is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Kasteel van Veulen
Deze vaststelling is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd monument Kasteel van Veulen: buitengevel en bedakingen
Deze bescherming is geldig sinds
Eerste vermelding van een kasteel in Veulen in 1599, in het testament van Jean de Berlo, burggraaf van Loon en heer van Veulen; de heerlijkheid was in 1572 in zijn bezit gekomen door zijn huwelijk met Jeanne de Merode. Waarschijnlijk bevond er zich voordien reeds een kasteel of burcht op deze plaats.
De oudste kern van het huidige gebouw dateert van 1669: een gevelsteen met wapenschilden van IAN FRANCOIS BARON DARGENTIAU en AGNES ERNESTINE CONTES DERIVIR met datering A 1699 bevindt zich op de zuidelijke hoektoren; de heerlijkheid kwam in het bezit van deze familie toen Florent d'Argenteau ze in 1599 erfde van zijn tante, de echtgenote van Jean de Berlo. Van dit oudere gebouw bleven echter geen zichtbare resten bewaard.
Het huidige kasteel schijnt in één bouwcampagne opgetrokken in 1747, datum aangegeven door de gevelsteen boven de poort, die het wapenschild draagt van de familie de Mercy-Argenteau, die in 1734 door erfenis in het bezit van de heerlijkheid was gekomen.
Het kasteel is gebouwd als een grote vierkanthoeve in late Maasstijl, waarvan de noordoostelijke vleugel, geflankeerd door torens het eigenlijke kasteel is, terwijl de overige vleugels de hoevegebouwen zijn. Het is in deze vorm dat het kasteel tot heden vrijwel ongewijzigd bewaard bleef.
De Ferrariskaart (1771-77) toont de oorspronkelijke omgeving: een gebied van vochtige beemden aan de Mettekovenbeek, met de oorspronkelijke, rechthoekige omgrachting, waarbinnen aan de zuidwestzijde van het kasteel de hovingen zijn opgenomen. De ingang bevindt zich op de huidige plaats, aan de noordoostzijde. Op deze wijze is het kasteel ook afgebeeld door Ph. de Corswarem (begin 19de eeuw).
In de Atlas van de Buurtwegen (1843) is het park in landschapsstijl reeds aangelegd, en het grachtensysteem omgevormd tot vijvers; de toegang schijnt verlegd naar de zuidoostzijde, naar de ingang van de hoeve toe; de verdeling van het erf met een gedeelte voor het kasteel en een gedeelte voor de hoeve is reeds aangeduid. Op deze grens werden in een recente periode de specifieke dienstgebouwen van het kasteel opgetrokken.
Het geheel is gelegen in een zeer ruim park in landschapsstijl met vijver, met een aantal merkwaardige bomen, onder meer eiken, beuken en platanen.
Het grondplan beschrijft een vrijwel vierkant geheel, de roodgeschilderde, bakstenen gebouwen geschikt rondom een rechthoekig, gekasseid erf.
De noordoostvleugel is de eigenlijke kasteelvleugel: dertien traveeën en twee bouwlagen onder wolfsdak (leien) met dakkapellen, geflankeerd door twee torens van één travee en drie bouwlagen onder mansardedak (leien) met peerspits en smeedijzeren windvaan. De torens zijn voorzien van kalkstenen hoekbanden in regelmatig verband. Slechts een aantal vensters bleven in hun oorspronkelijke toestand bewaard: hoge kruiskozijnen in een kalkstenen omlijsting, getralied en voorzien van sponningbeloop, het benedengedeelte oorspronkelijk beluikt. De meeste vensters werden begin 19de eeuw aangepast in laatclassicistische stijl door vergroting en verwijdering van het kruis; de benedenvensters zijn beluikt. De rechtertoren is voorzien van een duifhuis in de zolderverdieping.
De toegang is de monumentale inrijpoort: een rondboogpoort in een rechthoekige kalkstenen omlijsting met schijnvoegen, geflankeerd door geblokte pilasters met lijstkapiteel, die een geprofileerde druiplijst dragen; hierboven een zwaar, kalkstenen entablement tussen geblokte pilasters, waarbinnen een gevelsteen met het wapenschild van de Mercy-Argenteau en de datering 1747, geflankeerd door twee rechthoekige vensters. Tegen de achtergevel werd in 1910 over de eerste bouwlaag een gang aangebracht onder plat dak, om de verschillende vertrekken te bedienen. Het enige oorspronkelijke venster hier is het kloosterkozijn op de bovenverdieping, links van de poort; de overige vensters werden begin 19de eeuw aangepast zoals in de voorgevel. De poort is hier een korfboogpoort in een kalkstenen omlijsting met negblokken in regelmatig verband. Een recent bijgebouwtje, haaks op deze gevel, sluit het erf van het kasteel op deze plaats van dat van de hoeve af.
Alle hoevegebouwen zijn van roodgeschilderde baksteen, met een overhoekse muizentandfries onder de dakrand op houten daklijstbalken.
Ten noordoosten van het erf, haaks op de achtergevel van het kasteel, bevindt zich een gebouw van vijf traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak met dakkapellen, mogelijk de voormalige pachterswoning, in de 19de eeuw omgebouwd tot koetshuis. Het gebouw werd in de eerste helft van de 19de eeuw naar achteren toe vergroot (Atlas van de Buurtwegen). De muuropeningen dateren waarschijnlijk uit de eerste helft van de 19de eeuw, met een omlijsting van hergebruikt kalkstenen materiaal: rechthoekige vensters, getoogde deuren in een rechthoekige omlijsting met sluitsteen, en twee korfboogpoorten met sluitstenen en imposten. Linkerzijgevel met aandak en vlechtingen.
Haaks hierop werd in een recentere periode (eind 19de - begin 20ste eeuw?) een tweede koetshuis of garage gebouwd; dit gebouw sluit het erf van het kasteel aan deze zijde af van dat van de hoeve.
Ten zuidwesten, haaks op de achtergevel van het kasteel, voormalig knechtenkwartier of pachterswoning met inrijpoort naar de hoeve, in een gebouw van vijf traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (leien) met dakkapellen. Zijgevel met aandak en vlechtingen aan de rechterzijde. Rechthoekige muuropeningen in kalkstenen omlijsting uit begin 19de eeuw. Rondboogpoort in een omlijsting van hergebruikte kalksteen met negblokken aan de boog. De aansluitende stal telt zes traveeën en één bouwlaag onder zadeldak; kleine, rechthoekige vensters en getoogde deuren in een rechthoekige omlijsting van kalksteen met sluitsteen, alle van hergebruikt materiaal. De stal is gedeeltelijk ingestort.
Ten noordwesten van het erf, aansluitend bij het koetshuis, stal van één bouwlaag onder zadeldak (kunstleien), voorzien van twee kleine vensters en een getoogde deur in een kalkstenen omlijsting van hergebruikt materiaal. Smalle, kalkstenen asemgaten in de gevel aan buitenzijde.
Achteraan het erf, ten zuidwesten, ruime, driebubbele dwarsschuur, waarvan de hoektravee een torenachtige afwerking kregen door hun hoger volume en afdekking door middel van wolfsdaken (kunstleien). De drie rondboogpoorten schijnen oorspronkelijk: kalkstenen omlijsting met negblokken in regelmatig verband. Twee getoogde deuren in een rechthoekige kalkstenen omlijsting met sluitsteen, waarschijnlijk van hergebruikt materiaal. Recente poort.
Bron: PAUWELS D. & SCHLUSMANS F. met medewerking van MUYLDERMANS E. & ROMBOUTS J. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kanton Borgloon, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14n4, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Schlusmans, Frieda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is gerelateerd aan
Kasteelpark van Veulen
Is deel van
Veulen
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kasteel van Veulen [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/32222 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.