is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hoeve De Nieuwe Kam
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als beschermd monument Hoeve De Nieuwe Kam
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hoeve De Nieuwe Kam
Deze vaststelling was geldig van tot
De Nieuwe Kam illustreert de evolutie van een rijker burgerhuis tot een middelgrote semi-gesloten vierkantshoeve met 19de-eeuwse stallen, aangepaste, oudere langsschuur en een rond 1900 te dateren brouwerij, achtereenvolgens in gebruik als stokerij (circa 1800-1876) en als brouwerij (1900-1926). Daarvan bleven de monumentale schouw, eest, koperen filterkuip en afkoelbak bewaard.
Ten zuidwesten van het plein ligt de Nieuwe Kam, wellicht zo genoemd om een onderscheid te maken met de verderop, aan de overzijde van de straat gelegen Oude Kam, de oudere banbrouwerij (1742) van de heren van Gooik. Precieze gegevens omtrent ontstaan of bouwheer zijn niet bekend. De bouw als rijker burgerhuis annex boerderij dient, in tegenstelling tot wat het op de sluitsteen 'geschilderde' jaartal 1711 aangeeft, hoogst waarschijnlijk omstreeks 1755 gesitueerd. Deze datum stemt beter overeen met de stijlkenmerken en wordt tevens in 1950 door A. Baeyens in zijn publicatie over het Brabantse burgerhuis in de 17de en 18de eeuw naar voren geschoven. Naar verluidt werd de Nieuwe Kam begin 19de eeuw aangekocht door Jacques Walravens, voordien eigenaar van de Oude Kam. Hij installeerde er een stokerij die tot 1876 in werking bleef. In de periode 1900 – 1926 was er een brouwerij gevestigd waarna het complex nog uitsluitend dienst deed als boerderij. Later werd het omgevormd tot bistro.
Deze semi-gesloten, bakstenen vierkantshoeve bestaat uit een langs de straat gelegen woonhuis met annexen (noord), een stalvleugel (west), een kleine langsschuur en een losstaande brouwerij (zuid). De diverse volumes omlijnen een gekasseid erf, van op de straat toegankelijk via een gekasseide oprit en een smeedijzeren hekken. Aan de straatzijde wordt het woonhuis voorafgegaan door een voortuintje met ligusterhaag en twee taxusmassieven.
Het woonhuis met witgeschilderde voorgevel en gecementeerde plint is opgevat als een éénlaags boerenburgerhuis van acht traveeën onder een mansardedak (natuurleien) met sober geprofileerde daklijstbalkjes en drie houten dakkapellen met Louis XV-detaillering. Twee ervan zijn beluikt, het derde is opengewerkt met een zesdelig venster. De asymmetrische gevelordonnantie wordt bepaald door vijf voormalige kruisvensters, een kloosterkozijn - allen oorspronkelijk beluikt - en een steekboogdeur met getralied bovenlicht in een rechthoekige omlijsting van negblokken en een bekronende druiplijst met het geschilderd jaartal 1711 op de sluitsteen. Stilistische kenmerken zoals de steekboogdeur en het mansardedak pleiten voor een datering omstreeks 1755. De erfgevel is opengewerkt met recentere lichtopeningen en een traditionele rondboogdeur in een omlijsting van arkose met typerende rastervormige bekapping. Rechts van de woning bevindt zich een eenlaagse uitbreiding met zadeldak (rode handvormpan) en twee beluikte vensters aan de straatkant.
Bij de herinrichting tot bistro bleef de indeling met dwarsgang, vier grote kamers aan de straatkant en drie ondiepe ruimten aan de erfzijde alsook de dragende structuur van moer- en kinderbalken en kapspanten bewaard. Ook de overwegend 19de-eeuwse binnenafwerking met onder meer oude rode tegelvloeren, decoratieve cementtegelvloeren, een marmeren schouw, een dubbele paneeldeur en een bescheiden balustertrap bleef behouden. Opmerkelijk is de ruime kelder met hardstenen trap, bakstenen vloer en overkapping met vier tongewelven.
Links van het woonhuis bevindt zich een éénlaags, rechthoekig bijgebouw (circa 1800) met asymmetrisch zadeldak (rode handvormpan) met muurvlechtingen en rechthoekige muuropeningen in een hardstenen omlijsting. Het omvat het bakhuis met bakstenen en hardstenen bevloering, troggewelven en uiteraard de bakoven. Het middelste gedeelte is onderkelderd. Aan de westzijde wordt het erf belijnd door de haaks op de straat ingeplante 19de-eeuwse stalvleugel met zadeldak (rode mechanische pan) en respectievelijk opengewerkt met rechthoekige en halfronde openingen. De ruimten zijn voorzien van bakstenen gewelven op metalen liggers en een bevloering in kasseien (paardenstal) of baksteen (koe- en varkensstal). De hardstenen voederbakken zijn nog aanwezig.
Een kleine oudere langsschuur met op houten schoren rustend, doorgetrokken zadeldak (rode handvormpan) en een grote rechthoekige poort met houten latei en korfbogige ontlasting begrenst het erf aan de zuidzijde. De drie spanten rusten op de overlangse lage muur die de tasruimte van de dorsvloer scheidt. Ernaast bevindt zich de voormalige brouwerij, een vrijstaand rechthoekig volume met pannen zadeldak en bakstenen troggewelven op I-liggers en steekbogige muuropeningen met metalen schrijnwerk. De monumentale schouw, eest, koperen filterkuip en afkoelbak zijn nog aanwezig.
Bron: Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier DB002207, Drie monumenten in de dorpskern.
Auteurs: Paesmans, Greta
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Gooik
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hoeve De Nieuwe Kam [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/39146 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.