Beschrijving
De bescherming van het zwartzusterklooster als monument omvat de kloostergebouwen, kapel, deel van het voormalig landhuis, de kloostertuin met tuinpaviljoen en retabel.
Waarden
Het zwartzusterklooster, met inbegrip van de kloostergebouwen, kapel, deel van voormalig landhuis, kloostertuin met tuinpaviljoen en retabel, is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de:
artistieke waarde, historische waarde, sociaal-culturele waarde
in casu architectuurhistorische waarde:
Het beeldbepalend klooster paalt aan de Sint-Pieters- en Paulusabdij en is gelegen in de historische stadskern aan de Vlasmarkt, de vroegere Koornaard, waarvan de driehoekige aanleg mogelijk teruggaat op een Frankische dries. Op deze locatie waren doorheen de eeuwen belangrijke bestuurlijke, handels-, financiële en religieuze instellingen gehuisvest. De zwartzusters, sinds 1491 te Dendermonde actief in de ziekenzorg, vestigden zich in 1828 in het voormalig Gouvernement ter hoogte van het voormalig Prinsenhof, een van de verblijfplaatsen van de heren van Dendermonde. De historische waarde wordt uitgemaakt door de lokalisatie van het klooster in de stadskern alsook omwille van het feit dat de orde reeds meer dan 500 jaar een wezenlijk onderdeel van de Dendermondse bevolking uitmaakte.
De tijdens de Eerste Wereldoorlog verwoeste kloostergebouwen werden naar ontwerp van de gerenommeerde architect Henri Valcke uit 1920 in een voor Dendermonde kenmerkende neotraditionele stijl heropgebouwd. Dit gaaf behouden eenvormige complex is een representatief voorbeeld van een traditionele kloosteropbouw van vier vleugels rondom een binnenkoer gedeeld door de kloosterkapel in neogotische stijl en is qua opbouw, ritmering, materiaalgebruik en vormgeving geïnspireerd op de vooroorlogse toestand. De vleugels zijn opgebouwd volgens een klassiek principe waarbij circulatiegangen aan de binnenkoer palen én de semi-publieke ruimtes zoals de ontvangst-, conferentiezaal, bureau van moeder overste en dergelijke in de straatvleugel zijn ondergebracht. De centrale inkom verleent zowel toegang tot het klooster als tot de in de as gelegen kloosterkapel. Niettegenstaande de aankleding van de kapel onder invloed van het tweede Vaticaanse concilie versoberd werd, is de gebedsruimte kenmerkend voor een neogotische kloosterkapel. Waardevolle interieurelementen bleven behouden zoals onder meer de polychromie en het houtwerk in het hoogkoor, biechtstoel, glasramen, ijzeren radiatorafsluitingen naar ontwerp van de firma Billaux-Grossé, L. Grossé, I. Blanquaert en een 18de-eeuws gepolychromeerd madonnabeeld. Bij de heropbouw van het kloostercomplex werd tevens een gedeelte van het voormalige Landhuis in de ‘nieuwbouw’ geïncorporeerd. Dit bouwblok in bak- en zandsteen in classicistische stijl klimt in kern minstens op tot de 18de eeuwen gaat terug op één van de refugehuizen van de abdij van Affligem. Het behoort samen met het nabijgelegen tuinpaviljoentje tot de oudste elementen van deze historische site. De eenvoudige ommuurde kloostertuin hoorde als vanouds bij het kloosterdomein en herbergt nog een gepolychromeerd retabel in neogotische stijl in de zuidoostmuur.