erfgoedobject

Kasteel d'Aspremont-Lynden

bouwkundig element
ID
972
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/972

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Kasteel d'Aspremont-Lynden
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is aangeduid als beschermd monument Kasteel d'Aspremont-Lynden
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is deel van de aanduiding als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Oude kern Rekem
    Deze bescherming is geldig sinds

Beschrijving

Historiek

De oorsprong van het kasteel van Rekem dient gezocht te worden in een Karolingische vesting op deze plaats; in de 14de eeuw is deze vesting vervallen, en wordt circa 1350 vervangen door een ovaalvormige burcht van grote afmetingen; deze burcht wordt bewoond tot 1507 en raakt daarna in verval. In 1597 bouwt graaf Herman d'Aspremont-Lynden een zeer ruim waterkasteel in Maasrenaissancestijl, waarvan het nog bestaande gebouw slechts een deel is. In 1792 wordt het gebouw door de Fransen geconfisceerd, ingericht als hospitaal en als dusdanig gebruikt tot 1795; in deze periode wordt het oorspronkelijke complex grotendeels afgebroken, op de nog bestaande gebouwen na. In 1809 wordt het kasteel in gebruik genomen als bedelaarsgesticht, vanaf 1921 als psychiatrische instelling. Grondige restauratie in 1857.

Beschrijving

Het kasteel is gelegen binnen de omheining van het gesticht, en neemt het volledige stadsgedeelte tussen de Kanaalstraat en Onder De Linden in; thans bereikbaar via de eind-19de-eeuwse administratieve gebouwen aan de zijde van de Groenplaats. Een klein gedeelte van de oorspronkelijke omgrachting, ten zuiden en ten westen, aan de voet van de muren bleef bewaard. Van het oorspronkelijke waterkasteel bleven vier vleugels bewaard, met op elke hoek een toren, gegroepeerd omheen een kleine binnenplaats; de toegang tot het oorspronkelijke complex was onmiddellijk ten noorden van de huidige noordwestelijke toren. De verdwenen gebouwen strekten zich ten noorden en ten oosten van het huidige kasteel uit, zodat de huidige noord- en oostvleugel tussen de andere gebouwen lagen, terwijl alleen de west- en zuidgevels buitenmuren waren, wat thans nog af te lezen is in het gebruik van mergelsteen voor deze muren, terwijl de binnenmuren in baksteen werden opgetrokken.

Binnen de omheining van de psychiatrische instelling bevinden zich bovendien nog de begin 19de-eeuwse hospitaalgebouwen, de directeurwoning uit het begin van de 20ste eeuw, het perron van Rekem en een hoektoren van de eerste omwalling.

De westvleugel is voorzien van twee hoektorens, de noordelijke hoektoren, vijfzijdig, de zuidelijke rechthoekig; zadeldak (leien) met zes mergelstenen dakvensters: kruiskozijnen afgelijnd met een entablement voorzien van medaillons en spiraalmotieven; mergelstenen schoorsteen. De westgevel is een mergelstenen lijstgevel van zeven traveeën en drie bouwlagen op een kalkstenen plint. Horizontale gevelgeleding door de kordon vormende, kalkstenen lekdrempels der vensters. Op de eerste bouwlaag, kleine, rechthoekige vensters in een vlakke, kalkstenen omlijsting met vier licht uitspringende, gebouchardeerde negblokken; op de tweede bouwlaag, kalkstenen kloosterkozijnen met negblokken, en een sterk uitspringende, geprofileerde druiplijst met een gebouchardeerde sluitsteen; op de derde bouwlaag, kalkstenen kloosterkozijnen in een vlakke omlijsting met op regelmatige afstanden geplaatste negblokken; tussen de bovenvensters, op het kordon, spleetvormige, kalkstenen schietgaten. Houten kroonlijst op langgerekte, gesculpteerde modillons; hieronder een licht uitspringende, gesculpteerde, mergelstenen band met dropmotief; tussen de modillons een fries van ruiten en medaillons.

De torens zijn eveneens van mergelsteen, met kalkstenen hoekbanden, plint en kroonlijst, en dezelfde, horizontale geleding als de westgevel. Gebogen tentdak (leien), waarop een vierkant, houten en met leien bedekte constructie, op zijn beurt eveneens door een gebogen tentdak bekroond; fraaie, gesmeed ijzeren windvanen, op de noordwestelijke toren versierd met de tweekoppige adelaar van het Duitse Rijk, op de zuidwestelijke toren met jaartal 1769, tweekoppige adelaar en de leeuw van Rekem; de daken zijn bovendien voorzien van dakvensters en schoorstenen. De benedenvensters zijn zoals die der westgevel; in de noordwestelijke toren bevinden zich op deze bouwlaag een reeks schietgaten met ronde opening in het midden; de twee bovenverdiepingen van de zuidwesttoren hebben muuropeningen zoals in de westgevel, de noordwesttoren is voorzien van kruiskozijnen, afgewerkt zoals de kloosterkozijnen van de westgevel. Halverwege de noordgevel van de noordwesttoren bevinden zich op deze bouwlaag een reeks schietgaten met ronde opening in het midden; de twee bovenverdiepingen van de zuidwestelijke toren hebben muuropeningen zoals in de westgevel, de noordwestelijke toren is voorzien van kruiskozijnen, zie de kloosterkozijnen van de westgevel. Halverwege de noordwestgevel van de noordwestelijke toren loopt de scheiding tussen het mergelstenen en het bakstenen gedeelte van het gebouw; waarschijnlijk sloot hier de omheiningsmuur op het kasteel aan.

De zuidvleugel wordt eveneens door twee hoektorens geflankeerd: de reeds hoger besproken zuidwesttoren, en de zuidoosttoren. Schilddak (leien), voorzien van negen mergelstenen dakvensters. Mergelstenen zuidgevel van negen traveeën en drie bouwlagen, qua opvatting en afwerking zoals de westgevel. Kalkstenen kruiskozijnen op de bovenverdieping, op de benedenverdieping kalkstenen bolkozijnen met gebouchardeerde, uitspringende negblokken. De zuidoosttoren heeft een bedaking met dakvensters en schoorsteen; de zuidgevel is voorzien van kruiskozijnen, de oostgevel van kloosterkozijnen.

De noordvleugel is afgedekt met een zadeldak (leien) met dakkapellen. De huidige ingang bevindt zich in de noordgevel; de beide hoektorens zijn hier opgevat als sterk uitspringende hoekrisalieten, die de centraal geplaatste ingangspoort flankeren; baksteenbouw van twee traveeën (noordgevel van de noordoostelijke hoektoren) + één travee (westgevel van de noordoostelijke hoektoren) + drie traveeën (noordgevel) + twee traveeën (oostgevel van de noordwestelijke hoektoren) + twee traveeën (twee bakstenen traveeën van de noordgevel van de noordwestelijke hoektoren), en twee bouwlagen; sterk verhoogde begane grond, met hoge, kalkstenen plint, behalve aan de noordoostelijke hoek van de rechtse hoektoren; gesmeed ijzeren muurankers met krullen. Kalkstenen hoekbanden en kordon vormende, kalkstenen lekdrempels. Houten kroonlijst op geprofileerde, houten modillons, met eronder een licht uitspringende, mergelstenen band. Vensters (kruis- en kloosterkozijnen) zoals hoger beschreven; indien deze muuropeningen niet met druiplijsten zijn afgewerkt, zijn ze voorzien van een ontlastingsboog van twee rollagen. Het portaal is rondboogvormig, in een geblokte en gebouchardeerde, rechthoekige omlijsting van hardsteen; zwaar entablement met trigliefen- en met open fries, bekroond door een geprofileerde druiplijst; hardstenen pui met dubbele kwartslagtrap. De noordoostelijke hoektoren, onder schilddak (leien), is afgewerkt zoals de overige gevels.

De oostvleugel samen met de aansluitende zuidoostelijke hoektoren, vormen een L-vormig geheel, opgetrokken in baksteen; zadeldaken (leien) voorzien van bijzonder fraai afgewerkte, mergelstenen dakvensters (ruiten, medaillons, wapenschilden met het kruis van de familie Lynden, vleugelstukken en lelies). De zuidgevel van de zuidoostelijke hoektoren telt vijf traveeën, de oostgevel zeven traveeën, telkens twee bouwlagen op sterk verhoogde begane grond met kalkstenen plint, voorzien van keldervensters en -deuren, afgewerkt met gebouchardeerde negblokken. Ordonnantie en afwerking zoals de noordzijde. Alle vensters zijn hier kruiskozijnen, voorzien van zware, geprofileerde druiplijsten; voor het overige, zie hoger; de twee rechtse benedenvensters van de zuidelijke zijgevel werden later (?) tot deuren omgevormd.

De binnenplaats is een kleine, grosso modo rechthoekige ruimte. De verschillende bakstenen gevels tellen twee bouwlagen; gesmeed ijzeren muurankers met krullen; houten kroonlijsten op geprofileerde modillons met mergelstenen band eronder; de daken zijn voorzien van dakvensters en dakkapellen. De bovenverdiepingen zijn voorzien van identieke muuropeningen: kalkstenen kruiskozijnen met negblokken, sponningbeloop, geprofileerde tussendorpel en druiplijst; kordon vormende lekdrempels (omlopend); ontlastingsboog van twee rollagen. De noordgevel telt vijf traveeën op de benedenverdieping en drie op de bovenverdieping; op de benedenverdieping bevinden zich twee rijen kleine, rechthoekige vensters van kalksteen, met negblokken, sponningbeloop en ontlastingboog van twee rollagen en een platte laag. Later toegevoegde (?), rechthoekige deur met negblokken en druiplijst.

De oostgevel telt vijf traveeën; in de gevel bevinden zich drie gevelstenen: links, een gevelsteen met afbeelding van een urne, datering 1603 en opschrift: HIC IACET COR GENEROSI DNI HERMANI DE ASPRE. LYND; in het midden een gevelsteen, aangebracht door de Belgische staat, en verwijzend naar herstellingen en vernieuwingen, uitgevoerd in 1903 en 1911; rechts, een steen met het wapen van de familie Lynden en datering 1597. De benedenvensters van deze gevel zijn voormalige kruiskozijnen, waaruit het kruis is verdwenen.

De zuidgevel telt vijf traveeën; in het midden een fraaie gevelsteen met wapenschild van de familie d'Aspremont-Lynden-Rekem; de titel "graaf van Rekem" werd vanaf 1623 aan de familie verleend; sindsdien werd de leeuw van Rekem in het wapenschild van de familie toegevoegd; dit geeft een terminus post quem voor deze gevelsteen. De benedenverdieping is opengewerkt door middel van een kalkstenen rondboogarcade, met deuren in de twee uiterste bogen, de andere bogen bevatten vensters, op een kalkstenen plint met paneel; geprofileerde sokkels en imposten, en drie sluitstenen per boog, met diamantkopmotief; deze arcade was oorspronkelijk open, het houtwerk is een latere toevoeging. De westzijde is langer dan de andere zijden (zeven traveeën); in het midden een gevelsteen met opschrift: POSTCRITATE/ IMP.RUDOLPHUS II CAES. GER. P.F. AUG./ Cum Baronatum Imperii hunc veterem aevo et bello/ Lapsum attritumque audiret/ Ut is in pristinum splendorem dignitatemque/ posset restitui/ HERMANO/ ex comitibus de Aspremont/ Lynden Domino horum/ locorum et Baroni benigne concessit indulcitque/ut omnia huiusce immediati Sac.Rom.Imp/ Baronatus/iura, regalia, immunitates, privilegia/Signa vetustas vis, fraus delevisset, oppressisset, intervertisset/ea omnia restituerentur, redderentur/ utiquo optimo iure ante fuissent/ ob haec indulta et beneficia caesarea excitatus/ idem Hermanus/ hanc arcem labentem aut lapsam/ ex ovali in meliorem maioremque hanc formam/ redegit, extruxit a fundamentis innovavit/ cum mesaulis hypaethris et adnunctis aedificiis/ POSTERITAS/ hoc scire te voluit et quisquis haec leges/ Anno Dom MDXCVII (1597). De benedenverdieping heeft een rondboogarcade, zoals de zuidgevel, doch met afwisselend een ziende en een blinde boog.

Interieur: van het oorspronkelijk interieur bleven vrijwel geen sporen bewaard, als gevolgd van de herinrichting van het gebouw in de 19de eeuw en begin het begin van de 20ste eeuw. Van de oorspronkelijke eiken dakstructuren zijn alleen die van de torens bewaard, de overige daken werden verbouwd met metalen structuur.

Hospitaalgebouwen, in kern opklimmend tot begin 19de eeuw, doch sterk aangepast bij de herinrichting.

In de tuin bevindt zich het perron van Rekem: een kalkstenen zuil op een rechthoekige sokkel, bekroond met een leeuw, die het wapenschild van de graven d'Aspremont-Lynden-Rekem vasthoudt.

In dezelfde tuin bevindt zich tevens een kleine toren van de eerste vesting, op de gesmeed ijzeren windvaan gedateerd 1607. Vierkante, bakstenen toren onder tentdak (leien); verhoogde begane grond; overhoekse muizentandfries onder de dakrand. Oorspronkelijke smalle, kalkstenen muuropeningen (schietgaten); de deur en de vensters van de benedenverdieping zijn latere toevoegingen.

Directeurswoning. Alleenstaande villa met complexe vorm, thans verlaten en gelegen in een verwilderde tuin. Opgetrokken 1904-1908; de stijl is een mengsel van tijdsgebonden elementen met stijlelementen, overgenomen van het kasteel (vensters, dakvensters, schoorstenen, en andere). Gebouw van gele baksteen met afwerking van hardsteen (plint, banden, vensteromlijstingen). Mansardedaken (leien) met gesmeed ijzeren bekroningen. De vensters zijn gekoppelde kloosterkozijnen met hooggeplaatste tussendorpel. Fraai houten portaal met art-nouveau-inslag.

  • VAN DE KONIJNENBURG R., Het kasteel d'Aspremont-Lynden te Rekem, in: Archaeologica Belgica 1, 1985, 2, p. 99-102.

Bron: SCHLUSMANS F. 1996: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kantons Bilzen - Maasmechelen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14n3, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Schlusmans, Frieda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Is gerelateerd aan
    Kolonie van Rekem

  • Is deel van
    Groenplaats


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kasteel d'Aspremont-Lynden [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/972 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.