Standbeeld van Pieter Paul Rubens (Siegen, 1577-Antwerpen, 1640) door de beeldhouwer Willem Geefs, in brons gegoten door J.G. Buckens, uit 1840-1841, ingehuldigd in 1843.
Het standbeeld van Pieter Paul Rubens, het eerst opgerichte in Antwerpen, kwam tot stand op initiatief van de Société de Sciences, Letters et Arts d’Anvers, die de nodige fondsen verzamelde bij openbare inschrijving. Aanleiding was de tweehonderdste verjaardag van Rubens’ overlijden in 1840. Wegens financiële tekorten, uiteindelijk aangevuld door de Stad Antwerpen, en het niet tijdig gieten van het bronzen beeld, werd op 25 augustus 1840 een voorlopig standbeeld uit gips ingehuldigd, opgesteld op het voormalige Sint-Walburgisplein. Geleverd in 1841, kreeg het bronzen standbeeld pas op 9-10 augustus 1843 zijn huidige opstelling in het midden van de Groenplaats. Hier bevond zich eertijds het kruis van het voormalige Groenkerkhof, bovenop het graf van bisschop Antonius d’Espinosa.
Pieter Paul Rubens, de “Prins der Vlaamse schilderkunst”, wordt voorgesteld als schilder en diplomaat, rechtopstaand, de linker voet vooruit en de rechterarm neerwaarts gestrekt, met een degen rond het middel, de mantel gedrapeerd over de linker schouder, en een schilderspalet aan de voeten. De vierkante sokkel met geprofileerde basis en entablement in neoclassicistische stijl, rust op een afhellend octogonaal voetstuk. Het geheel is uitgevoerd in blauwe hardsteen, aan de vier zijden bezet met verdiepte, wit marmeren platen. De voorzijde draagt in bronzen letters het opschrift: “PETRO PAULO – RUBENS – CIVI OLIM SUO – S.P.Q.A. – SUMPTIB. PUBL. ET PRIV. – P. – MDCCCXXXX”. Oorspronkelijk voorzag het ontwerp van de sokkel in bronzen personificaties van Schilderkunst, Beeldhouwkunst, Graveerkunst en Architectuur, het wapenschild van Rubens en een fries van lauwerkransen, die vanwege ontbrekende fondsen niet werden uitgevoerd. Het voetstuk was aanvankelijk omringd door een later verwijderd ijzeren hek.
- VAN RUYSSEVELT, A. 2001: Stadsbeelden Antwerpen anno 2001. Een gids-inventaris van de beelden en de monumenten, Antwerpen, 42-43.