondbogen. De dorpels van de vensters zijn in hardsteen.
De kelder en de opkamer bevinden zich in het noordelijke deel van het woonhuis. Geperforeerde baksteenkoppen in het baksteenmetselwerk verzekeren de ventilatie van de binnenruimten.
Het pannendak van het woonhuis is vernieuwd.
De ruime stalvleugel met zadeldak omvat een breder middendeel met centrale dakkapel en laadopening, en smallere volumes aan de west- en oostzijde. De deur- en poortopeningen worden overspannen door betonnen lateien, de stalvensters door getoogde strekkenlagen. De westelijke zijgevel bevat onderaan een deur en bovenaan een laadopening.
De dakbedekking is vernieuwd (golfplaten).
De voorgevel van de schuur bevat centraal een gevelhoge poort met houten schuifdeuren. Ernaast bevinden zich een kleinere lage poort en de deur van de aardappelkelder. Het zuidelijke uiteinde van de schuur bevat de brede en lage poortopening van het wagenhuis en een laadopening. De lateien van de poorten, laadopeningen en deuropeningen zijn in beton. Bovenaan in de langsgevels zijn verluchtingsspleten uitgespaard. De oostelijke dwarsgevel wordt centraal geschoord door een schuin oplopende steunbeer. Het zadeldak van de schuur bewaart de oorspronkelijke platte pannen. De dakgoten zijn vernieuwd.
Auteurs: Debonne, Vincent
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Kemmel
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Wederopbouwhoeve [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/307466 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.