erfgoedobject

Sint-Jacobsgasthuis

bouwkundig element
ID
37354
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/37354

Juridische gevolgen

Beschrijving

Het voormalige Sint-Jacobsgasthuis werd gesticht als herberg voor pelgrims naar Sint-Jacob van Compostella. De juiste stichtingsdatum is onbekend doch is mogelijk te situeren tussen 1050 en 1195. Oorspronkelijk aan de huidige Sint-Truidersteenweg vlak bij het eerste begijnhof gelegen, binnen de 4de-eeuwse Romeinse omwalling, en aan de heerbaan naar Bavai. Van de hoge ouderdom der stichting getuigt niet alleen de ligging maar ook het feit dat de kapel reeds in 1246 als bouwvallig wordt vermeld. Het gebouw komt bij de bouw van de middeleeuwse omwalling extra muros te liggen en wordt in 1276 afgebroken. In 1282 heropgebouwd intra muros, op de huidige plaats. In 1283-1284 wordt de nieuwe kapel gebouwd, in 1660 door de huidige vervangen.

De mannelijke en vrouwelijke religieuzen die het gasthuis bedienden volgden de regel van Sint-Augustinus.

Bij de Franse bezetting gaat het gasthuis over in de handen van de burgerlijke administratie, en in 1801 wordt het beheer ervan toevertrouwd aan de Commissie der Burgerlijke Godshuizen. De huidige gasthuisgebouwen dateren van 1846-1867. Ze fungeerden als ouderlingentehuis en weeshuis, waarbij een duidelijke scheiding gemaakt werd tussen de vrouwen- en mannenafdeling; de bedieding ervan gebeurde door religieuzen.

Begin jaren '80 werd het als administratief centrum van de stad in gebruik genomen.

Neoclassicistische gebouwen, gelegen rondom een rechthoekige en een halfronde binnenplaats, tussen de de Schiervelstraat en de Clarissenstraat, met ten noorden, aan de zijde der Maastrichterstraat, de door de 19de-eeuse gebouwen ingesloten kapel van 1660.

Gasthuiskapel. Rechthoekig zaalkerkje van vier traveeën met vlakke koorsluiting. Bakstenen gebouw op een kalkstenen plint, afgewerkt met mergelstenen banden en hoekblokken, en een mergelstenen kroonlijst. Bakstenen ronboogvensters binnen ronbooglisenen, verrijkt met mergelstenen hoekblokken en sluitstenen. Zadeldak (leien) en klokkenruiter met ingesnoerde naaldspits. Zijgevels met aandaken. In de westgevel, gesmeed ijzeren muurankers, mergelstenen speklagen en een gevelsteen met drie wapenschilden. Bepleisterd interieur overwelfd door middel van kruisribgewelven tussen rondboogvormige gordelbogen, gedragen door licht uitspringende pilasters met kapitelen.

Mobilair: classicistisch altaar van beschilderd hout (18de eeuw); eiken biechtstoel, classicistisch (18de eeuw); orgel door Pereboom & Leyser, Maastricht (tweede helft 19de eeuw) in een orgelkast in Lodewijk XVI-stijl (tweede helft 18de eeuw); eiken kerkbanken, Lodewijk XV (midden 18de eeuw).

Merkwaardig, barok grafmonument, marmer, van Maria de Berchem, gravin de Hinnisdael, opgericht door haar echtgenoot Frans van Hinnisdael, heer van Betho; toegeschreven aan J. Delcour (1697).

Voormalig gasthuis. Hoofdvleugel aan de de Schiervelstraat: U-vormige constructie van twee bouwlagen onder zadeldak (mechanische pannen). Bakstenen gebouw met verwerking van arduin voor hoekblokken, kordons, deur- en vensteromlijstingen. De centrale vleugel telt negen traveeën, de beide risalieten vijf, over een diepte van drie traveeën. Rondboogvensters op de benedenverdieping, met onderling verbonden geprofileerde druiplijsten die de boogruggen volgen. Rechthoekige vensters in een geriemde omlijsting op de bovenverdieping. Risaliet in de middentravee, waarbinnen de monumentale rondboogpoort in een geblokte hardstenen omlijsting met neuten, imposten en entablement.

De gevels rondom de binnenplaats zijn, evenals de achtergevels zeer sober. Rechthoekige vensters met hardstenen lateien en lekdrempels.

Ten zuiden hiervan, halfrond dienstgebouw van anderhalve bouwlaag onder zadeldak (kunstleien). Bakstenen gebouw op een kalkstenen plint. De gevel aan de Clarissenstraat is blind, op een hoge, centrale rondboogpoort na, geplaatst in een hardstenen omlijsting met neuten, imposten en sluitsteen. De gevel is geritmeerd door middel van bakstenen pilasters met hardstenen kapitelen. De gevel aan de zijde der binnenplaats is versierd met rondbooglisenen met gelijkaardige pilasters; binnen deze arcade, halfronde venstertjes, en rechthoekige muuropeningen in vlakke, kalkstenen omlijstingen, deels aangepast.

In de tuin bevindt zich een een klein gebouw uit midden 17de eeuw, drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen). Bakstenen gebouw met mergelstenen hoekblokken en gesmeed ijzeren muurankers. Voormalige kruis- en kloosterkozijnen in mergelstenen omlijsting met negblokken. Zijgevels met aandaken en vlechtingen, aan de linker zijde voorzien van een gedicht kloosterkozijn, confer supra.

  • BAILLIEN H., Het St.-Jacobsgasthuis van Tongeren, herberg voor pelgrims naar Santiago en ziekenhuis voor de poorters, (Het Belgische Ziekenhuis, 39, 1962).
  • PAQUAY J., Tongeren voorheen. Geschiedkundige schets, Tongeren, 1934, p.93.
  • PERREAU A., Tongres et ses monuments, Tongeren, 1849, p.71-80.
  • ROOSE P., inspecteur orgelzaken B.M.L., onuitgegeven gegevens.
  • SEVERIJNS P., Het St.-Jacobsgasthuis, in: 2000 jaar Tongeren. 15 vóór Chr. tot 1985, Hasselt, 1988, p.97-101.

Bron: SCHLUSMANS F. met medewerking van VANTHILLO C. 1990: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kantons Riemst - Tongeren, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14n1, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Schlusmans, Frieda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Sint-Jacobsgasthuis [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/37354 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.