Resten van het voormalige agnetenklooster, ook Groot Klooster genaamd, dat het volledig stadskwartier tussen de Sionstraat, de Monseigneur Koningsstraat en de wallen in beslag nam (Ferrariskaart, 1771-77).
HISTORIEK
Het agnetenklooster werd opgericht in 1429 en was oorspronkelijk binnen het begijnhof gelegen, buiten de wallen, tussen de Bleumer- en Hepperpoort; beide gemeenschappen maakten gebruik van dezelfde kapel, toegewijd aan Sint-Agnes.
Het was een regulier klooster dat de regel van Sint-Augustinus volgde. Begijnhof en klooster werden in 1482 door Luikse soldaten van Jean de Hornes (van Horn) in de as gelegd, tijdens de burgeroorlog tussen de de la Marcks en de van Horns. De zusters vluchtten naar Susteren.
In 1483 lieten de agneten hun klooster en kerk buiten de wallen afbreken, samen met het begijnhof, omdat dit te gemakkelijk te gebruiken was als bolwerk tegen de stad, en in 1485 werd begonnen met de bouw van een nieuw klooster binnen de stadswallen, op deze plaats in de Sionstraat. Door de burgeroorlog lagen de bouwwerken stil van 1488 tot 1493; in 1494 was het koor van de kerk voltooid, in 1530 de cellen van de zusters. In de eerste helft van de 16de eeuw werden voorts een stuk stadsmuur met uitkijk- en verdedigingstoren gebouwd, een ziekenhuis, een spinhuis en een hekelhuis.
Het klooster werd in 1797 door de Fransen opgeheven en in 1799 verkocht samen met de hoeve, aan advocaat J.G. Smeets van Maaseik. Er werd een militaire infirmerie in opgericht, die nog functioneerde in de Nederlandse tijd, en verdween bij de Belgische onafhankelijkheid.
BESCHRIJVING
Van het klooster bleef alleen de schuur in haar oorspronkelijke vorm bewaard, thans gelegen achter nummer 7.
Achter het huidige nummer 15 lag de kloosterkerk; ten noorden van de kerk sloot het kloosterpand op haar noordgevel aan. De functie van nummer 15, gelegen aan de Sionstraat, is niet duidelijk, maar het was oorspronkelijk een groter gebouw (Atlas van de Buurtwegen, 1845).
Het huidige nummer 17 is thans van de straat afgescheiden door zijn tuin; dit was de voormalige infirmerie, die deel uitmaakte van de oostvleugel van het kloosterpand. Beide gebouwen zijn sterk aangepast in de tweede helft van de 19de eeuw.
Bakstenen gebouwen onder mansardedaken (leien). De oorspronkelijke elementen zijn de smeedijzeren muurankers met krullen, een aantal hergebruikte kalkstenen omlijstingen, en twee rondboogdeuren: één in de straatvleugel en één in de tuinmuur. De eerste is een rondboogdeur (17de eeuw) met geprofileerd beloop in een rechthoekige kalkstenen omlijsting met negblokken en op de sluitsteen een gestileerd bloemmotief; de tweede is een rondboogdeur (eind 17de eeuw) in een rechthoekige kalkstenen omlijsting met uitspringende panelen op de zwikken en sluitsteen.
De mergelstenen kloostermuur bleef nog gedeeltelijk behouden aan de zijde van de Koningin Fabiolalaan.
- BOONEN M., Huisnamen te Maaseik, 1980, p. 91.
- DELFOSSE J., Het Sint-Agnetenklooster te Maaseik (1429-1550), Leuven, 1968.
- JANSSEN R. in: Maaseik. Ontstaan en groei van een grensstad, Antwerpen, 1994, p. 277, 279.
- HANSON M. in: Maaseik. Ontstaan en groei van een grensstad, Antwerpen, 1994, p. 313.
- MERSCH G. in: Maaseik. Ontstaan en groei van een grensstad, Antwerpen, 1994, p. 98-147, 168-171.
- PERSOONS E., Prieuré de Sainte-Agnès, à Maaseik, in Monasticon belge, Liège, 1976, p. 283-291.
- SCHROE E., Inbeslagneming en verkoop van goederen in het Kanton Maaseik tijdens de Franse overheersing (1795-1814), Katholieke Universiteit te Leuven, Leuven, 1955.