is aangeduid als beschermd monument Hoeve Driesen: aanhorigheden en wegkruis
Deze bescherming is geldig sinds
omvat de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hoeve Driesen
Deze vaststelling is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd monument Hoeve Driesen: boerenwoning en stal
Deze bescherming is geldig sinds
omvat de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hoeve Driesen
Deze vaststelling was geldig van tot
De zogenaamde hoeve 'Driesen' is een 17de-eeuws hoevecomplex waarvan het woonhuis en de stal zijn opgebouwd in rijk stijl- en regelwerk.
Hoeve Driesen is beschermd als monument, zij het in twee aparte delen. Het westelijk deel, onderwerp van deze fiche, omvat onder andere het woonhuis en de kleine stal, uitgewerkt in rijk stijl- en regelwerk. Het oostelijk deel omvat twee dienstgebouwen, aangepast in de 19de en de 20ste eeuw.
De zogenaamde hoeve 'Driesen' werd reeds aangeduid op de Ferrariskaart (1771-1777) als hoeve Cense den Driesche. Het 17de-eeuws hoevecomplex bestond toen uit twee evenwijdige vleugels, vermoedelijk een woonhuisvleugel en een stalvleugel. De hoeve maakte toen deel uit van een vrij omvangrijk perceel ingekleurd als moerassige weide vlakbij een zijtak van de Gulpvallei. Vanaf de 19de eeuw was dit perceel en de ruime omgeving ingericht als akkerland.
Op de kadastrale kaart opgesteld door P.C. Popp uit de periode 1842-1880, komt de hoeve nagenoeg reeds in haar huidige configuratie voor. Vier gebouwen bevinden zich rond een rechthoekig erf. Achter het meest westelijke gebouw, bevindt zich een waterpoel. Het perceel waarop de hoeve staat, wordt op de kaart doorkruist door een wandelpad genaamd Sentier de Malbrock dat doorsteekt naar het gelijknamige gehucht ten zuidwesten.
De hoeve werd aangepast en uitgebreid in verschillende perioden. Op het moment van de bescherming was de hoeve onbewoond.
Het westelijk gedeelte van hoeve Driesen omvat de woonhuisvleugel, de kleine stal en het landbouwperceel ten westen van het woonhuis.
De woonhuisvleugel bevindt zich ten noordwesten van het erf. Voor het woonhuis is het erf voorzien van kasseien. Achter het woonhuis bevindt zich een poel. Bij de hoeve hoort een akkerperceel dat zich uitstrekt langs de weg Driesschen.
Aan de oprit tot het erf bevinden zich twee opgaande welkomstlinden. Aan één van de bomen is een houten kruis met gietijzeren Christusbeeld aangebracht, een relict van de plaatselijke volksdevotie.
De woonhuisvleugel omvat niet enkel een woonhuis (rechts), maar ook een stal (links). Samen vormen ze een merkwaardig gebouw onder een mank zadeldak van Vlaamse pannen. De hoge breukstenen plint is opgebouwd in vrij regelmatig verband.
De vleugel dateert uit de 17de eeuw en is zeer rijk in stijl- en regelwerk. De kleine vakken zijn eerder verticaal geritmeerd in het woonhuis, waar de stijlen dichter bij elkaar staan dan in de stal. De oorspronkelijke lemen vullingen zijn door bakstenen vervangen.
De muuropeningen zijn gewijzigd, mogelijk echter op de linker en rechter staldeuren na, die getoogd zijn in een rechthoekige houten omlijsting.
De plaatsing van de schoorsteen verwijst naar een klassieke binnenindeling met de stookplaats tussen de twee kamers. Het kapgebint is een ankerbalkstandjuk met geschoorde nokstijl. Merkwaardig is het gebruik van gebogen schoren bij het dubbele ankerbalkgebint.
De zuidwestelijke zijgevel is van breuksteen, met S-vormige, smeedijzeren muurankers. De noordoostelijke zijgevel is van vakwerk met bakstenen vullingen, gedeeltelijk versteend (de vergroting naar achteren). In de achtergevel werd het woonhuisgedeelte versteend.
Het stalgedeelte vertoont een vakwerkconstructie, analoog met die van de voorgevel, doch met gebruik van twee schoren.
De kleine stal ten noorden van het erf is loodrecht geplaatst ten opzichte van het woonhuis. Waarschijnlijk dateert dit gebouw uit het begin van de 19de eeuw.
Op het moment van de bescherming werd de stal beschreven als opgetrokken in vakwerk, doch van een veel minder rijke soort dan dat in het woonhuis. De stal was toen voorzien van een zadeldak met Vlaamse pannen, bakstenen vullingen en hoge breukstenen plint. Er bevonden zich verschillende recente aanbouwsels tegen de voor- en achtergevel. Anno 2014 lijkt de stal zich op basis van luchtfotografie in een ver stadium van sloop te bevinden.
Auteurs: Dubaere, Barbara
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)