Van de Doorniksestraat naar de Zwevegemsestraat. In 1795 genaamd "le Rampar" (langs de Vesten). In 1815 "Neveldriesch" genaamd, naar de weide aan noordzijde van de straat in het ancien régime. In 1841 "IJzerwegvesting". In 1968 huidige naam. Van de middeleeuwen tot de 19de eeuw stadsgracht aan de zuidkant van straat (zie Sanderus (1641) en C. Cierckens (1822)). In 1839 dempen van de gracht voor de aanleg van de spoorweg. Ter vervanging van de gedempte gracht wordt aan weerszijde van de spoorweg een gracht gegraven. In 1860 wordt de gracht tussen de laan en de spoorweg definitief opgevuld. In 1865 wordt de Spoorweglaan doorgetrokken tot de Zwevegemsestraat, daar waar ze voorheen tot de Sint-Janslaan liep. Aan de noordzijde van 1923 tot 1964 sporen voor buurtspoorweg naar Moeskroen. Van de 16de eeuw tot 1839 stond tussen de Keer der Vlamingenstraat en de Vlamingenstraat de Heilige-Geestmolen, dit is een windmolen met molenwal, die gesloopt werd voor de aanleg van de spoorweg (zie Sanderus, 1641). Tot 1980 talrijke herbergen; in de 19de eeuw ook ontuchthuizen. In 1927 sloop van eerste huizen voor aanleg van tunnel ter hoogte van Doorniksestraat. In kader van sanering huizenblok tussen Keer de Vlamingenstraat en Vlamingenstraat grotendeels gesloopt (in 2001).
Basisbebouwing: lijstgevels van minstens twee bouwlagen met eind 19de-eeuws uitzicht. Hoekpanden met afgesnuite hoektraveeën. Ook gevels uit de jaren 1940-50, onder meer nummer 29 in Anglo-Normandische bouwstijl, nummer 24 appartementsblok naar ontwerp van J. Demeere, zie gevelsteen. Voorheen ook lage bebouwing, zie herbergen die nummers 6-8 voorafgingen.