Zo genoemd naar de hier gelegen, thans verdwenen buskruitfabriek P.R.B.
In 1855 kocht de familie Slegten-Sneyers hier 70 ha heidegronden van de gemeente, voornamelijk gelegen ten westen van het Kempisch Kanaal. Zij begon een grote landbouwuitbating met aanplantingen van allerlei boomsoorten, en bouwde een grote woning met bijhorend park, zoals aangeduid op de stafkaart van het Dépôt de la Guerre (1878).
In 1778 begon J.-F. Cooppal in Wetteren de Koninklijke Buskruitfabriek. In het vierde kwart van de 19de eeuw waren de industrieterreinen in Wetteren te klein geworden. In 1881 werd vergunning verkregen voor de bouw van een tweede fabriek te Kaulille, aan het Kempisch Kanaal, en de nodige gronden werden aangekocht van de familie Slegten. Dit was de eerste fabriek in de Noord-Kempen. Van de gemeente en particulieren werden bijkomende gronden aangekocht, zodat de totale oppervlakte van het bedrijf circa 180 ha besloeg. De fabriek werd hier gebouwd omdat men een afgelegen ligging wenste in verband met het vrijkomen van giftige gassen. Transport gebeurde tot kort na de Tweede Wereldoorlog via twee kades aan het Kempisch Kanaal. In 1884 werd in Kaulille voor het eerst het rookloos kruit op basis van nitro-cellulose geproduceerd, naar een procédé van de Franse ingenieur Vieille. Eind 19de eeuw werd hier een nieuwe springstof ontwikkeld, het Tonite, dat erg in trek was bij koloniale en prospectiemaatschappijen. In 1899 werkten er reeds 85 personen. De grootste aandeelhouder was de familie Belpaire van Antwerpen. De fabriek werd tijdens de Eerste Wereldoorlog door de Duitsers ontmanteld; ze werd na de oorlog opnieuw opgestart. Vanaf 1930 begon men met de fabricage van nitroglycerine. Na de Tweede Wereldoorlog startte men met de productie van driebasisch kruit (nitroguanidine). In 1969 werd de naam Cooppal veranderd in P.R.B. (Poudreries Réunies de Belgique) na fusie met de fabrieken van Wetteren, Balen-Wezel, Matagne en Clermont. In sommige periodes stelde de fabriek tot 600 mensen tewerk; in de jaren 1970 werkten er nog 350 personen. Het grootste deel van de productie was bestemd voor het buitenland. P.R.B. ging failliet in 1990, de fabriek werd ontmanteld en afgebroken. De fabriek besloeg de volledige zone ten oosten van de Zuid-Willemsvaart, de voormalige heidegebieden Raekerheide en Grote Heide, een strook van circa 700 m. Thans zijn alle gebouwen, op de kantoren na, verdwenen.
- Cooppal, (Bokarelo, 10, 1993, pagina's 43-46).
- BUSSELS L. - en andere, Beknopte geschiedenis van Cavelille, Cauwelille, Caulille, Kaulille, ed. Gemeentekrediet, 1980.
- ROEF W., Aanzet tot de studie van de industriële archeologie te Kaulille, Hasselt, 1985.