Straat in het oosten van Beveren-Leie, net ten zuiden van de steenweg Kortrijk-Gent. De straat vertrekt van de Kortrijkseweg en loopt in zuidoostelijke richting tot de Leenriestraat, waarna hij verder loopt in oostelijke richting tot de Blommestraat. De straat is genoemd naar een wijk en een stuk land te Beveren-Leie, volgens De Flou voor het eerst vermeld in 1690. Beveren-Dries is één van de oudste straatnamen van Beveren.
De straat loopt van oudsher naar de Drieswijk, waar de oude Dries te vinden is. Dit driehoekig stuk grond of dries bevindt zich ter hoogte van het kruispunt met de huidige Leenriestraat. De Beverse Dries stamt naar alle waarschijnlijkheid uit de domaniale periode en klimt minstens op tot de 10de eeuw. In 1280 is er sprake van "de Driesch", een verzameling van kleine hofstedes en kortwoonsten op laaggelegen grond bij een beek.
De thans verdwenen hoeve rechts van het huidige nummer 100 wordt voor het eerst vermeld in 1429. De eerst gekende eigenaar van de hoeve "De Lokaerde" is Joos Stubbe, in 1530 vermeld als Bevers buitenpoorter van Kortrijk (nummer 2). De hoeve "De Helle" (nummer 67) wordt in het renteboek van de Sint-Pietersheerlijkheid van 1570 vermeld als "…zijne hofstede daer hij up wont ghenaempt de helle ligghende te Beveren driessche…"; mogelijk was deze hoeve de kernhofstede van de Sint-Pietersrentedienst Lammen Sluuxhaghe. In 1571 wordt de hoeve "De Lokaerde" vermeld als "een hofstedeken (…) met een huus ende schuere". Volgens het Twintigste Penninkohier van 1572 omvat de thans verdwenen hoeve hoeve rechts van nummer 100 enkel een "huis ende schuerken".
In de 16de eeuw strekt de Driesstraat zich uit vanaf de thans verdwenen hoeve "De Rode Poort" (zie Kortrijkseweg) tot aan de hoeve "De Elst" (Ruifeleinde nummer 54). In diezelfde periode wordt een huis gebouwd op het perceel grond langs de weg, genaamd "Den Driehoorne". In de 17de eeuw wordt in dit huis herberg "Den Drijhoorne" gehouden (opgedoekt halverwege de 18de eeuw en na 1920 omgevormd tot driewoonst).
Op de figuratieve kaart van de parochies Desselgem en Beveren, opgemaakt in 1675 door Gudwalus van der Mariën, aangeduid als "Beveren Dries"; weergave van enkele verspreid gelegen hoeves waaronder de latere hoeve "De Lokaerde" (nummer 2). Op de figuratieve kaart van de Sint-Pietersheerlijkheid, opgemaakt door Joseph de Coster in 1764, aangeduid als "'t Beveren driesch straete ten dry hoorne"; weergave van verspreid gelegen hoevebebouwing. Pas vanaf het einde van de 18de eeuw wordt de straat "Driesstraete" genoemd (daarvoor vermeld als "Straete zoo men gaet ten Beveren Driessche" en "Straete naer den Beveren Driesch").
De aanleg van de spoorweg Kortrijk-Gent in 1838-1839 zorgt voor een onderbreking van de toenmalige "Driesstraete" (registratie in het kadaster in 1839). In de 19de eeuw begint de "Driesstraete" aan de hoeve "Ter Zompt" (zie Hoonakkerdreef nummer 23) en loopt ze tot aan de Blommestraat waar ze over de spoorweg gaat. Op de Atlas der Buurtwegen (1844) wordt de straat weergegeven als "Driesstraete" met als aanduiding "Chemin n° 9" en omschrijving "Chemin de Beveren à Deerlyck". Nog steeds weergave van verspreid gelegen hoevebebouwing op de kaart van het Militair Cartografisch Instituut van 1873. De kaart van het Militair Cartografisch Instituut (1898) geeft een kapel weer aan de oostzijde van de straat (tegenover het huidige nummer 100). In 1905 wordt André Christiaens (1905-1989), dichter en essayist, geboren in een vermoedelijk eind 19de-eeuwse woning (voormalig nummer 73, thans afgebroken). Omstreeks de Tweede Wereldoorlog wordt herberg "In de Dries" opgericht aan de straat. Bouw in 1949 van een kapel ter ere van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes. Afbraak van de hoeve rechts van het huidige nummer 100 in 1976. Bij de algemene herschikking van straatnamen in 1990 wordt de Driesstraat herdoopt in Beveren-Dries.
Straat met deels een wegdek van betonplaten en deels een geasfalteerd wegdek; ter hoogte van de Leenriestraat is een stuk kasseiweg bewaard. Bewaarde en verspreid gelegen hoeves. Oudste hoevebebouwing vermoedelijk daterend uit het begin van de 17de eeuw (zie nummer 45). Nummer 100, hoeve "Den Drijhoorne", toegekend door de Heemkundige Kring in 1976 en verwijzend naar het driehoekige stuk grond aan de overkant van de straat met in de 17de eeuw herberg "De Drijhoorne"; hoeve vermoedelijk gebouwd in het begin van de 18de eeuw op rentegrond van de Sint-Pietersheerlijkheid in opdracht van François de Plotho, baron van Ingelmunster. Weergave van een boerenhuis op de figuratieve kaart van de Sint-Pietersheerlijkheid, opgemaakt door Joseph de Coster in 1764. Het primitief kadasterplan (circa 1834) geeft ten zuiden van het boerenhuis een landgebouwtje weer. Volgens het kadaster laat men in 1903 het landgebouwtje omvormen tot bakhuis. Circa 1950 wordt de strobedekking op het dak van het boerenhuis vervangen door golfplaten. Langzaam verval van de hoeve in het derde kwart van de 20ste eeuw, totdat Hubert Carpentier uit Kuurne de hoeve in 1975 aankoopt en renoveert; aanplanting van de hulsthaag aan de straatkant. Voormalig boerenhuis in oorsprong met geïncorporeerde schuur en stalling. Wit beschilderde en verankerde baksteenbouw op een gepekte plint en onder een pannen zadeldak; straatgevel met rechthoekige vensteropeningen en korfboogvormige deur- en poortopeningen, vernieuwd houtwerk. Bakhuis niet zichtbaar vanaf de openbare weg. Nummer 2, hoeve "De Lokaerde", in 1975 door de Heemkundige Kring genoemd naar een stuk land dat gelegen is tussen de hoeve en het noordelijk van de steenweg gelegen Hof van 't Sioen. In 1571 vermeld als "een hofstedeken (…) met een huus ende schuere". Eerste weergave op de figuratieve kaart van de parochies Desselgem en Beveren, opgemaakt in 1675 door Gudwalus van der Mariën. Op de figuratieve kaart van de Sint-Pietersheerlijkheid, opgemaakt door Joseph de Coster in 1764, bestaande uit een boerenhuis en landgebouw. Het primitief kadasterplan (circa 1834) geeft daarnaast ook een bakhuis weer aan de straatkant. Volgens de literatuur worden in 1930 de schuur en koestal aan de westzijde van het erf gebouwd, ter vervanging van een bestaand landgebouw in vakwerk (niet geregistreerd in het kadaster). In 1934 wordt de dakbedekking met stro van het boerenhuis vervangen door pannen. Deels gerenoveerde woning; verankerde baksteenbouw onder pannen zadeldak met later toegevoegde dakkapel, rechthoekige of getoogde openingen met vernieuwd houtwerk. Landgebouw aan de westzijde van het erf en bakhuis aan de straatkant niet zichtbaar vanaf de openbare weg; volgens de literatuur vertoont het bakhuis minstens drie bouwfases. Nummer 88, bewaarde erftoegang en eind 18de- of begin 19de-eeuwse schuur van een thans verdwenen pachthoeve, zie herbouwd woonhuis. De schuur staat voor het eerst afgebeeld op het primitief kadasterplan (circa 1834). Verankerde bakstenen schuur onder een overkragend pannen zadeldak; de schuur is aan de erfzijde uitgebreid met snelbeton.
Langs de straat zijn verscheidene lagere volumes op de oudere rooilijn bewaard; deze volumes zijn zwaar verbouwd en zijn zowel dwars als evenwijdig met de weg gelegen. Voorts ook vlaserfgoed, onder meer voormalige vlasserswoningen en vlasschuren. Nummers 76-80, geheel van drie woningen van anderhalve bouwlaag. Volgens het kadaster bouwt koopman Camiel Steelandt in 1908 de woningen nummer 76 en nummer 80 met een tussenliggende zwingelarij. In 1928 laat ijzerwegbediende August De Winter de tussenliggende zwingelarij omvormen tot woning. Bepleisterde en wit beschilderde, verankerde baksteenbouw met imitatievoegen onder een doorlopend, pannen zadeldak; getoogde of rechthoekige openingen met vernieuwd houtwerk. Nummer 67, voormalige en dieper gelegen vlasschuur, volgens het kadaster opgetrokken in 1951 door G. Moerman. De schuur behoort tot de achtergelegen hoeve "De Helle", ook genaamd het "Moermans Hof", waarvan de site opklimt tot de 10de eeuw. Vrijstaande baksteenbouw onder zadeldak (nok loodrecht op de straat; straatgevel met centrale, dubbele schuifpoort op hangrail en bovenliggende bakstenen heiligennis.
Bron: VANWALLEGHEM A. & CREYF S. 2010: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Waregem, Deel I: Stad Waregem, Deelgemeente Sint-Eloois-Vijve, Deel II: Deelgemeenten Desselgem en Beveren-Leie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL45, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Vanwalleghem, Aagje; Creyf, Silvie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Omvat
Kortwoonst
Is deel van
Beveren-Leie
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Beveren-Dries [online], https://id.erfgoed.net/themas/15424 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.