Burgerhuis in neoclassicistische stijl gebouwd in opdracht van ‘négociant’ Schrijnemakers, naar een ontwerp door de architect Jean-Laurent Hasse uit 1900. Van zijn hand is ook het tegenoverliggende burgerhuis met art-nouveau-inslag Geulincxstraat 21, gebouwd in opdracht van G. Lefranc naar een ontwerp uit 1903.
Jean-Laurent Hasse was actief was van 1875 tot zijn overlijden in 1925. Tijdens de eerste decennia van zijn loopbaan bouwde de architect een groot aantal voorname burgerhuizen in eclectische en neo-Vlaamserenaissance-stijl in Antwerpen waaronder zijn eigen woning in de Osystraat. Vanaf de jaren 1900 verplaatste het zwaartepunt van zijn activiteiten zich naar architectuur voor de industrie, zoals de kantoren en werkplaatsen van Bell Telephone Manufacturing Company in de Boudewijnsstraat waarvoor hij al in 1882 de eerste gebouwen ontwierp, de Compagnie Générale des Tramways d’Anvers in de Grotehondstraat uit 1903, en het automerk Minerva waarvan de eerste fabriek in de toenmalige Warandestraat in 1904 tot stand kwam.
Met een gevelbreedte van drie traveeën omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een zadeldak (nok parallel aan de straat). De bepleisterde en beschilderde lijstgevel met een geblokte begane grond rust op een eveneens geblokte plint uit blauwe hardsteen. Nadrukkelijk horizontaal geleed door waterlijsten en cordonvormende lekdrempels, legt de compositie de klemtoon op het middenrisaliet met schijnvoegen. Dit laatste wordt op de eerste verdieping gemarkeerd door een gebroken gebogen fronton op gegroefde voluutconsoles, en een balkon met doorgetrokken balustrade op voluutconsoles met acanthusblad en rozet. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige muuropeningen. De bovenvensters zijn gevat in een geriemde omlijsting, en onderscheiden zich op de eerste verdieping door een hanenkam als sluitsteen en een balustrade. Op de tweede verdieping zijn de vensteromlijstingen verrijkt met oren, een sluitsteen en een bewerkte onderdorpel. Een klassiek hoofdgestel met een gekorniste houten kroonlijst op klossen en tandlijst vormt de gevelbeëindiging. Het originele houten schrijnwerk van de vleugeldeur en vensters (guillotine- en T-ramen) is bewaard, evenals de smeedijzeren keldertralies.
De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1900#807 (Geulincxstraat 22) en 1903#113 (Geulincxstraat 21).