Op de hoek van de Schilders- en de Plaatsnijdersstraat, uitkijkend op het Museum voor Schone Kunsten, staat één van de bekendste en meest sprekende art-nouveaupanden van Antwerpen. Het ensemble van vier woningen werd in 1901 ontworpen door architect F. Smet-Verhas voor "constructeur de navires" P. Roeis, wonende in de Rue de Brésil 9 in Antwerpen. Het beroep van deze welgestelde scheepsbouwer wordt uitgedragen in de gevel van het hoekpand, waar een balkon in de vorm van een schip is ingewerkt. Het pand wordt in de volksmond "Het bootje" genoemd. P. Roeis liet door Smet-Verhas verder in de straat ook twee identieke neoclassicistische burgerhuizen bouwen, op de nummers 45-47; deze zijn echter verbouwd.
Het ensemble bestaat uit een groot, opvallend hoekpand met rechts een poortgebouw met woonhuis een breed overluifeld terras op de verdieping. In de Plaatsnijder- en Schildersstraat verder drie panden met identieke art-nouveaulijstgevels, waarvan één pand (Schildersstraat 4) in 1964 volledig heropgebouwd in een standaard bouwstijl. De gevelopbouw en –afwerking van deze drie panden vinden we ook terug in de burgerhuizen die Smet-Verhas in de Oudekerkstraat 40 en Lange Van Ruusbroecstraat 135 realiseerde.
De woningen hebben een parement in gele baksteen op hardstenen plint, verlevendigd met banden en siermetselwerk in contrasterende kleuren, wat een typisch materiaalgebruik is voor de art nouveau. Rijk gebruik van natuursteen voor kordonlijsten, balkons en omlijstingen van muuropeningen. Ook fantasierijk smeedijzerwerk komt rijkelijk voor bij dit ensemble: op de hoek een prachtig uitgewerkte lantaarn, fijn uitgewerkte balkonleuning in het poortgebouw, sierlijk traliewerk van de voordeuren en keldervensters. Expressieve gevel door de grote verscheidenheid aan muuropeningen: behalve de segmentbogige en rechthoekige vensters met I-balken, vinden we ook de typische art nouveau korfboogvensters terug. Opvallend in dit ensemble is het zeer fijn uitgewerkte en goed bewaarde schrijnwerk van vensters en deuren, dat gekenmerkt wordt door fijne roedeverdeling van de bovenlichten.
Het hoekpand telt vier bouwlagen en een mezzanino; de lage begane grond is verlicht door door betraliede vensteropeningen, wat wijst op het gebruik van deze bouwlaag voor dienstruimtes. De rijkelijke uitwerking van tweede en derde bouwlaag, verraden dat zich hier de belangrijkste leefruimtes bevinden: ze springen in het oog door de als scheepsboeg uitgewerkte houten erker op de derde bouwlaag en door het brede ronde balkonvenster aan de Schildersstraat. Het aansluitende poortgebouw bestaat uit twee bouwlagen, met op de begane grond drie brede segmentbogige muuropeningen: een venster en twee poorten, voorzien van sierlijk gesmede tralies. Op deze garages is een prachtige glazen luifel gebouwd op een ijzeren framewerk met sierlijke zuiltjes.
De twee, oorspronkelijk drie, identieke rijwoningen die het hoekpand flankeren, hebben een eenvoudig, klassiek opgebouwde enkelhuisstructuur. De woningen tellen elk van drie traveeën en drie bouwlagen onder pseudo-mansardedaken. De gevels worden gedomineerd door een centraal, gebogen balkon op consoles voor een breed, korfbogig venster. Fraaie voordeur, met uitgewerkt bovenlicht en groen beglaasde luifel.
- Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 1901 # 741 en 1902 # 2268 (lantaarn).
- VANHOVE B. 1985: De "Vijf Werelddeelen" van F. Smet-Verhas en de Art Nouveau, Bulletin van de Antwerpse Vereniging voor Bodem- en Grotonderzoek 1985.2, 21-48.