Straat met een een quasi recht tracé, vormt het vervolg van de Moerdijkbeek-West (ten westen, vanaf de Moerestraat) tot de grens met Eernegem (Ichtegem). Volgt de Moerdijkbeek (het vervolg van de Scharynckgracht) die ten zuiden aan de weg paalt. De weg vormt de grens met Moere (Gistel).
Het tracé van de weg is als dusdanig reeds aangegeven op de Ferrariskaart van 1770-1778 met aan beide zijden van de "Moerdyck Beke" aanduiding van bomen en van repelvormige percelen. Deze perceelsstructuur wijst op veenderij. 'Moerdijk' is een begrip dat meestal als een ringdijk mag geïnterpreteerd worden. Een ringdijk helpt een uitgeveend terrein ontwateren. Er wordt aangenomen dat deze veenexploitatie al in de 12de eeuw aan de gang was (het "moer" van Gistel wordt reeds vermeld in de oudst gekende grafelijke "Grote Brief" van 1187).
Ter hoogte van de Molenstraat (grondgebied Moere, Gistel)/ de huidige Moerestraat (pas aangelegd in 1861) is ten zuiden van de Moerdijkbeek-West en -Oost het "Hameau Meulecot" aangeduid, een benaming die wellicht verwijst naar de molen die op de Ferrariskaart aangeduid is op de hoek van de Beekstraat (de benaming van de hier behandelde straat op Moere) en de Molenstraat. Op de Atlas der Buurtwegen (circa 1846) is de straat samen met Moerdijkbeek-West aangeduid als "chemin nr. 73 du Cabaret dit den Puyd au lieu dit Karpelput (Westkerke)" of de "Kleynen Moerdyk". Het "Cabaret dit den Puyd" kan wellicht geïdentificeerd worden als Moerdijkbeek-West nummer 39. Erg markerend voor het gebied langs de Moerdijkbeek zijn de repelvormige percelen haaks op de beek, op de Ferrariskaart aangeduid als akkerland. De diepe en brede Moerdijkbeek is waarschijnlijk een kunstmatige beek.
Ten noorden ten dele gezicht op het poldergebied "Moere-Blote" (Moere, Gistel), aan de zijde van Moere verder lintbebouwing en het kasteel van Moere met park er omheen. Aan de zijde van Koekelare, landelijke straat met verspreide hoevebouw en een restant van het kasteel van de stokerijfamilie Serruys (nummers 34, 36). Toegang tot de hoeves en de huizen via betonnen bruggen (mogelijk daterend uit het tweede kwart van de 20ste eeuw).
Eveneens enkele huizen en villa's vanaf de jaren 1980. Nummer 16: huis en bedrijfsgebouw uit de jaren 1930, oranje baksteenbouw met getrapte gevelaflijning. Nummer 30: eenvoudig arbeidershuisje onder pannen zadeldak (nok evenwijdig met de straat), waarvan het volume reeds aangeduid is op de Atlas der Buurtwegen (circa 1846), anno 2009 met vernieuwd parement. Nummer 12: achterin gelegen arbeidershuisje uit de tweede helft van de 19de eeuw of het begin van de 20ste eeuw, haaks op de straat, witgeschilderde baksteenbouw onder pannen zadeldak, oorspronkelijk tweewoonst in spiegelbeeldschema, in 2009 in verbouwing.
Informatie verkregen van Marc Dewilde.
ARREN R., De Koekelaarse dinsdagmarkt en haar invloed op het dorpsbeeld, in Coclariensia Jaarboek, jg. 6, Koekelare, 1987, p. 71.
De Kooklarenoeneroute, Gemeentebestuur Koekelare, 1990, p. 11.
Bron: VANNESTE P. & BAERT S. met medewerking van BOONE B., CREYF S. & VRANCKX M. 2010: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Koekelare, Deelgemeenten Bovekerke en Zande, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL46, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Vanneste, Pol Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)