is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed 18de-eeuwse hoeve
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed 18de-eeuwse hoeve
Deze vaststelling was geldig van tot
Prachtige 18de-eeuwse hoeve gelegen aan de westrand van de dorpskern van Stalhille, bestaande uit drie in U-vorm aan elkaar gebouwde historische volumes van woonhuis (noord), stal (west) en schuur (zuid).
In de eerste helft van de 18de eeuw wordt de hoeve uitgebaat door de familie D'Hoedt; circa 1770 wordt ze in de archieven vermeld als schapenboerderij. De kaart van Ferraris (1771-1778) laat de basisstructuur zien van de U-vormige basisvolumes met centraal op het binnenerf een klein volume, wellicht het bakhuis. Het Primitief Kadasterplan van 1830 geeft dezelfde samenstelling weer, aangevuld met twee kleine volumes in de noordoost- en zuidoosthoeken van het erf. De legger van het kadaster leert dat er in het noordelijke gebouw een rosmolen aanwezig was. Op dat moment is de hoeve eigendom van de erfgenamen van de familie D'Hoedt; in 1845 wordt het eigendom verkocht. In 1863 wordt de rosmolen weggehaald en wordt het zuidoostelijke gebouwtje afgebroken. In 1942 wordt het bijgebouwtje in de noordoosthoek door een nieuw volume vervangen.
Authentieke 18de-eeuwse hoeve met drie witgekalkte, in U-vorm ten westen van een onverhard erf gebouwde hoofdvolumes. Het erf is gelegen ten zuiden van de Kalsijdeweg, door de bocht die de weg daar maakt is de hoeve goed zichtbaar vanaf het noorden. Het erf is toegankelijk aan noordzijde, met een erfoprit met één bewaarde bakstenen hekpijler met hardstenen deksteen en rondbogige beeldnis.
Ten noorden, het 18de-eeuwse boerenhuis van vijf traveeën + twee opkamertraveeën. Witgekalkte verankerde baksteenbouw op gepekte plint, onder pannen zadeldak. Een bouwnaad wijst erop dat de nok van het dak boven het laaghuis oorspronkelijk lager was dan de nok van de opkamer. De langsgevel aan straatzijde is voor wat betreft het laaghuis enkel met twee kleine beluikte vensters geopend, waarvan één betralied; de opkamer is door twee lage steunberen gestut, verder een korfbogig betralied keldervenster en twee grote rechthoekige beluikte vensters met traditioneel schrijnwerk.
Westelijke zijpuntgevel met wellicht vernieuwd rood baksteenmetselwerk, twee kelderopeningen. Oostelijke zijpuntgevel in bruine baksteen met rechthoekig venster met schuifraam met kleine roedeverdeling en laaddeur.
De witgekalkte erfgevel met gepekte plint is ter hoogte van de opkamer tegen de stal aangebouwd; enkel de vijf traveeën van het laaghuis zijn vrij. Deuren in eerste en vierde travee; deur in eerste travee is laag en rechthoekig en heeft een vierkant bovenlicht; de andere deur is segmentbogig en heeft prachtig uitgewerkt classicistisch schrijnwerk met detaillering als oren en een schelpmotief. Rechthoekige beluikte vensters met hardstenen onderdorpel, net als in de zijpuntgevel schuiframen met kleine roedeverdeling.
Interieur van het boerenhuis bevat opmerkelijke elementen. De woonkamer in het laaghuis bewaart twee prachtige 18de-eeuwse ingewerkte buffetkasten met classicistische uitwerking. Plafond, vloer en schouw vernieuwd. Eenvoudige opkamer op kelder met tongewelf en rode vloertegels.
Haaks op het boerenhuis aangebouwd, ten westen van het erf, een witgekalkt stalvolume op gepekte plint. De huidige bewoners vermoeden dat het stalvolume het oudste volume is, en het oorspronkelijke woonhuis. Lage rode baksteenbouw onder pannen zadeldak (Vlaamse pannen) met bakstenen opklimmend dakvenster met laaddeur, aan erfzijde door twee steunberen gestut. Beide langsgevels met kleine segmentbogige en rechthoekige staldeuren en –vensters. De zuidelijke zijpuntgevel stond oorspronkelijk vrij, zie grote korfbogige laaddeur en segmentbogige deur in de muur tussen de hogere, aangebouwde gevel van de schuur.
Ten zuiden van het erf, een L-vormig schuurvolume, aansluitend bij de stal. Witgekalkte baksteenbouw onder pannen zadeldaken. De noordelijke zijpuntgevel van het korte stuk aan westkant, heeft een aandak met muurvlechtingen. Enkelvoudige dwarsschuur met poort onder verhoogde dakoverstek; ten oosten een geïncorporeerd wagenhuis met rechthoekige poort met klinketdeur. In het korte haakse deel eveneens een poort met klinket. Een plank in een deur van de schuur draagt de inscriptie "DESIRE DE VOS 1856", vermoedelijk van een seizoensarbeider.
Centraal op het erf, ten zuiden van het woonhuis, een zomerkeuken met bakoven in aansluitend lager gebouwtje, gevat onder pannen zadeldaken (nok haaks op huis, Vlaamse pannen). Tegen de zuidgevel is een hondenhok aangebouwd. Witgekalkte baksteenbouw met gepekte plinten; rechthoekige muuropeningen met traditioneel schrijnwerk, naast de deur een handpomp. De oven is bewaard, hardstenen vloer.
Ten noorden, twee rood bakstenen volumes onder golfplaten zadeldaken, met de puntgevels naar de straat gericht. Deze gebouwen werden opgericht in 1942 en herbergden de dorsmachines.
Bron: HOOFT E. met medewerking van BOONE B., CALLAERT G., DE BODT V. & SANTY P. 2008: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Jabbeke, Deelgemeenten Snellegem, Stalhille, Varsenare en Zerkegem, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL35, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Hooft, Elise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Kalsijdeweg
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: 18de-eeuwse hoeve [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/88819 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Gemeente Jabbeke
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.