Beschrijving
Deze bescherming betreft het oorlogshospitaal, later sanatorium Sint-Idesbald, met bakstenen paviljoenen, aangebouwde lighalle en lijkenhuisje.
Waarden
Het oorlogshospitaal, later sanatorium Sint-Idesbald, met bakstenen paviljoenen, aangebouwde lighalle en lijkenhuisje, is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de:
historische waarde
Het Sint-Idesbaldhospitaal was tijdens de Eerste Wereldoorlog aanvankelijk in .Sint-Idesbald bij Koksijde opgericht ten behoeve van de achtergebleven burgers in de noordelijke Westhoek, maar diende onder druk van vijandelijke beschietingen in de zomer van 1917 naar het gehucht Doorntje bij Houtem te verhuizen. Het hospitaal vormt dan ook een zeldzame historische getuige van de zware oorlogsomstandigheden en de beperkte medische voorzieningen waarmee de burgerbevolking geconfronteerd werd. Door de oorlogsomstandigheden waren de reguliere medische voorzieningen voor de burgerbevolking weggevallen, dit terwijl de bevolking net meer nood had aan medische verzorging, niet enkel ten gevolge van het oorlogsgeweld, maar ook omdat besmettelijke ziektes zoals tyfus en tuberculose veel slachtoffers maakten.
De historische context speelt een belangrijke rol: het hospitaal is in de zomer van 1917 opgetrokken op een locatie tegen de Franse grens, maar nog net op grondgebied België, een zone die normaliter buiten het bereik van de vijandelijke artillerie lag. In deze relatief veilige zone van het onbezette België was veel infrastructuur opgetrokken ten behoeve van militairen en burgers. De hospitaalgebouwen vormen hiervan een zeldzaam bewaarde historische getuige.
Het hospitaal was opgetrokken met de steun van het Amerikaanse Rode Kruis en getuigt van de enorme inspanningen die dit Amerikaanse Rode Kruis in België leverde ten behoeve van militairen en burgers. Dit Amerikaanse Rode Kruis financierde infrastructuur en activiteiten ten behoeve van (geallieerde) militairen en burgers, in België of voor de gevluchte Belgische bevolking in het buitenland.
De site bleef na de wapenstilstand fungeren als hospitaal voor de inwoners van de 'Verwoeste Gewesten' omdat er nauwelijks andere medische voorzieningen voorhanden waren. De site getuigt bijgevolg ook van de moeilijke leefomstandigheden in de voormalige kapotgeschoten frontzone tijdens de eerste naoorlogse jaren.
Het hospitaal getuigt van de problematiek van besmettelijke en infectieziektes waarmee de bevolking tijdens en na de Eerste Wereldoorlog werd geconfronteerd, zoals tuberculose, tyfus en de Spaanse Griep. Het Sint-Idesbaldhospitaal was in eerste instantie bedoeld voor de behandeling van besmettelijke ziektes en infectieziektes. Ziektes, zoals tuberculose en tyfus, die vóór de oorlog al lelijk huisgehouden hadden op het West-Vlaamse platteland, namen door de barre oorlogsomstandigheden niet af, integendeel. De inrichting evolueerde na de oorlog tot het enige sanatorium voor mannelijke tuberculoselijders in de provincie WestVlaanderen, totdat het in 1930 verhuisde naar het kasteeldomein 'De Lovie' in Proven. Hierbij werd onder meer de inmiddels als monument beschermde oorlogsbarak en toegangspoort mee verhuisd.
architecturale waarde
Het oorlogshospitaal in Veurne (Houtem) getuigt van de eenvoudige baksteenarchitectuur, die representatief is voor bakstenen gebouwen die tijdens de Eerste Wereldoorlog werden opgetrokken in het onbezette België. Herkenbare, authentieke elementen hierbij zijn bijvoorbeeld de dunne bakstenen muren met lisenen en de ruitvormige leien op het dak. De architecturale waarde wordt versterkt door de bewaarde structuur en planindeling van de paviljoenen, herkenbaar voor een medische inrichting uit deze periode. Het betreft langwerpige paviljoenen, telkens bestaande uit een gang waarop kleine kamertjes uitgeven. De halfopen, naar het zuiden gerichte authentiek bewaarde lighalle getuigt van het naoorlogs gebruik van de site als sanatorium. Sanatoria werden in die tijd uitgerust met dergelijke halfopen, naar het zuiden gerichte galerijen voor rustkuren op ligstoelen.
De spaarvelden onder rondboog met het rondboogvenster wijzen er anderzijds op dat men bij de bouw van de lighalle een zekere architecturale kwaliteit wenste na te streven. Het kleine lijkenhuisje dateert eveneens uit de naoorlogse periode. Het aanbrengen van een witte kalklaag op de binnenmuren van het lijkenhuisje is ingegeven omwille van de ontsmettende kenmerken van kalk.