Hoeve met losse, lage bestanddelen rondom een met gras begroeid erf met bakstenen stoepen. Vanaf het erf heeft men een mooi perspectief op de stad Poperinge. Centrale mestvaalt met bakstenen wanden. Een moestuin ligt achter het boerenhuis. Ten westen bevindt zich een drenkplaats afgezet met knotpopulieren.
Ten noordwesten: boerenhuis aanleunend bij het langgestrekte type als gevolg van normale uitbreidingen, te zien aan de bouwnaden tussen de stalgedeelten respectievelijk links en rechts, en het centrale woongedeelte van vijf traveeën, onder een onderbroken zadeldak (mechanische pannen) met overstekende rand op houten modillons. De oude kern dateert uit het eerste kwart van de 19de eeuw, volgens bepaalde bronnen uit 1812, maar werd echter aangepast. Oorspronkelijk vermoedelijk stijl- en regelwerk, zichtbaar aan de getrapte voeting aan de achtergevelzijde, maar heden verankerde rode baksteenbouw. Getoogde muuropeningen. Luiken. Rechthoekige kozijnstaldeuren. Kozijnvenster aan de achtergevelzijde.
Ten zuiden: dwarsschuur onder een overstekend zadeldak op houten modillons (nokrichting parallel aan het huis, vroeger stro, heden golfplaten); opschriften in kerfsneetechniek op de schuurbalk, onder meer 'Pieter Johannes Provoo de 12 van april 1824'. Oorspronkelijk stijl- en regelwerk, naar verluidt versteend in 1938.
Ten oosten: voormalig hopastje onder zadeldak (nokrichting loodrecht op het huis, mechanische pannen) met overstekende rand op houten modillons, uit het eerste kwart van de 19de eeuw. Stijl- en regelwerk met houten plankenbeschieting boven bakstenen voeting.
Ten noorden: voormalige hopast met bakhuis onder zadeldak (nokrichting parallel aan het huis), naar verluidt van na de Eerste Wereldoorlog.
Recente loods ten noorden.