is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hotel Kreglinger-Walther
Deze vaststelling is geldig sinds
Herenhuis in eclectische stijl met neorenaissance-inslag, naar een ontwerp door de architect Joseph Hertogs uit 1894. Opdrachtgever was Emilia Kreglinger-Walther (1827-1905), weduwe van Gustave Kreglinger (1817-1893), met wie zij in 1869 in het huwelijk was getreden. Eerder was Emilia Walther gehuwd met de oudste broer van Gustave, Theodore Paul Kreglinger (1810-1867), met wie zij drie kinderen had, Charles (1851-1907), Elvire (1854-1933) en Paul Kreglinger (1856-1916).
Als vijfde zoon van Georg Friedrich Kreglinger, behoorde Gustave Kreglinger tot de tweede generatie van het in oorsprong Duitse handelaars- en bankiersgeslacht te Antwerpen. De broers Georg Friedrich (1765-1821) en Christian Emmanuel Kreglinger (1771-1813), afkomstig uit Karlsruhe, richtten in 1797 de handelsfirma G. & C. Kreglinger op, gevestigd in het vroegere gildehuis “Spaengien” op de Grote Markt. Actief in de import en handel van wol, schaapsleder, tabak en koffie, kende het bedrijf naar het einde van de 19de eeuw toe een wereldwijde expansie met vestigingen in Latijns-Amerika, Australië en Nieuw-Zeeland. In 1870 kocht Gustave Kreglinger in de Warandestraat een landhuis, dat hij in 1871 en 1872 met twee vleugels liet uitbreiden. Na zijn overlijden in 1893, werd het pand gesloopt en het perceel in drie opgesplitst. Daarvan behield de weduwe Kreglinger-Walther het rechter gedeelte, voor de bouw van haar nieuwe hotel naar ontwerp van Joseph Hertogs. Na de Tweede Wereldoorlog kwam het hotel in het bezit van de arts en kunstverzamelaar Ludo van Bogaert (1897-1989), hoofd van het Born-Bunge Instituut, en ‘lijfarts’ van Koning Boudewijn. Het werd in 1997 aangekocht door de Provincie Antwerpen.
Het hotel Kreglinger-Walther maakt deel uit van het relatief vroege oeuvre van Joseph Hertogs, die als een van de meest succesvolle architecten in Antwerpen geldt, actief van omstreeks 1885 tot zijn overlijden in 1930. Zijn loopbaan in dienst van de vermogende, overwegend liberale mercantiele burgerij, leverde een vijfhonderdtal woningen en openbare gebouwen op. Deze evolueren van eclecticisme en neorenaissance, naar een klassiek geïnspireerde beaux-artsstijl. De bouw van het hotel Kreglinger-Walther volgde op het verdwenen Zeemanshuis uit 1890-1891 aan de Ankerrui, en de synagoge Shomre Hadass uit 1891-1893 in de Bouwmeestersstraat. Uit dezelfde periode dateert het naar stijl en materiaalgebruik verwante hotel Randel in de Sterstraat. Op de omringende percelen ontwierp Hertogs tijdens de jaren 1890 nog drie herenhuizen: in 1892 het hotel weduwe Emile della Faille-Van Eersel (gesloopt), in 1896 het aanpalende hotel Charles Good, en in 1899 het hotel Peter Fuhrmann (gesloopt), in 1907 gevolgd door het hotel Léon Van den Bosch, alle in neorococo- of neorégencestijl. Omstreeks de eeuwwisseling, zijn rijpe periode, vermengde de architect diverse neostijlen tot een eclectisch idioom, en drukte met monumentale bouwwerken als het Hansahuis op de hoek van Suikerrui en Ernest Van Dijckkaai zijn stempel op het Antwerpse stadsbeeld.
Met een gevelbreedte van vier traveeën omvat de statige rijwoning een souterrain en drie bouwlagen onder een zadeldak. De lijstgevel heeft een parement uit geel baksteenmetselwerk in koppenverband, met overvloedig gebruik van blauwe hardsteen voor de pui, kordons, speklagen, vensteromlijstingen en consoles, en witte natuursteen voor de bewerkte fries en borstweringen. Geleed door kordonvormende lekdrempels, pui- en waterlijsten, beantwoordt de opstand aan een drieledig schema. Dit laatste is opgebouwd uit een geboste pui met plint, een sterk geaccentueerde eerste verdieping en een lagere tweede verdieping, met registers van rechthoekige deur- en vensteropeningen. Aediculavensters met Ionische zuilen op acanthusconsoles, een entablement met diamantkoppen, een driehoekig fronton, en een schelpmedaillon op de borstwering, markeren de eerste verdieping. Portaal en bendenvensters zijn gevat in geriemde omlijstingen met sluitsteen, de vensters van de tweede verdieping in een entablement met pilasters en voluutconsoles. Het klassieke hoofdgestel onderscheidt zich door een met spiraalranken versierde fries, een centrale rolwerkcartouche, en een boven de twee middentraveeën gekorniste, houten kroonlijst met metopen en modillons, tandlijst en uitgelengde consoles. Het gevernist houten schrijnwerk van de bewerkte inkomdeur, en de vensters is bewaard, evenals het smeedijzeren traliewerk van het souterrain en de gietijzeren voetschraper.
De plattegrond is georganiseerd rond de zijdelings ingeplante traphal in het verlengde van de vestibule, met een witmarmeren trap en een smeedijzeren trapleuning. Op de begane grond flankeert de antichambre de gebruikelijke enfilade van ontvangstvertrekken, samengesteld uit het salon in Franse stijl, de eetkamer in neo-Vlaamserenaissance-stijl met schouw en kleurrijk beschilderde balkenzoldering, en de veranda met terras. De eerste verdieping omvat twee vertrekken aan de straatzijde en één aan de tuinzijde. Oorspronkelijk bood het souterrain ruimte aan de keuken.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Koningin Elisabethlei
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hotel Kreglinger-Walther [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/7055 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Antwerpen
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.