Voormalige ballonloods van de luchtvaartkazerne "Serge Eckstein", opgericht circa 1922 voor de opslag en het herstel van ballons en zeppelins.
Bij de oprichting in het begin van de jaren 1920 besloeg de kazerne enkel terreinen op grondgebied Zellik, in 1923 werd ze verder uitgebreid naar het noorden grondgebied Relegem. Het zuidelijke deel gelegen op Zellik, werd "kamp" of "zone A" genoemd, het noordelijke deel op Relegem was het zogenaamde "plein" of "zone B". Kamp en plein met een totale oppervlakte van meer dan 23 hectare, werden gescheiden door de Schapenbaan die ook de grens vormde tussen Relegem en Zellik. De betreffende loods is gelegen in het uiterste zuiden van de Relegemse kazerneterreinen, nabij de spoorweg Brussel-Dendermonde en werd als monument beschermd bij Besluit van 15 mei 2000.
De eerste gebouwen voor de luchtmachtbasis werden opgericht in de periode 1921-1922 en lagen in het zuidelijke deel van de latere kazerne, grondgebied Zellik. Ze dienden voornamelijk voor het herstellen en het vervaardigen van vliegtuigen en aanverwante. Ofschoon de eerste gebouwen in gebruik werden genomen in 1922, kreeg de kazerne in 1924 haar huidige benaming naar Serge Eckstein, Kapitein-Commandant van het Belgische leger, die als militaire ballonvaarder op verkenning werd neergeschoten boven Passendaele op 5 oktober 1918. In de jaren 1930 werd hier ook de School van het Militaire Vliegwezen gevestigd. Tijdens het interbellum groeide de kazerne uit tot het belangrijkste Belgische centrum voor militair luchtverkeer in het algemeen en voor de militaire ballonvaart in het bijzonder. Ze bezat onder meer de volledige infrastructuur voor het onderhoud, herstel en het oplaten van ballons; naast de nodige loodsen waren er dus ook werkplaatsen en een gasfabriek. De geschiedenis van de militaire ballonvaart eindigde in 1940 bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. De kazernegebouwen werden tijdelijk opgeëist door de Duitse Luftwaffe en op 1 september 1946 opnieuw in gebruik genomen door het Belgisch Leger dat er het Materiaal- en Bevoorradingsdepot oprichtte (MBD); vooral in de jaren 1950 nam de opslagcapaciteit toe en de kazerne ontwikkelde zich tot de enige bevoorrader van de Belgische Luchtmacht; tegelijkertijd werden nieuwe gebouwen opgetrokken en circa 1980 werden nieuwe garages en werkplaatsen gebouwd. In 1996 werd de kazerne definitief gesloten.
Wat betreft de ballonloods wordt als vermoedelijk bouwjaar veelal 1922 aangenomen, niettegenstaande M. De Doncker 1928-1929 vermeldt. De bouwplannen vermelden geen jaar en architect of ingenieur. De luchtballons die er werden opgeslagen werden enkel gebruikt voor strategische en klimatologische waarnemingen en niet voor gevechtsdoeleinden; het waren zogenaamde kabelballons, die door middel van een stalen kabel met een tractor waren verbonden, de observator in de ballonmand hield contact met de begane grond door middel van een telefoon.
De loods, in oorsprong de combinatie van een balkvormig en een kubusvormig volume, ligt in het uiterste zuiden van het Relegemse kazerneterrein en is nu gedeeltelijk ingestort en volledig gestut omwille van het instortingsgevaar. De constructie bestaat uit drie muren en één open wand aan de noordzijde voor het binnentrekken van de ballon; het betreft een stalen skelet met bakstenen vullingen, aan de buitenzijde gecementeerd en versterkt door grote steunberen op zware funderingsblokken. De bewaarde metalen ladder in de zuidoostelijke hoek verleende toegang tot het dak. Inwendig, meer bepaald in de noordwestelijke hoek bleef eveneens een dergelijke ladder bewaard; zij verleende toegang tot de verdwenen passerelle onder het dak. Enkele rechthoekige vensters verhogen de lichtinval. Het verhoogde platte dak met afgeschuinde langszijden bestond oorspronkelijk uit betonplaten in combinatie met heden verdwenen eternitplaten voor de afgeschuinde zijden en wordt gedragen door stalen vakwerkliggers. Inwendig vertoont de loods slechts twee lokalen, de opslagplaats en het atelier, van elkaar gescheiden door een metalen schuifdeur.
De lage constructie die aan de zuidelijke zijde aansluit op de loods diende in oorsprong als onderkomen voor de soldaten die de ballon moesten bewaken en als opslagplaats voor het herstellingsmateriaal.
- Administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten & landschappen, Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg Vlaams-Brabant, Monumenten en Landschappen, Beschermingsdossier.
- DE DONCKER M., Twee eeuwen Relegem, Wemmel, 2002, p. 105-114.
- DECRAMER M., Onderzoek: Industriële archeologie. Dossier: De ballonloods in de Serge Ecksteinkazerne te Zellik, Sint-Lucas, Brussel, Academiejaar 1997-1998.
- SCHOONJANS F., Kijk- en leesboek over Zellik, Zellik, 1976, p. 123.