Inventaris

Ondankstraat 10 (Tielt)
Eenlaagse hoeve, haaks ten opzichte van de weg gelegen, langgerekt volume, waarschijnlijk daterend uit 1736, zie datering op balk. Woonstalhuis in verankerde witgekalkte baksteenbouw met gepekte plint onder zadeldak. Aan zuidzijde staat een klein 19de-eeuws schuurtje in donkerrode baksteenbouw onder zadeldak, met getoogde deuropening. Aan oostzijde liggen ateliers in het verlengde van het woonhuis, met muuropeningen onder ijzeren of betonnen lateien.

Oosthoekstraat 27 (Tielt)
Arbeiderswoning, voorheen deel uitmakend van een rij van drie, volgens kadaster opgericht circa 1908. Eenlagig woonhuis van vier traveeën in verankerde donkerrode baksteenbouw met dubbel baksteenfries deels onder gootlijst, onder zadeldak in Vlaamse pannen.

Oude Stationstraat 133, 131A (Tielt)
Neoclassicistisch herenhuis daterend uit de tweede helft van de 19de eeuw als woonhuis van de verffabrikant Arthur Robberecht-Laleman, met achterliggende bijgebouwen van de groothandel en de loodwitfabriek. Half vrijstaand breedhuis van zes traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak.

Oude Stationstraat 64 (Tielt)
Neoclassicistisch burgerhuis gebouwd volgens kadaster in 1909 door de Tieltse koopman Hendrik Wullaert, die in hetzelfde jaar op een onbebouwd perceel dat zich uitstrekt tot aan de toenmalige "Kazernestraat" (huidige Stoktmolenstraat) twee rijen werkmanshuisjes laat bouwen, waarvan er heden nog enkele bewaard zijn. Enkelhuis van drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak.

Poekestraat 25 (Tielt)
Hoeve, bestaande uit losse hoevegebouwen aan weerszijden van een erf, opklimmend tot 1818. Oorspronkelijk staat een boerenhuis parallel met een schuur, met kleinere gebouwtjes ten oosten van het erf, zie primitief kadasterplan (circa 1830).

Polderstraat 10 (Tielt)
Schuur van "De Polderhoeve", een hoeve minimaal opklimmend tot de tweede helft van de 18de eeuw.

Rijkegemkouterstraat 24 (Tielt)
Voormalige begin 20ste-eeuwse herberg "De Kluite"; jaartal "1921" ingewerkt in cirkelvormige steen (natuursteen) in zijgevel wijst mogelijk op verbouwing (?).

Ruiseleedsesteenweg 36 (Tielt)
Hoeve waarvan de site minimaal opklimt tot de tweede helft van de 18de eeuw, zie losstaande volumes weergegeven op de Ferrariskaart (1770-1778). Op het primitief kadasterplan (circa 1830) worden twee parallelle hoevegebouwen, een bakhuis en twee kleine bijgebouwtjes weergegeven met poel aan de straatzijde. De hoeve is dan nog gelegen in een bocht van de weg die circa 1840 bij de aanleg van de steenweg wordt rechtgetrokken.

Ruiseleedsesteenweg 42 (Tielt)
Klooster- en schoolcomplex van de zusters van het Geloof, bij aanvang in 1844 Vincentius a Paulo genoemd. Ontstaan in 1833 vanuit het initiatief van de zusters Francisca en Theresia Bals en onderpastoor Louis Goeminne tot oprichting van een klein schooltje met woning. Ommuurd gebouwencomplex voornamelijk opgericht in de loop van de 19de eeuw, verder uitgebreid in de 20ste eeuw. Aan de straatzijde, hoofdvolume van elf traveeën en vier bouwlagen, geflankeerd aan oostzijde door een woonhuis in traditionele stijl van drie traveeën en twee bouwlagen met trapgevel uit 1860; haakse oostvleugel met centraal neogotische kapel van 1892 naar ontwerp van Gustaaf Hoste; aan de noordzijde, parallelle vleugel met haakse uitbouw; aan westzijde, langsheen de Groenestraat, recentere haakse vleugel die de parallelle vleugels verbindt. In uiterste noorden kloostertuin, voorzien van hoge ommuring en met witgecementeerde grot met beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes.

Schoolstraat (Tielt)
Gemeentelijke begraafplaats, gelegen aan noordzijde van de dorpskern. Aangelegd in 1909 ter vervanging van het oude kerkhof dat rondom de kerk gelegen was (Aarsele-Dorp), op een perceel dat gekend stond onder de naam "Dood(s)akker". Begraafplaats afgesloten van de weg door een laag bakstenen muurtje, waarachter een rode beukenhaag. Centrale toegang via een ijzeren hek tussen twee robuuste natuurstenen hekpijlers. In de zuidwestelijke hoek zit een tweede toegang. De noordzijde van de begraafplaats wordt afgeschermd door hoge bomen. Een rechte padenstructuur in grind verdeelt de begraafplaats in twee velden, het centrale pad leidt naar een grotkapel.