De huidige semi-gesloten hoeve vervangt een gesloten exemplaar, dat was ingeplant op de hoek tussen de Gelindenstraat (zuidoosten), Kloosterstraat (zuidwesten) en Biessemstraat (noordwesten). Vlakbij lag een brugje over de Kasteelbeek, die in de buurt van het kasteel ontsprong, langsheen de kasteeldreef richting dorp liep en verder langsheen de Gelindenstraat. De hoeve omvat een boerenburgerhuis, parallel met de Kloosterstraat, met een aansluitende rechtervleugel langsheen de Gelindenstraat, waarbij dan weer een achtervleugel aansluit. Aan de zijde van de Biessemstraat wordt het erf door vrijstaande dienstgebouwtjes afgeschermd. Het erf is toegankelijk via een poort tussen het woonhuis en de dienstgebouwen aan het veldweggetje. Voor het woonhuis bevindt zich een gedeeltelijk omhaagde, gedeeltelijk ommuurde voortuin, toegankelijk via een smeedijzeren poortje; het terrein achter de hoeve is toegankelijk via een barrière in de Gelindenstraat.
De inrijpoort is een eenvoudige constructie onder zadeldakje met Vlaamse pannen; de rechthoekige poort, onder houten latei, draagt een deurklopper met datering 1895.
Het boerenburgerhuis is een dubbelhuis, drie traveeën breed en twee bouwlagen hoog boven een licht verhoogde begane grond; het volume is opgetrokken in baksteen op een kalkstenen plint en wordt afgedekt door een zadeldak. De straatzijdegevel wordt verlevendigd door lisenen op de hoeken en aan weerskanten van een middenrisaliet. De lisenen, ter hoogte van de onderdorpels van de gelijkvloerse- en verdiepingvensters onderbroken door kalksteen, ondersteunen een rondboogfries onder de kroonlijst. De centrale toegangsdeur en regelmatig gespreide vensters zijn getoogd, in een rechthoekige, kalkstenen omlijsting, de deur op neuten, de vensters op door bakstenen consoles gestutte onderdorpels. De erfzijdegevel schijnt dezelfde structuur te vertonen als de voorgevel, maar zonder de sierelementen. De muuropeningen zijn daarbij ook niet in kalksteen omlijst, hoewel de vensters wel hardstenen onderdorpels hebben. De zijgevels zijn blind, op een getoogd venstertje - met hardstenen onderdorpel - in de geveltop na.
Tegen de linkerzijgevel is een laag gebouwtje aangebouwd, één travee breed en anderhalve bouwlaag hoog onder lessenaarsdak met Vlaamse pannen. De voorgevel, uitgewerkt als half trapgeveltje met hardstenen dekplaten, omvat een rondboogdeur en bekronende oculus, beide in kalksteen omlijst. De zijgevel omvat een getoogd venster, getralied en voorzien van een hardstenen onderdorpel.
De dienstgebouwen, stallen en mogelijk een schuur, zijn grotendeels bakstenen volumes met gecementeerde plinten, afgedekt door zadeldaken met Vlaamse pannen .De gevels omvatten poorten onder ijzeren I-balken, een enkele deur en getoogde (zolder)vensters met hardstenen of gecementeerde onderdorpels. De vrije kopgevel van de achtervleugel is met pannen beschoten. Vermoedelijk betreft het versteende vakwerkconstructies, waarvan enkel nog een gedeelte van het bij de inrijpoort aanleunend stalvolume aan de veldweg een restant vormt. Het stalletje behield een gedeelte van het oude stijl- en regelwerk, het skelet rustend op een bakstenen stoel en voorzien van lemen vullingen, de zijgevels beschoten met Vlaamse pannen en het geheel afgedekt door een pannen zadeldakje.
Bron: Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier DL002423, Heers: Aspecten van Mechelen-Bovelingen Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)