erfgoedobject

Parochiekerk Sint-Monulphus en Gondulphus

bouwkundig element
ID
80089
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/80089

Juridische gevolgen

Beschrijving

HISTORIEK

Eerste vermelding in 1139 in een pauselijke bulle, uitgegeven bij gelegenheid van de verheffing van de relieken van de patroonheiligen, waarbij de bezittingen van de Sint-Servaasabdij van Maastricht, die Achel in beheer had, werden bevestigd. Ook Sint-Antonius van Padua werd er vereerd. De oorsprong van deze traditie dient gezocht in het voormalige klooster Catharinadal, waar in de kloosterkerk een 18de-eeuws beeld van deze heilige werd bewaard, dat later onderdak vond in de parochiekerk, waar het vooral in de 19de eeuw werd vereerd.

Ongetwijfeld moet er al vóór 1139 een gebedshuis zijn geweest. De toewijding van de kerk aan beide patroonheiligen is van latere datum, daar ze pas in 1039 werden heiligverklaard. Het romaanse kerkje uit de 11de eeuw bepaalde de vorm van het latere gotische koor, dat op de bestaande funderingen werd gebouwd. In 1417, vier altaren: van de Heilige Maria, de Heilige Catharina en Heilige Barbara, Sint-Jan-de -Doper en van Onze-Lieve-Vrouw en Sint-Hieronymus. Circa 1450-60, bouw van een gotische kerk met koor, transept, zijkoren en driebeukig schip van drie traveeën onder doorlopend dakschild, waarbij materialen zouden zijn hergebruikt. In 1558, altaren van Onze-Lieve-Vrouw, het Heilig Kruis, de Heilige Catharina en Heilige Barbara en de Heilige Maria, Hieronymus en Antonius.

Gedurende de 17de en 18de eeuw, aanwezigheid van drie altaren, naast het hoogaltaar: van Onze-Lieve-Vrouw, de Heilige Catharina en Heilige Barbara en van het Heilig Kruis (tijdelijk ook van de Heilige Anna). In 1670 verfraaide pastoor Baken het gebouw. Uitblijven van de toren bij gebrek aan geld; vóór 1753 behielp men zich met een houten klokkenstoel naast de kerk; in 1753-58, bouw van de bakstenen westtoren, naar ontwerp van de architect en aannemer H. Deelen (Mierlo); in 1758, plaatsing van het torenkruis.

Onder het pastoraat van Ph.J. Bungeners uit Maastricht (1756-89), restauratie van de kerk: herstel van de bedaking in 1763-71, vernieuwing van de vensters, dichtmetsen van de vensters achter hoog- en zijaltaren voor de aanbreng van altaarstukken, dichtmetsen van noordingang, inhuldiging van het orgel in 1775.

In 1797, sluiting van de kerk op Frans bevel. Tijdelijk gebruik als paardenstal. In 18O2, openstelling. Onder het pastoraat van N. Kuypers uit Uden (1843-83): blikseminslag op de toren in 1846, waarna herstel; nieuwe bevloering waarbij het niveau verhoogd werd; vervanging van de noordsacristie in 1849 door een ruimere; weer openmaken van de gedichte ramen achter het hoofdaltaar in 1865; stukadoren en witten van de hele kerk in 1866; aanpassing van het oude orgel door de gebroeders Vermeulen (Weert) in 1869; schildering van koor en middenschip door Antwerpse schilders circa 1882; dichtmetsen van de kleine zuidingangsdeur. In 1883-85, nieuwe bedaking van de Onze-Lieve-Vrouwekapel ten noorden en van de zuidkapel. Van 10 mei tot 10 oktober 1886, schildering van de kerk buiten het koor en vergulding van preekstoel en orgel. Eind 19de eeuw, ingebruikname van de weide van het hotel Koeckhofs als kerkhof.

Op 22 augustus 1905, aanbod van een voorlopig ontwerp van een nieuwe kerk door de architecten H. Martens (Stevoort) en V. Lenertz (Leuven). In 1905-11, onder het pastoraat van G.C. Custers, na afbraak van de toren, verlenging van het schip met twee westtraveeën, confer bouwnaad, verbreding van de zijbeuken, hoger optrekken van de zijmuren van deze beuken, waardoor de vensters hoger werden, kappen van doorgangen tussen koor en nevenkoren, alsook herbouw van toren en sacristie, door genoemde architecten; op 25 juli 1908, eerstesteenlegging, confer hardstenen gevelsteen met moeilijk leesbaar Latijns opschrift rechts van de traptoren. Kort daarop, vergroting van het kerkhof, daar een deel ervan werd ingenomen door de verlengde kerk.

In 1912, optrekken van de nu verdwenen kerkhofmuur door Drijvers (Sint-Truiden), leggen van een nieuwe koorvloer en binnenschilderwerken in de gehele kerk door G. Munier (Hannuit). In 1913, openkappen van de twee blinde vensters achter de triomfboog. Op 2 oktober van dit jaar, plechtige inzegening door Monseigneur Rutten; inmetselen van relieken van de Heilige Faustus en Heilige Jucundus in het hoogaltaar en van de Heilige Julianus en Heilige Bonifacius in de zijaltaren. Circa 1924, schilderwerken door kunstschilders uit Luik.

Op 21 juni 1943, door neerstorten van geallieerde bommenwerper in het Ven, beschadiging van de kerk. Van 16 september 1957 tot 16 januari 1958, monochrome schilderwerken door de firma Hector en Wittonck (Lokeren). In 1964 werd het oorspronkelijk rond de kerk gelegen kerkhof naar de Grevenbroekstraat overgebracht. De oude grafzerken van de Achelse geestelijken zijn in de vloer van de afscheidsruimte (1990) aldaar ingewerkt of links en rechts van dit gebouw teruggezet.

Vanaf 17 juli 1978 werd de sacristie verbouwd tot Sacramentskapel. In 1984, algemene restauratie van het exterieur, namelijk voegwerken, vernieuwing van de goten, plaatsen van voorzetramen in polycarbonaat en restauratie van de torenhaan. In mei 1986, verlaging met een meter van de oude orgeltribune, naar aanleiding van de plaatsing van het hoge nieuwe orgel.

Vanaf 1987, vrijlegging door vrijwilligers van oude muurschilderingen in het oostdeel, met rankwerk en vegetatieve versiering (restauratiedossier door Linda Van Dijck), die als basis dienden voor de nieuwe kerkschildering vanaf 1990, ontworpen door de Hasseltse architectengroep Forum. In 1996-97, restauratie-, onderhouds- en herstellingswerken aan noordzijde, onder leiding van architect A. Vandormael (Diest). Nog niet uitgevoerde schilder- en restauratiewerken, naar ontwerp van architect A. Rijcken (Hamont-Achel).

BESCHRIJVING

Georiënteerd gotisch en neogotisch bedehuis. Aan straatzijde van een recent muurtje voorziene baksteenbouw met geprofileerde daklijsten; gebruik van hardsteen voor afzaat van sokkel, afwerking van versneden steunberen, doorlopende waterlijsten, lekdrempels, lateien, deklijsten en afwerking van schouderstukken van geveltoppen, kruisbloemen, afwerking van spitsboogportalen en middenstijlen van sacristievenster; zandstenen afwerking voor steigergaten en hoeken van daklijst van zuidwesttoren; lelievormige ankers aan geveltoppen en sacristie; midden- en zijbeuken voorzien van houten kroonlijsten met ijzeren kruisjes; zadel- en lessenaarsdaken (kunstleien), eeerstgenoemde tussen aandaken en voorzien van vier dakkapellen; smeedijzeren bekroningen onder meer kruisen, bij de toren op bol en met windhaan.

De plattegrond beschrijft een driebeukig schip van vier traveeën met ingebouwde zuidwesttoren, een transept van drie traveeën met twee driezijdige oostsluitingen, en een koor van twee rechte traveeën met dito sluiting, ten zuiden geflankeerd door de voormalige sacristie, waarnaar doorgang, heden respectievelijk winterkapel en sacristie.

Neogotische toren met vier geledingen gescheiden door waterlijsten. Op elkaar gestelde, versneden hoeksteunberen. Spitsboogvensters op onderste drie bouwlagen; derde bouwlaag tevens met drie spitsbogige spaarvelden aan de vier zijden. Twee spitsbogige galmgaten en uurwerk aan alle zijden van de vierde geleding. Ingesnoerde naaldspits (leien) met vier dakkapellen.

Ten westen aangebrachte halfronde traptoren tot halverwege de derde bouwlaag van de toren, onder halfconische bedaking, met lichtgleuven en spitsboogvenstertjes. Spitsbogig zuidportaal met drie kleine dito spaarvelden in het boogveld; getoogde deur met hoekblokken onderaan en bewaard houtwerk met ijzerbeslag.

Gotisch middenschip, lagere neogotische zijbeuken, gotisch transept en koor. Ten westen, spitsboogportaal met in het boogveld een dito nis met stenen Sint-Antoniusbeeld van Thomas Watson op een gehistorieerde console; getoogde deur met hoekblokken, bewaard houtwerk, ijzerbeslag en makelaar met Onze-Lieve-Vrouwebeeldje onder gotisch baldakijntje; bekronend spitsbogig drielicht, oculus en lancetvenstertje in geveltop; rechts van het portaal: bronzen gedenkplaat naar aanleiding van het 850-jarig bestaan van de parochie.

Westaanbouwsel in het verlengde van de noordzijbeuk. Oculi in de middenbeuk. Spitsboogvensters in zijbeuken, transept, koor en oostsluitingen, tussen ritmerende versneden steunberen, overhoeks bij de oostsluitingen. Koor met aflijnende dubbele overhoekse muizentand. Sacristie onder zadeldak (kunstleien), met één dakkapelletje ten zuiden; betraliede rechthoekige vensters, bekroond met spitsbogige spaarvelden; markerende oostschouw.

Volledig bepleisterd en beschilderd interieur. Overkluizing van middenbeuk door middel van houten spitsbooggewelf met decoratieve vierlobbige gewelfsleutels. Basilicale opstand van het schip geritmeerd door geprofileerde spitsboogvormige scheibogen rustend op zuilen met achtzijdige sokkel en dito impost, waarboven colonnetten, voorzien van sokkeltjes en bladwerkkapitelen, die de houten schoren van het gewelf dragen. Halve spitsbooggewelven boven de zijbeuken rustend op geprofileerde kraagstenen. Koor, voorafgegaan door een spitsbogige triomfboog en overkluisd door middel van een beschilderd houten spitsbooggewelf met aansluitend straalgewelf in de sluiting, rustend op kraagstenen en een geprofileerde kroonlijst; monogrammen van Jezus en Jozef en rozetten. Volgens A. Claassen (1971), staat het jaartal 1741 op de oude overkluizing van het koor, datum van een restauratie. Transept voorzien van een gelijkaardig dwars houten spitsbooggewelf en aansluitend straalgewelf in de oostsluitingen.

Mobilair: Schilderijen met de voorstelling van: Jezus aan het kruis, altaarstuk van het voormalige barokke Kruisaltaar dat midden in de kerk stond (17de of begin 18de eeuw); de Hemelvaart van Jezus (begin 18de eeuw) van het voormalige barokke altaar van Heilige Maria en Heilige Barbara; Onze-Lieve-Vrouw met Kind op de maansikkel (18de eeuw ?), mogelijk van het voormalige altaar van Onze-Lieve-Vrouw. Veertien kruiswegstaties, een kopie (1912) van de kruisweg Janssen van de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal van Antwerpen, laatstgenoemde door Louis Hendrix (Peer) en Franz Vinck, geleverd door Karel Beyaert (Brugge); lijsten ervan door beeldhouwer Victor Maréchal (Luik).

Gepolychromeerde houten beelden: van Sint-Rochus (eind 18de eeuw), Sint-Barbara (Kalkar, Meester van Varsseveld, 1480-90, neogotische polycromie), Sint-Antonius van Padua met Kind (tweede helft 17de eeuw - 18de eeuw), laatstgenoemde afkomstig uit het voormalig klooster Catharinadal en te Achel bijzonder vereerd, alsook van Sint-Jozef (1913) en Onze-Lieve-Vrouw (1913) door Thomas Watson; wit en goud beschilderde houten beelden van de Heilige Monulphus en Heilige Gondulphus (borstbeelden van 1733, in de 19de eeuw door Thomas Watson ten voeten uit bijgewerkt); eiken beeld, oorspronkelijk in polychromie, van Onze-Lieve-Vrouw door Thomas Watson (1913); houten Jezus aan het kruis, in 1886 te Gent besteld; kruisbeeld uit de 17de eeuw in de doopkapel, een voormalig triomfkruis.

Eiken biechtstoel (midden 18de eeuw, Luikse rococo); twee eiken binnendeuren in het koor (derde kwart 18de eeuw, Luikse rococo)); eiken sacristiekast, opgesteld in linkerzijbeuk (Luik, derde kwart 18de eeuw).

Neogotisch mobilair: hardstenen hoogaltaar met heden witbeschilderd, eertijds gepolychromeerd eiken retabel van 1876 door Jean-Baptiste De Boeck en Jean-Baptiste Van Wint (Antwerpen), oorspronkelijk met voorstellingen van de Heilige Niklaas, Jozef, Petrus, Paulus, Johannes en Antonius van Padua; Calvarieberg (1914) van messing boven het tabernakel van het hoofdaltaar, door H. Van Gardingen (Eindhoven); eiken banken (1911) en stoelen met knielkussens (1913) door Felix Luycks (Lommel); vier bidstoelen van Victor Maréchal (Luik); van Thomas Watson: dienstaltaar uit voormalige eiken communiebank (1912, circa 1958 aangepast) met beeldjes van de Heilge Juliana van Cornillon en de Heilige Thomas van Aquino, zijaltaren van Sint-Antonius en Onze-Lieve-Vrouw, van Franse steen, marmer en arduin (1912), het eerste met voorstellingen van de verschijning van het Jezuskind aan Antonius en de prediking van de Heilige aan de vissen, het laatste met voorstellingen van de Maria-boodschap en de Aanbidding van de herders, eiken balustrade van de orgeltribune, twee ambi uit voormalige eiken preekstoel (1914, aanpassing van circa 1958) met voorstellingen van de vier evangelisten en voet van hardsteen, twee eiken biechtstoelen (1914) met voorstellingen van de Heilige Augustinus en de Heilige Johannes Nepomucenus, de Heilige Petrus en de Goede Herder, tenslotte een eiken offerblok (circa 1900).

Nieuw orgel (1987-89) met behoud van de waardevolle pijpen uit het eerste orgel (tweede helft 18de eeuw), door de firma Potvlieghe-De Mayer (Ninove-Denderwindeke), met orgelkast van Theo Janssen (Hamont-Achel) en ontwerp van het zaagwerk van Johan de Langhe, ter vervanging van het uit 1908 daterende, in 1912 deels aangevulde en deels vervangen, in 1950 door E. Verschueren uit Tongeren herstelde en omgebouwde orgel van gebroeders Vermeulen (Weert), met orgelkast en balustrade door Thomas Watson naar ontwerp van architect V. Lenertz (Leuven); doopvont van 1761, confer chronogram, met hardstenen voet en kuip, alsook deksel van messing van Jean Casper Bungeneers (Eindhoven); hek van doopvont uit de tweede helft 18de eeuw, van smeedijzer en messing.

Figuratieve glasramen in koor door de firma Stalins (Antwerpen), in 1878 en nadien geplaatst, met voorstellingen van Sint-Monulphus, de profeet Jesaja, de verschijning van Onze-Lieve-Vrouw in Lourdes, de verschijning van het Heilig Hart aan Margareta Maria Alacoque, de boodschap van de engel aan Maria, Johannes de Doper en Sint-Gondulphus; glasramen van de zijkoren (1911 en 1913) met voorstellingen van de Heilige Maria, Antonius en Monulphus, door de gebroeders Den Rooyen (Roermond); twee glasramen (circa 1982) door de Fenestra-ateliers J.W. Van Zijlt, naar ontwerp van de Achelse glazenier André Vanderburght

In de sacramentskapel, recente decoratieve en figuratieve muurschilderingen op basis van oude muurschilderingen, vanaf 1987 vrijgelegd.

Buiten de kerk, aan koorzijde: hardstenen grafsteen met persoonsvoorstellingen (Maasland, circa 1526) van Henrick van Grevenbrouck († 1526) en diens vrouw Everardina Surlet de Chokier, met daarboven een helm met helmteken en dekkleden, verder wapenschilden van Grevenbroek en de families Grevenbroek en Surlet, medaillons met de symbolen van de evangelisten, alsook een onleesbaar omlopend gotisch opschrift (afkomstig uit de voormalige slotkapel Sint-Jan van Binderveld); hardstenen grafsteen van pastoor Guilelmus Bartholomaeus Nivar uit Maastricht († 1760) met blazoen; hardstenen grafkruisen, al dan niet met Christus aan het kruis, doodshoofd, Christusmonogram en zandloper: van Ian Lavkens, schepen van Achel († 1678), Peter Michiels († 1720), Eliesabeta Michiels († 1730), Laurensius Daris († 1732), Peter Daris († 1733) en echtgenote Elisabeth Vervoort († 1695), Bastiaen Borghouts († 1737) en echtgenote Margarita Corstiens (geen jaartal), Gertruyd Smekens († 1751) en haar echtgenoot Matheis Martens van Corteshoven (geen jaartal, alsook van Hubert Poelmans († 1770) en echtgenote Helena Vervoort († 1745); twee ijzeren grafkruisen (19de eeuw).

Aan de noordzijde van de kerk ligt de hardstenen grafzerk van de in Gent geboren Achelse pauselijke zoeaaf en ererijksontvanger van de douane, Frederik-Alfons Van Waesberghe (1850-1922) en zijn in Leende (Nederland) geboren Achelse echtgenote Martina Winters (1861-1949). L. van het wandelpad, bij de ingang van de kerk, liggen enkele hardstenen grafzerken, onder meer die van Arnoldus Baken (1607-94), pastoor van Achel van 1658 tot 1686.

  • Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg Limburg, Cel Monumenten en Landschappen, dossier nr. 386.
  • Archief Afdeling Monumetnen en landschappen-Brussel, plannenfonds Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen, provincie Limburg, Hamont-Achel, parochiekerk Sint-Monulphus en Gondulphus.
  • BUSSELS M., De kerk van Achel, (Verzamelde Opstellen uitgegeven door den Geschied- en Oudheidkundigen Studiekring te Hasselt, 15, 1939, p. 287-298, afbn.).
  • CLAASSEN A., Achel. Achthonderdvijftig jaren kerk en kerkelijk leven 1139-1989, Achel, 1989.
  • CLAASSEN A., Achel in oude prentkaarten, Zaltbommel, 1972., prentkaarten nrs. 1-2, 5, 9-10, 25.
  • CLAASSEN A., Achel, top van Limburg,(De Vlaamse Toeristische Biblioteek, 132, 1971, , p. 9-11, afb. op p. 9.
  • CLAASSEN A., Honderd eeuwen Achel, Achel, 1988, p. 15-6, afb.
  • CLAASSEN A., red., Rond de oude en nieuwe straatbenamingen te Achel, Achel, 1960, p. 29.
  • CREEMERS G. & VAN DE SIJPE L. , De verdwenen burcht van Hamont. Een bijdrage tot de middeleeuwse geschiedenis van de stad Hamont, (Uitgaven van De Geschied- en Heemkundige Kring "De Goede Stede Hamont", 2de r., nr. 2), Hamont-Achel, 1995, p. 11.
  • de BORCHGRAVE d’ALTENA J. , Het kerkelijk meubilair in de Limburgsche kempen, in Verzamelde Opstellen uitgegeven door de Geschied- en Oudheidkundigen Studiekring te Hasselt, 12, 2, 1936, p. 183, 213, afb. 21 op p. 180.
  • DE DIJN C.G., red., Het orgelbezit in de provincie Limburg, in Kunst en oudheden in Limburg, 16, St.-Truiden, 1976, p. 10.
  • DEGEEST M., Ontmoeting met Hamont-Achel, ons stadje vandaag, Hamont-Achel, 2001, p. 116-119, 168-169, 175-176, afbn. op p. 34, 42, 116, 117, 169, 171, 173, afbn. van het nieuwe kerkhof op p. 177.
  • DE JONG D. , De lagere geestelijkheid van Achel tijdens het Ancien Regime, (Het Oude Land van Loon, 18, 1963, p. 165-191).
  • DUSAR A., Limburgs kunstbezit. Van prehistorie tot classicisme, Hasselt, 1970, p. 183, 221.
  • GEUKENS B., Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen. Provincie Limburg. Kanton Neerpelt, Brussel-St.-Truiden, 1977, p. 13-15.
  • HERMANS E., Limburg. Iconografie. Prenten gedrukt voor 1900, Hasselt, 1983, p. 9, afb. 1: lijncliché door J. Malvaux naar P. Bamps.
  • S.N., De Achelse Kapetulie, 10, 3, 1997, p. 19, 30.
  • S.N., Grevenbroeker Echo's, 5, 1993, p. 26-39, afb. op p. 34; 8, 1994, p. 10-28, afbn.
  • S.N., H. Martens, bouwmeester, Stevoort, 1983, p. 20.
  • S.N., Laat-gotische beeldsnijkunst, 1990, catalogus II, p. 17, nr. 21, afb., inventarisnrs. 168-169.
  • S.N., Religieuze neogotiek in de Teutendorpen , (tent.cat.), Neerpelt, 1989, p. 9, 15, 16, 17, 33, 35, 37, 40-55, afbn.
  • VAES J., Louis Hendrix (1827-1888). Peer, passies en portretten, Peer, 2000, p. 95.
  • VAN DE SIJPE L. , Meegedeelde gegevens, Hamont-Achel.
  • VERPOEST L., Architectuurgids neogotiek in België, Antwerpen-Baarn, 1989, p. 103.
  • VERPOEST L., Neogotiek in Limburg, werkdocument 5/001 van Studiedag neogotiek in Noord-Limburg, Lommel, 9 juni 1990, p. 6, 9, 11 (afb.), 13.
  • VISSERS P., Langs Vlaamse wegen - Hamont-Achel, Brussel-Hamont-Achel-Antwerpen, 1992, p. 5-6, 7, afbn.

Bron: PAUWELS D. 2005: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Maaseik, Kanton Neerpelt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 19n2, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Pauwels, Dirk
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Monulphus en Gondulphus [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/80089 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.