Hoeve zogenaamd "Hof ter Watervliet", naar verluidt heropgebouwd in 1921; teruggaand op de regionale hoevebouw, zie opstelling: losse, L-vormige opstelling van boerenhuis (nokrichting parallel aan de straat) en stalvleugel, respectievelijk ten zuidoosten en ten noordoosten van verhard erf met vaalt voor stalgebouw; zuidelijke erfoprit gemarkeerd door kastanjebomen en kleine wegkapel; aanplanting: siertuintje met perelaars aan straatzijde en rechts van huis; boomgaard ten noordoosten van het hof; erf met centraal grasperk, beschaduwd door notelaar; materialen: verankerde, gele baksteenbouw; Vlaamse en mechanische pannen voor zadeldaken, tweemaal onderbroken en voorzien van klimmende dakkapel bij het boerenhuis; bakstenen luchtkokers ter hoogte van stallingen; "traditiegebonden" houtwerk zie luiken, kleine roedeverdeling onder meer in bovenlichten; strekse lateien bij de rechthoekige vensters, getoogde staldeuren, rondboogdeuren en korfboogpoorten; bakstenen lekdrempels bij stalvensters; streekeigen bouwelementen: vensters van boerenhuis, aan straatzijde en rechter zijgevel voorzien van korfbogige ontlastingsboog; oculus boven erfzijdedeur; indeling: boerenhuis van het langgestrekte type zie links dwarsschuur, aardappelkelder, wagenhuis, paardenstal en rechts woonhuis; laatst genoemde met een twee traveeën tellende opkamer over hele diepte van het huis, zie onder meer getralied keldervenster in rechter zijgevel; stalvleugel met rechts aanleunend bakhuis onder lager zadeldak. Recente loods ten oosten van het erf.
Bron: DELEPIERE A.-M., HUYS M. & LION M. 1987: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Ieper, Kanton Ieper, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 11n1, Brussel - Turnhout. Auteurs: Delepiere, Anne Marie; Huys, Martine Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)