Diephuis in laat-barokstijl genaamd "den Peerboom", op de hoek van Hoogstraat en Stoofstraat, heropgebouwd als gildehuis van de Timmerlieden in 1704. Dit ambacht had het pand, toen voorzien van houten gevels, in 1612 aangekocht om het als "camer" te gebruiken. Zoals het jaartal op de voorgevel aanduidt, lieten de timmerlieden het pand In 1704 volledig heropbouwen. In 1735 kwamen de schrijnwerkers hen hier vervoegen. Beide ambachten namen in 1756 hun intrek in het huis "Rodenborch" aan de Grote Markt.
Markant hoekhuis van vier bij vier traveeën en drie bouwlagen, onder een afgesnuit zadeldak (nok loodrecht op de Hoogstraat, leien). De bepleisterde en beschilderde lijstgevel met een pui uit blauwe hardsteen, onderscheidt zich door een sterke skeletstructuur gevormd door waterlijsten en lisenen, laatstgenoemde met kwarthol geprofileerde dagkanten. De symmetrische pui met hardstenen pijlers, in 1971 opengebroken voor een winkelpui, is in 2005 gereconstrueerd. De rechthoekige inkomdeuren met geprofileerd beloop in de uiterste traveeën, worden bekroond door een getoogd bovenlicht onder een gebogen waterlijst op gestrekte uiteinden, opgevangen door stafwerkconsoles en voluten. De bovenbouw is opgebouwd uit registers van rechthoekige vensters, vanaf driezijdige, door casementen ingediepte borstweringen, waarop geprofileerde lekdrempels. Op de eerste verdieping zijn de casementen gevuld met beschilderde, gebeeldhouwde reliëfs in barokstijl, die scènes verbeelden uit het leven van de Heilige Jozef patroon van de timmerlieden, geflankeerd door lelies. Het betreft van links naar rechts de het Huwelijk van Maria en Jozef, de Vlucht naar Egypte, de Heilige Familie, en Sint-Jozef en Jezus als Timmerlieden. Zij worden toegeschreven aan de beeldhouwer Cornelis Struyf en zijn te dateren in 1731. De middenas wordt bekroond door een dakvenster met vleugelstukken, oren, guirlandes en siervazen, onder een gekornist, driehoekig pseudo-fronton; rondboogvenster in een geriemde omlijsting met imposten en balkgat in een loofwerkmedaillon. Het dakvenster doorbreekt het hoofdgestel, waarvan de fries met casementen in de middenas het jaartal “M.D.C.C.I V” draagt, afgewerkt door een gelede waterlijst en een gekorniste, geprofileerde, houten kroonlijst op trigliefconsoles met schelp. Bepleisterde en beschilderde zijgevel verankerd door smeedijzeren muurankers en afgewerkt met een geprofileerde kroonlijst, in de 19de eeuw volgens een getrapte ordonnantie ingedeeld door blindnissen en vensters met lekdrempel. Achtergevel: bepleisterde en beschilderde puntgevel.
- Stadsarchief Antwerpen, foto GP#54.