Inventaris

Kouter 97-105 (Lokeren)
Achterin gelegen steegbeluik van 1908 (mondelinge bron) met toegang op straatbreedte. Verankerde bakstenen huisjes van twee traveeën in spiegelbeeldschema, anderhalve bouwlaag en zadeldak.

Lindestraat 14-28 (Lokeren)
Ruim pleinbeluik uit eerste kwart 20ste eeuw, met smalle straattoegang in linker travee van een anderhalf huis met gewijzigde voorgevel. Onrechtstreekse, geknikte toegang via een deels verharde koer met gietijzeren armpomp.

Schoolstraat 46 (Lokeren)
Burgerhuis van twee bouwlagen en vijf traveeën afgedekt met een zadeldak uit de 18de eeuw met bepleisterde en geschilderde lijstgevel op arduinen plint met aanpassingen uit de tweede helft van de 19de eeuw en uit de 20ste eeuw. Haaks tegen de achtergevel bevindt zich een bakstenen woning met daarachter een klein pleinbeluikje.

Kolonie 50 (Lommel)
In een ruime tuin gelegen woning van drie traveeën en één bouwlaag onder geknikt zadeldak, uit de eerste helft van de 20ste eeuw.

Turkije 10 (Maarkedal)
Semigesloten hoeve, vermoedelijk teruggaand op het vroeger Hof ten Helleputte. Deels gekasseid verhard erf met rechthoekig bloemenperk op vroegere mestvaalt voor de stallen. In U-vorm aan de straat opgerichte bakstenen gebouwen onder snijdende pannen zadeldaken met verschillende nokhoogte. Anker met jaartal 1833 verwijst wellicht naar toenmalige gedeeltelijke heropbouw van de hoeve.

Marie Joséestraat 3 (Maasmechelen)
Mijnwerkerstweewoonst van 1925 gebouwd midden in de oudste Eisdense mijnwerkerscité. Tuinwijkarchitectuur in de zogenaamde cottage stijl.

Gasthuisstraat 51 (Merchtem)
U-vormige ingeplante gesloten hoeve met langsschuur minstens teruggaand tot het vierde kwart van de 19de eeuw, boerenhuis en de in L-vorm aansluitende stallen heropgebouwd in 1935.

Kleine Ravestraat 4 (Moorslede)
Wederopbouwhoeve, naar verluidt van 1926, waarbij stallingen echter zouden dateren van voor de Eerste Wereldoorlog. Teruggaand op de regionale hoevebouw.

Ravestraat 2 (Moorslede)
Hoeve met losse, lage bestanddelen rondom een deels verhard erf met deels behouden bakstenen stoepen; boerenhuis en bakhuis, schuur, ast, en stallingen respectievelijk ten nooden, oosten, zuiden en westen; erftoegang ten zuiden.

Stationstraat 159-169, 173-205 (Moorslede)
Tuinwijk gebouwd door de Dienst der Verwoeste Gewesten. Volgens bouwplannen zogenaamd cité ouvrière de Moorslede van 1919-1920 naar ontwerp van architecten Bytebier en Schaessens, met vijftien blokken van gekoppelde huizen aan de straat. Nog deels omhaagde voortuintjes, naar verluidt vroeger met esdoorn als symbolische verwijzing naar Canada dat via een noodfonds mede de bouw van deze tuinwijk zou hebben gefinancierd.