Van 3 kuilen zijn twee met zekerheid te dateren na 1300 door de aanwezigheid van fragmenten steengoed. In één kuil werden geen vondsten aangetroffen, maar qua stratigrafie heeft deze dezelfde datering. Het betreffen hier duidelijk sporen van een laatmiddeleeuwse component op de site maar door de geringe oppervlakte van het onderzoeksgebied kunnen we echter geen specifieke interpretatie geven aan deze sporen.
Deze drie kuilen werden allen afgedekt door de 40 cm dikke grijsbruine laag, vermoedelijk te dateren tot 1400. Gezien de dikte kunnen we hier spreken van een ophoging of een dikke cultuurlaag die de oudste sporen afdekte. De drie kuilen die doorheen deze laag werden gegraven bevatten geen vondsten en kunnen ook niet duidelijk geïnterpreteerd worden. Op basis van de hogerliggende laag S5 moeten ze waarschijnlijk ook tussen 1300 en 1400 gedateerd worden.
De tweede ophogingslaag of cultuurlaag S5 bevatte een fragmentje Maasland trés cuite aardewerk (1225 en 1400) en steengoed (na 1300). Deze laag lijkt dus vrij snel na ophoging S9 te volgen in tijd en moet ook in de 14de eeuw gedateerd worden.
Na de laatmiddeleeuwse sporen lijk er een hiaat te zijn van enkele honderden jaren waarna er een groot uitbraakspoor zichtbaar is (S8) opgevuld met veel bouwpuin en te dateren tussen 1750 en 1900. Vermoedelijk hoort de ijzerzandstenen muur S12 ook tot deze fase. Het terrein moet dan ook in de 18de/19de eeuw bebouwd zijn geweest. Bij een projectie op de historische kaarten vallen de aangetroffen muurconstructies echter steeds binnen de open binnenruimte tussen de diverse gebouwen. De aangetroffen muren kunnen niet aan een bepaalde bouwfase gekoppeld worden.
De jongste sporen bestaan uit een uitbraakspoor en een bakstenen constructie, vermoedelijk een ondiep keldertje met onverharde bodem, opgevuld met een zwartgrijze zandige laag en aardewerk uit het einde van de 19de eeuw tot het midden van de 20ste eeuw.
Het geheel van alle sporen werd afgedekt door de 21ste-eeuwse bruingrijze puinlaag S7/15 die over het gehele terrein voorkwam. De riolering die hierin werd aangetroffen, werd ook als verstoring geregistreerd in WP1 tijdens het vooronderzoek. De overige sporen beschreven in de voorafgaande nota konden niet duidelijk verbonden worden met de sporen uit het huidige onderzoek. Laag S5, een grijze kuil die tijdens het vooronderzoek werd geregistreerd, zou mogelijk laag S9 kunnen zijn. Ook de postmiddeleeuwse baksteenmuren die toen werden geregistreerd, sluiten niet aan op de muren die tijdens het huidige onderzoek werden aangetroffen.
Auteurs: Reygel, Patrick
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: ARON bvba