De Grote en Kleine Kraaiwijk zijn twee kleine straten die, vertrekkend van de Koolkaai, respectievelijk uitlopen op de Sint-Paulusplaats en de Nosestraat. De Kraaiwijk werd reeds vermeld in 1233. Gebouwd op een lage moerassige grond, vormde ze eertijds een nogal aanzienlijke wijk met Veemarkt, Guldenberg, Nosestraat, Saucierstraat, Gorterstraat, de thans verdwenen Mattestraat en de Haringvliet, naam die zowel aan de Koolkaai als aan de Sint-Pietersvliet werd gegeven. Mogelijk maakten ook de Grote en Kleine Kraaiwijk zelf, alsook het stuk tussen Koolkaai en Sint-Pietersvliet er deel van uit. Later werd ze uitgebreid tot Klapdorp en Brouwersvliet. De naam Kraaiwijk betekent kreek, inham.
Op de noordzijde: heterogene bebouwing onder gebroken kroonlijstlijn met gemiddelde breedte van twee, uitzonderlijk drie traveeën; grijze zuidzijde uit de 19de eeuw opgevuld met recent aangepast complex onder doorlopende kroonlijstlijn.
Bron: GOOSSENS M. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A., STEYAERT R., ILLEGEMS P. & DE BARSÉE L. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3na, Brussel - Gent. Auteurs: Plomteux, Greet; Goossens, Miek Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)