Kapel, met een omhaagd voortuintje dat toegankelijk is via een gekasseid kerkpaadje met hek. Georiënteerd zaalkerkje, uit het derde kwart van de 19de eeuw, met neoromaanse inslag. De plattegrond ontvouwt een éénbeukig schip van zes traveeën en een koor van drie traveeën en een rechte sluiting. Rode baksteenbouw op een arduinen sokkel aan de westelijke gevelzijde. Afdekking door middel van zadeldaken (Vlaamse pannen, leien boven koorgedeelte).
Westelijke tuitgevel. Geveltop afgelijnd met een baksteenfries, waaronder oculus met ijzeren tracering; rondbogige lisenen. Benedenregister afgelijnd door middel van een baksteenfries met dropmotief. Geblokte banden op de hoeken en bij de deurtravee. Bakstenen casementen. Rondboogdeur met een waaiervormig bovenlicht. Rondboogvensters met ijzeren tracering (neogotische inslag), in de linker en rechter traveeën.
De noordelijke, zuidelijke en oostelijke gevel worden gemarkeerd door steunberen met versnijdingen, geajoureerd met rondboogvensters met ijzeren tracering. Het koorgedeelte wordt afgelijnd door een gele bakstenen muizentandfries.
Bron: DELEPIERE A.-M. & HUYS M. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Ieper, Kanton Poperinge, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 11n2, Brussel - Turnhout. Auteurs: Delepiere, Anne Marie; Huys, Martine Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)