Aangeduid op de Ferrariskaart (1771-1777) als hoeve den Driesche. Hoeve met losstaande bestanddelen, ontstaan uit een 17de-eeuwse hoeve met twee evenwijdige vleugels (woonhuis en zuidoostelijke stalveugel), zoals afgebeeld op vermelde kaart.
Aangepast en uitgebreid in verschillende perioden. Thans onbewoond. Gebouwen gegroepeerd rondom een rechthoekig erf, gekasseid vóór het woonhuis en het zuidwestelijk dienstgebouw; poel achter het woonhuis; aan de oprit tot het erf, houten kruis met gietijzeren Christusbeeld tegen een linde.
Woonhuis (rechts) en stal in één vleugel ten noordwesten van het erf. Merkwaardig gebouw onder mank zadeldak (Vlaamse pannen), uit de 17de eeuw.
Zeer rijk stijl- en regelwerk met kleine vakken, eerder verticaal geritmeerd in het woonhuis, waar de stijlen dichter bij elkaar staan dan in de stal, zoals dit ook op andere plaatsen voorkomt (confer het Voerenhuis in het Openluchtmuseum Bokrijk). Hoge breukstenen plint in vrij regelmatig verband. De oorspronkelijke lemen vullingen zijn door bakstenen vervangen. De muuropeningen zijn gewijzigd, mogelijk op de linkse en rechtse staldeuren na, die getoogd zijn in rechthoekige houten omlijsting. De plaatsing van de schoorsteen verwijst naar een klassieke binnenindeling met de stookplaats tussen de twee kamers.
De zuidwestelijke zijgevel is van breuksteen, met S-vormige, gesmeed ijzeren muurankers. De noordoostelijke zijgevel is van vakwerk met bakstenen vullingen, gedeeltelijk versteend (de vergroting naar achteren); het kapgebint is een ankerbalkstandjuk met geschoorde nokstijl; merkwaardig is het gebruik van gebogen schoren bij het dubbele ankerbalkgebint. In de achtergevel werd het woonhuisgedeelte versteend; het stalgedeelte vertoond een vakwerkconstructie, analoog met die der voorgevel, doch met gebruik van twee schoren.
De dienstgebouwen zijn sterk aangepast. De oude kern blijkt uit een klein gedeelte vrij rijk vakwerk (bakstenen vullingen) in de zuidoostelijke stalvleugel (zadeldak), die voorheen waarschijnlijk eveneens de dwarsschuur bevatte. In tweede helft van de 19de eeuw en in de 20ste eeuw grondig verbouwd; de achtergevel gaat schuil achter recente aanbouwsels.
De kleine stal ten noorden, geplaatst ten opzichte van het woonhuis, is van vakwerk, doch van een veel minder rijk soort dan dat in het woonhuis. Waarschijnlijk begin 19de eeuw. Zadeldak (Vlaamse pannen). Bakstenen vullingen en hoge breukstenen plint. Verschillende recente aanbouwsels tegen voor- en achtergevel.
Recenter dienstgebouw ten zuidoosten van het erf, in een recente periode gedeeltelijk tot woonhuis omgebouwd en grondig aangepast. In zijn oorspronkelijke vorm een bakstenen gebouw onder zadeldak (Vlaamse pannen), op een deurlatei gedateerd 1838. De originele muuropeningen zijn de rechthoekig in hardstenen omlijsting.