is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Wederopbouwhoeve Kapelhoeve
Deze vaststelling is geldig sinds
De wederopbouwhoeve ‘Kapelhoeve’ is gelegen aan een doodlopende vertakking van de Hooyaardstraat, in de zogenaamde Couckuythoek. De hoeve, die uit drie vrijstaande volumes bestaat, werd vóór 1927 in situ heropgebouwd. Ten noordoosten van deze gebouwen is een recentere varkensstal aangebouwd.
De hoeve gaat in oorsprong alvast terug tot omstreeks 1841, zoals blijkt uit de aanduiding van de drie vrijstaande hoevegebouwen in de Atlas der Buurtwegen. Volledig verwoest tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de hoeve in de Couckuythoek in opdracht van bouwheer Bossaert-Legrand vóór 1927 heropgebouwd op dezelfde bouwplaats, zij het met een gewijzigde configuratie. In afwachting van de voltooiing van de wederopbouw woonden de eigenaars in een ‘barak’ die met abristenen was opgetrokken.
De drie losstaande hoevebestanddelen staan U-vormig rond het erf opgesteld. Voor de verankerde baksteenbouw werd de voor de wederopbouw kenmerkende rode baksteen aangewend. In het noorden wordt het erf begrensd door de schuur en in het zuiden door de stalvleugel. Het boerenhuis sluit het erf aan de westzijde af.
Het boerenhuis bestaat uit twee haakse volumes, voorzien van een pannen zadeldak (mechanische pannen) met overstek. Tegen de zuidgevel staat een aanbouw onder een half schilddak. De deur in de voorgevel alsook in de erfgevel steekt in een rondboog. In het metselwerk boven de voordeur is een kleine geglaasde spitsvormige beeldnis ingebracht. Boven de betonnen vensterlintelen zijn segmentbogige ontlastingsbogen voorzien. Duimen wijzen erop dat de vensters in oorsprong beluikt waren. Aan de erfzijde tekent zich in het oost-west georiënteerde bouwelement een opkamer af. In de half verzonken kelder steken drie keldervensters, waarvan in de erfgevel twee met een segmentboog. Muurvlechtingen kenmerken de drie puntgevels. Een geprofileerde schoorsteen bekroont de zuidelijke zijgevel.
De hoge schuur betreft een dubbele dwarsschuur. Het nog bewaarde houten gordingenkap draagt een zadeldak met overstek dat met zogenaamde Duitse pannen is gedekt. De zijgevels met hun klimmende steunberen vertonen nog restanten van schouderstukken. De aandaken zijn weggenomen. In de erfgevel is de linker poortopening dichtgemetseld met behoud van de korfboog. Ook in de achtergevel tekenen zich ook nog de twee korfbogen af ondanks het dichtmaken van de twee poortopeningen. Bewaard in beide langse gevels zijn ook de korte verluchtingsspleten.
De stalvleugel omvat twee aaneensluitende volumes. Het westelijke deel, een rechthoekig volume onder pannen zadeldak, gaat in de kern terug op de ‘barak’ die kort na de Eerste Wereldoorlog als noodwoning werd opgetrokken in abristenen. Restanten van dit bouwmateriaal tekenen zich nog af in de erfgevel. In de top van de westelijke zijgevel steekt een laadvenster onder segmentbogige linteel van baksteen. Het groen-witgeschilderde schijnwerk in de erfgevel is nog grotendeels origineel. Groen geschilderde houten lintelen dekken de vensters af. De van een pannen zadeldak voorziene aanbouw tegen de westgevel betreft vermoedelijk het oude bakhuis.
Van het oostelijke deel van de stalvleugel steken acht traveeën onder een zadeldak en twee traveeën onder een afgewolfd zadeldak. Op beide daken is de oorspronkelijke dakbedekking met zogenaamde Duitse pannen nog bewaard. Twee dakvensters met tuitgevel, aandaken en uitkragende schouderstukken doorbreken het zadeldak. Segmentbogige bakstenen lintelen deken de venster- en deuropeningen af. De kleine stalvensters alsook de laadvensters zijn voorzien van een witgeschilderde betonnen dorpel. Van het groen geschilderde houten schrijnwerk zijn de houten laadvensters en enkele stalvensters nog authentiek.
Nabij de wederopbouwhoeve staat ter hoogte van de zijvertakking van de Hooyaardstraat een rood bakstenen veldkapel, waaraan de hoeve haar naam ‘Kapelhoeve’ ontleent. Een witte gevelsteen dateert de kapel van ‘1947’ dateert. De aanleiding tot de bouw van deze devotiekapel was een belofte na een terugkeer uit Duits krijgsgevangenschap als represaille voor een aanslag op een Duitse ziekentrein. Volgens een op glas geschilderd opschrift in de kapel is de kapel toegewijd aan ‘O.L.Vrouw van Banneux. Moeder der Armen’. Een pannen zadeldak (mechanische pannen) dekt de kapel af. Op de nok staat ongeveer ter hoogte van de voorgevel een ijzeren kruis. Kenmerkend voor deze puntgevel zijn de aandaken en de schouderstukken alsook de spitsbogige deuropening, die met een houten vleugeldeur kan worden afgesloten. Twee grote obussen flankeren de ingang.
Auteurs: Becuwe, Frank
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Langemark
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Wederopbouwhoeve Kapelhoeve [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/307531 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.