is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Commanderie van de Duitse Orde
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als beschermd monument Commanderie van de Duitse Orde
Deze bescherming is geldig sinds
Historiek
Bij zijn intrede in de Duitse Orde in 1242 schenkt Daniël van Voeren al zijn bezittingen in het graafschap Dalhem aan deze orde, die sinds 1220 in onze streken gevestigd is (zie landcommanderij van Alden Biesen). Deze bezittingen vallen waarschijnlijk samen met het allodiaal goed Sint-Pieters-Voeren. De datum van oprichting van een eerste commanderie van Sint-Pieters-Voeren is niet bekend. De eerste commandeur die vermeld wordt is von Bronchorst in 1320; in deze periode mag dus het bestaan van een gebouw ter plaatse verondersteld worden.
Dit primitieve gebouw wordt in het begin 17de eeuw vervangen door een nieuwe bouw door de commandeurs G. von Streithagen en W. von Metternich zu Müllenarck (1607-1626). De nieuwe commanderie werd ten zuidwesten van het oorspronkelijke gebouw opgericht, dat zich korter bij de kerk bevond. Van dit gebouw blijven -misschien met uitzondering van de krulgevels aan het voormalige poortgebouw- geen resten over. Een gedeelte ervan, met name een (dienst?)gebouw met trapgevel aan de zuidoostzijde van de binnenplaats bestond nog midden 19de eeuw. De oudste nog bestaande gebouwen resulteren van de bouwcampagne van W. Quaedt de Beeck (1631-1661); het betreft de L-vormige vleugel met toren in de noordelijke hoek, het voormalige poortgebouw aan de noordwestzijde en mogelijk eveneens de stal aan de zuidwestzijde. Het geheel krijgt op dit ogenblik zijn gesloten, rechthoekige vorm, de gebouwen gegroepeerd rondom een binnenplaats, met ingang aan de noordwestzijde.
Het brongebouw in het park wordt opgericht door commandeur von Rolshausen zu Butgenbach (1666); deze commandeur voerde ook aan de commanderie zelf werken uit; zijn wapens komen voor op een gevelsteen in de noordoostelijke stalvleugel. Het oorspronkelijke poortgebouw, in de westhoek van de binnenplaats wordt afgewerkt door commandeur P.E. von Eltz (1715-1722): zijn wapens bevinden zich op de gevelsteen boven de thans gedichte poort. De aanleg van het kasteel in deze periode wordt weergegeven op de Ferrariskaart (1771-1777), die vóór de toenmalige ingang een Franse tuin toont.
In 1798 worden de goederen onteigend en verkocht. De commanderie wordt gekocht door J.-J. Dresse van Verviers, die ze overdoet aan A.-J. Sauvage, eveneens van Verviers. In 1856 wordt ze gekocht door baron O. de Loë de Mheer, en in 1893 komt ze via een openbare verkoop in bezit van baron L. de Potesta de Waleffe. De gebouwen zijn op dit ogenblik sterk vervallen. De familie de Potesta de Waleffe vat de restauratie en herbouw aan, die zoals aangeduid op de gevelsteen in het poortgebouw, voorzien van de wapens van de familie, in 1910 voltooid is. Het huidige uitzicht van de voormalige commanderie dateert grotendeels uit deze periode: het woongedeelte wordt met een vleugel en een toren in zuidoostelijke richting uitgebreid, de aansluitende stalvleugel wordt grondig verbouwd en de begin 17de-eeuwse vleugel aan de zuidoostelijke zijde van het erf wordt afgebroken en vervangen door het huidige poortgebouw, zodat de huidige toegang tot het kasteel naar de tegenoverliggende zijde van de oorspronkelijke noordwestelijke toegang verplaatst wordt; de inrijpoort in deze noordwestelijke vleugel wordt gedicht.
Door huwelijk komt het kasteel in 1952 in het bezit van de familie Ferretti di Castelferretto.
Beschrijving
De gebouwen liggen U-vormig gegroepeerd rondom een binnenplaats, temidden van een park met een aantal vijvers, waarin sinds ccirca 1885 een forellenkwekerij wordt gehouden. Deze vijvers worden gevoed door de bronnen van de Voer, die in het park ontspringt. Over deze bron is een klein gebouw opgericht met in het fronton de wapenschilden van grootmeester J.-G. von Amspringen, grootcommandeur E.G. von Bocholtz en de plaatselijke commandeur baron Ferdinand von Rolshausen, met de datering 1666. Het bakstenen gebouwtje is afgewerkt met kalkstenen hoekbanden en een rondboogvormige ingang in een rechthoekige kalkstenen omlijsting met sluitsteen, geflankeerd door kalkstenen pilasters.
De oprit loopt doorheen het park via een brug naar het ten zuidoosten van de binnenplaats gelegen poortgebouw.
Het oorspronkelijke gedeelte van het woonhuis is de L-vormige vleugel in de noordhoek, drie en vier traveeën, met souterrain en twee bouwlagen onder schilddaken (leien), met dakkapellen. Op de noordhoek, aan de buitenzijde van het erf, een vierkante toren, eveneens op souterrain, van twee en een halve bouwlaag onder een ingesnoerde naaldspits met peervormige bekroning (leien). Het gebouw dateert - ondanks een aantal plaatselijke aanpassingen en restauraties (toren) uit het derde kwart van de 17de eeuw - van de bouwcampagnes van de commandeurs Quaedt de Beeck en von Rolshausen zu Butgenbach. Bakstenen gebouw op een hoge bakstenen sokkel, voorzien van gesmeed ijzeren S-vormige muurankers. Kalkstenen hoekbanden en dito waterlijst aan de sokkel. Geprofileerde mergelstenen kroonlijst; mergelstenen steigergaten en waterlijst eronder. Kruis- en kloosterkozijnen in een kalkstenen omlijsting met negblokken en sponningbeloop, het benedengedeelte voorheen beluikt (duimen); bakstenen ontlastingsbogen. Het portaal bevindt zich in het noordoostelijke gedeelte: rondboogdeur in een rechthoekige, geblokte, kalkstenen omlijsting met geprofileerde tussendorpel en driehoekig fronton. Een dubbele, gebogen kwartslagtrap leidt naar het bordes; het kalkstenen bordes en de gesmeed ijzeren balustrade van de trap zijn versierd met de kruisen van de Duitse Orde. In het souterrain bevindt zich een lage deur met oorspronkelijk van spijkers voorzien houtwerk.
Het aanleunende gebouw links, evenals de hierop aansluitende vierkante toren dateren van de heropbouw door de Potesta de Waleffe, uit begin 20ste eeuw. Het gebouw telt vier traveeën en twee bouwlagen met souterrain onder schilddak, de toren drie bouwlagen met souterrain onder tentdak; beide zijn opgetrokken in de stijl van het oorspronkelijke woonhuis en met gebruik van dezelfde elementen.
De kleine, op een hardstenen pijler in het water rustende erker tegen de achtergevel dateert eveneens uit deze periode.
In de zuidwestelijke zijgevel gebeurden een aantal aanpassingen, onder meer het dichten van verschillende muuropeningen.
Aan de noordwestelijke zijde van de binnenplaats bevindt zich een tweede, woonhuis, uit de tweede helft van de 17de - begin 18de eeuw. Dit was het oorspronkelijke poortgebouw, dat door commandeur P.E. von Eltz (1715-1722) wordt voorzien van een monumentale, barokke rondboogpoort in rechthoekige, geblokte omlijsting met driehoekig fronton en voorafgegaan door een brede brug; deze poort wordt bij de restauratie van het gebouw begin 20ste eeuw verwijderd, de ingang wordt gedicht. Breedhuis van vijf traveeën en anderhalve bouwlaag onder zadeldak (leien) met dakkapellen. Bakstenen gebouw voorzien van gesmeed ijzeren, S-vormige muurankers. Vensters zoals in het woonhuis. Twee rechthoekige deuren in een geblokte kalkstenen omlijsting, voorzien van een rechthoekig, getralied kalkstenen bovenlicht.
De zijgevels zijn krulgevels, afgewerkt met mergelstenen afdekking, rolwerk en waterlijsten.
De achtergevel heeft een bakstenen muizentandfries onder de dakrand. Kloosterkozijnen en kleine, rechthoekige vensters als in de voorgevel. De deur is van recentere datum en vervangt de hogervermelde, thans gedichte rondboogpoort.
De zuidwestelijke stalvleugel dateert waarschijnlijk uit dezelfde periode als het woonhuis. Langgestrekt gebouw van één bouwlaag onder zadeldak (leien), aan de zuidoostelijke zijde voorzien van een lage, vierkante toren onder tentdak (leien). De muuropeningen -staldeuren en kleine vensters- zijn rechthoekig in een kalkstenen omlijsting met negblokken. Twee laadvensters.
Het tegenoverliggende stalgebouw werd begin 20ste eeuw ingrijpend gewijzigd, zodat het oorspronkelijke uitzicht moeilijk te achterhalen is. De muuropeningen der bovenverdieping zijn recent, de poorttravee rechts is door een bouwnaad van de rest van het gebouw gescheiden. De hardstenen rondboogpoort is eveneens recent. De muuropeningen der benedenverdieping zijn zoals die van het tegenoverliggende stalgebouw.
In de noordwestelijke zijgevel bevindt zich het wapenschild van commandeur Ferdinand von Rolshausen zu Butgenbach (1666).
Het poortgebouw dateert uit 1910, met hergebruik van een paar oorspronkelijke elementen. Bakstenen gebouw onder zadeldak tussen getrapte zijgevels, voorzien van een houten, met leien beklede torenconstructie, en aan de buitenzijde op elke hoek geflankeerd door een bakstenen toren onder tentdak. Beide poorten zijn recent; origineel zijn de voorheen beluikte vensters in geprofileerde kalkstenen omlijsting met negblokken. In het fronton aan de buitenzijde een gevelsteen met wapenschild en opschrift: RESTAURATUM/ MCMX, eronder een (recente) gevelsteen met opschrift: ORDINIS TEUNON. CASTELLUM/ ANNO MDCXV AEDIFICATUM.
Bron: SCHLUSMANS F. 1992: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kanton Voeren, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14n2, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Schlusmans, Frieda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Omvat
Hoogstamboomgaard
Is gerelateerd aan
Veekeringen van meidoorn
Is deel van
Sint-Pieters-Voeren
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Commanderie van de Duitse Orde [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/37914 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.