Traditioneel diephuis genaamd “Sint-Jacop”, van twee traveeën en vier bouwlagen onder een zadeldak (nok loodrecht op de straat, pannen), uit het vierde kwart van de 16de eeuw of de eerste helft van de 17de eeuw. Juffrouw A.M. Thibaut liet in 1851 de vensters van de tweede verdieping verlagen, in 1852 een winkelraam aanbrengen, en in 1859 de vensters van de derde verdieping verlagen. Deze laatste ingreep werd uitgevoerd door de aannemer-bouwmeester Corneille Joseph Kennes.
De gedecapeerde trapgevel van zes treden met overhoeks topstuk, is opgetrokken in bak- en zandsteenbouw met speklagen, verankerd door smeedijzeren muurankers. Op de bovenverdiepingen, registers van aangepaste rechthoekige bovenvensters met hardstenen lekdrempel. Het betreft vroegere kruiskozijnen waarvan de kwartholle negblokken, tweedelige latei en wigvormige ontlasting bewaard zijn. De tweeledige geveltop, oorspronkelijk gemarkeerd door een omlopende waterlijst, wordt in het eerste register geopend door een drielicht. Dit laatste is samengesteld uit een lager geplaatst, rondbogig middenluik met kwarthol beloop, diamantkopimposten en -sluitsteen, tussen gedichte, rechthoekige zijvenstertjes met kwartholle negblokken. Rechthoekig luikje in de topgeleding. Verbouwde pui. Achtergevel: bepleisterde puntgevel met aandak, vermoedelijk opgetrokken in bak- en zandsteenbouw verankerd door smeedijzeren muurankers; mogelijk aangepaste vensterordonnantie met centraal rechthoekige tweelichten en een luik in de top.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1851#221, 1852#472 en 1859#209; foto FOTO-OF#6806.