erfgoedobject

Hoeve Groot Asdonk met tuin

bouwkundig / landschappelijk element
ID
134484
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134484

Juridische gevolgen

Beschrijving

De hoeve van Groot Asdonk, met huis van plaisantie, werd rond 1760 door Arnold Cox gebouwd op de 'Brabantse Hoek', een gebied van natte podzolbodems, heide en vennen, op de grens met Tessenderlo-Engsbergen. Cox was jurist en drossaard van Diest, en stamde uit een Maaslands geslacht, waaruit de rentmeesters van Aldenbiezen werden gerekruteerd. Het geheel is omgeven door 'Jardin anglais' of 'anglo-chinois' van 6 hectare ; vermoedelijk aangelegd rond 1810 op oude kleiwinning; verrukkelijk labyrint van eilandjes, landtongen, landengten, kanaaltjes, heuveltjes, uitbundig slingerende paden tussen bemoste walletjes, rododendronmassieven en enkele zeldzame soorten eik.

 

De stafkaart van 1933 is wellicht de meest getrouwe weergave van het "Engels Hof", zoals het nog steeds wordt genoemd – een labyrint van eilandjes, landtongen, landengten, kanaaltjes die soms uitwaaieren in miniatuurbinnenzeeën, heuveltjes, uitbundig slingerende paden tussen bemoste walletjes, brugjes, plotse doorkijken... dit alles binnen het bestek van een bijna rechthoek van ongeveer 6 hectare. Geen theepaviljoenen, te veel Amerikaanse eik, te weinig esdoorns (bijvoorbeeld Japanse) of Pinus-soorten, maar tijdens een natte zomer als die van 2002 is de illusie overweldigend, niet alleen wegens het mos dat de walletjes langs de paden en de heuveltjes bedekt, ook de bomen en struiken, vooral de gewone beuk (Fagus sylvatica) die er wel zeer ongewone vormen en groeiwijzen tentoonspreidt, knoestige, getormenteerde stammen – soms met een bijna witte schors – schilderachtig uitschietende stronken, grote rododendronmassieven (steevast de gewone Rhododendron ponticum). Wat meer variatie, bijvoorbeeld met 'Harde Gentse' azalea's, zou de 'Japanse' ambiance alleszins ten goede komen.

Hoeve en speelhuis

De hoeve van Groot Asdonk werd rond 1760 door Arnold Cox gebouwd op de 'Brabantse Hoek', een gebied van natte podzolbodems, heide en vennen, op de grens met Tessenderlo-Engsbergen, toen nog prinsbisdom Luik. Bij de hoeve hoorden circa 80 hectare weiden, beemden, bossen en heiden. Cox was jurist en drossaard van Diest, maar stamde uit een Maaslands geslacht, waaruit de rentmeesters van Aldenbiezen werden gerekruteerd. In 1779 verdeelde hij zijn goederen tussen zijn kinderen. Asdonk kwam toe aan Godfried-Edmond, kanunnik te Maastricht, die ongeveer de helft van het jaar in Groot Asdonk verbleef. Bij diens overlijden in 1801 werd het geërfd door zijn broer Jean-Edmond en na diens dood in 1803 door zijn twee dochters Jeanne en Agnes, getrouwd met respectievelijk de broers Guillaume-François en Henri-Augustin van den Hove, voorouders van de huidige eigenaars. De ontginning van Asdonk beantwoordt aan het klassieke model dat we terugvinden bij talrijke ontginningen in de Kempen tijdens de tweede helft van de 18de eeuw: grote rechthoekige percelen gescheiden door brede, met eiken of beuken beplante dreven. De hoeve Klein Asdonk, circa 600 meter naar het zuidwesten, bevindt zich buiten deze zone van grote blokpercelen. Hoewel ze wordt afgebeeld op de Ferrariskaart (1771-1775), zou ze volgens Claes pas in 1827 gebouwd zijn.

Groot Asdonk omvat op de Ferrariskaart (1771-1775) drie losstaande gebouwen: de hoofdvleugel evenwijdig met de voorliggende dreef en de latere provinciegrens, een stal of schuur dwars op de dreef ten westen daarvan en een achterin gelegen bakhuis aan de andere zijde. Deze configuratie komt onveranderd voor op de Primitieve kadasterkaart, circa 1820. Uit de kadastrale legger blijkt bovendien dat de hoofdvleugel twee wooneenheden omvatte – en nog steeds omvat -: naast de pachterswoning ook een "speelhuis". Groot Asdonk was dus van meet af aan ook een buitenverblijf, een 'huis van plaisantie'. Vermoedelijk is het huidige gebouw (vijf traveeën, twee-en-een-halve bouwlaag, schilddak) het resultaat van een geslaagde verbouwing van een eenlaags classicistisch huis. Van deze verbouwingen, onder meer de toevoeging van een travee, is in het archief van het kadaster niets terug te vinden. De zware arduinen omlijstingen van vensters en deuren herinneren wellicht aan de Maaslandse herkomst van de bouwheer. Dat het kleine, losstaande gebouw ten zuiden de oudste kern van het complex zou zijn, blijkt uit geen enkel archiefstuk. De rij imposante zomereiken (Quercus robur) die voor het gebouw de provinciegrens markeert, is waarschijnlijk even oud als de Asdonkhoeve zelf.

Het Engels Hof

Groot Asdonk behoorde bij de opstelling van het kadaster (1820-1830) toe aan Guillaume-François van den Hove, echtgenoot van Jeanne Cox, grootgrondbezitter, lid van de Provinciale Staten en burgemeester van Diest van 1817 tot bij zijn dood in 1826. Toen werden het burgemeesterschap, de zetel in de provincieraad én Asdonk overgenomen door zijn broer Henri-Augustin, lid van de Tweede Kamer van het Verenigd Koninkrijk en, in 1830, van het Congres. Het 'Engels Hof' werd aangelegd in opdracht van Guillaume-François van den Hove en wordt schematisch weergegeven op de Primitieve kadasterkaart van Tessenderlo, sectie D derde blad, opgemeten door P.J. Sotiau in 1827. Een 'jardin à l'anglaise' – het vroegste type van landschappelijke tuin in onze gewesten – op een zo desolate en afgelegen plaats als de Brabantse Hoek, is op zijn minst een merkwaardigheid. Een andere term is hier wellicht nog meer op zijn plaats, gezien de topografie die hoger werd beschreven: 'jardin anglo-chinois', een interpretatie van de Engelse landschapstuin die in Frankrijk opgang maakte na de publicatie van William Chambers' Designs of Chinese Buildings (1757) en A Dissertation on Oriental Gardening (1772). De Engelse landschaptuinen zouden – zo dacht men – vooral geïnspireerd zijn door Chinese modellen. In de praktijk leidde dit tot de creatie van vrij kleinschalige, gesloten, welomlijnde tuinen met een woelige topografie en een overdaad van artefacten en 'fabriekjes', dikwijls 'chinoiserie': pagodes, boogbrugjes, paviljoens... Dergelijke tuinen lagen vaak naast of los van het landhuis.

De orale traditie binnen de familie van den Hove maakt gewag van een eigen, op de antieke mythologie gebaseerde toponymie en zelfs van een tempeltje, maar daar is niets meer van overgebleven. Volgens dezelfde bron zou een groot gedeelte van het plantsoen in het 'Engels Hof ' van Groot Asdonk afkomstig zijn uit de kwekerij van Joannes Hermans, voortgezet door François de Pierpont te Herk-de-Stad – het huidige gemeentepark Olmenhof, momenteel een van de belangrijkste dendrologische collecties van België, waar al vroeg in de 19de eeuw een boomkwekerij bestond. Dit lijkt niet onwaarschijnlijk, want de Pierpont was gehuwd met een achternicht van Hermans, Adèle van den Hove.

Het aangename en het nuttige

Van het 'Engels Hof ' van Asdonk zijn geen 19de-eeuwse afbeeldingen bekend. Toen de fotografie in de mode kwam was de belangstelling voor dergelijke tuinen allang verdwenen. De huidige brugjes zijn ordinaire (op één na) vlakke, houten constructies; op de 6 meter hoge heuvel op een van de schiereilandjes staat geen paviljoen maar de (betonnen) resten van een banale zitbank; de struiketage blijft beperkt tot grote rododendronmassieven, maar de enkele struiken Pontische azalea (Rhododendron luteum) en schijnels (Clethra alnifolia) zijn wellicht overblijfsels van een meer gevarieerde beplanting. Oudere exemplaren van bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea') en amberboom (Liquidambar styraciflua) zorgen voor kleuraccenten en aan de rand van het 'hof ' staan zeldzame eikensoorten – Quercus imbricaria en een bastaard daarvan, Quercus x leana – en enkele oude Corsicaanse dennen (Pinus nigra subsp. laricio).

Het 'Engels Hof' zou met behulp van lokale arbeidskrachten aangelegd zijn tussen 1806 en 1809 naar ontwerp van een Luikenaar, Georges de Lance, die bij de aanleg van promenades in Spa al zijn sporen had verdiend. Hieromtrent is verder onderzoek noodzakelijk. Misschien heeft Guillaume-François van den Hove zijn 'Engels Hof' laten aanleggen om een erg prozaïsche reden. Asdonk ligt in een gebied van natte, zandlemige podzolen die bovendien gekenmerkt worden door een leemsubstraat op geringe diepte. Deze leemlaag werd mogelijk gebruikt om Groot Asdonk mee te bouwen. Het resultaat was een 'wasteland', een verzameling plassen en hopen, ideaal uitgangspunt voor een 'jardin anglochinois'...

Merkwaardige bomen (opname 1 augustus 2002). Het cijfer in vet geeft de stamomtrek in centimeter weer. De omtrek wordt standaard gemeten op 150cm hoogte. Het cijfer vooraan verwijst naar de locatie van de bomen op een plan in het inventarisdossier.

  • 5. zomereik (Quercus robur) 400
  • 7. zomereik (Quercus robur) 357
  • 9. zilveresdoorn (Acer saccharinum) 357
  • 10. Quercus x leana 303
  • 14. Quercus x leana 197
  • 16. Quercus imbricaria 239

 

  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Oudste kadastrale legger [212] Schaffen, art. 547 nr. 39-40 en art. 1042.
  • Livre d'or de l'ordre de Léopold et de la Croix de fer, I, Bruxelles, Ch. Lelong, 1858, p. 374.
  • ARNOLD U. en anderen, De Balije Biezen in het Rijn-Maasgebied, Gent, Snoeck-Ducaju, 1993, p. 75 en volgende.
  • BAEYENS L., Bodemkaart van België: kaartblad Tessenderlo 61W, Centrum voor Bodemkartering, 1960, p. 34-35.
  • BAUDOUIN J.C. e.a., Bomen in België. Dendrologische inventaris 1987-1992, Stichting Spoelberch-Artois in samenwerking met de Belgische Dendrologische Vereniging, 1992, p. 288.
  • BENETIERE M.-H., Jardin – vocabulaire typologique et technique, Paris, Centre des monuments nationaux – Editions du Patrimoine, 2000, p. 49.
  • CLAES F., Bijdrage tot de toponymie van Schaffen en Molenstede, in Handelingen van de Koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie LXVIII, 1996, p. 83.
  • CLAES F. en anderen, Geschiedenis van Molenstede, Mickey Club Molenstede, 1993, p. 86.
  • DE WALQUE J. & A., Histoire contemporaine de la famille van de Hove d'Ertsenryck, 1959, p. 25-27.
  • JELLICOE G. e.a., The Oxford companion to gardens, Oxford, New-York, Oxford University Press, 1986, p. 298-299.
  • VAN DER EYCKEN M., Geschiedenis van Diest, Stadsbestuur Diest, 1980, p. 263-264.
  • VAN DESSEL R., Engsbergen, 850 jaar geschiedenis, Tessenderlo-Engsbergen, Landelijke Gilde, 1984, p. 93-95.

Bron: DENEEF R., 2007: Historische tuinen en parken van Vlaanderen. Inventaris Vlaams-Brabant. Hageland - Noordoosten van Vlaams-Brabant. Aarschot, Begijnendijk, Bekkevoort, Boortmeerbeek, Diest , Haacht, Keerbergen, Rotselaar, Scherpenheuvel-Zichem, Tremelo.
Auteurs: Deneef, Roger; De Maegd, Christiane; Cresens, André; van den Hove d'Ertsenryck, Norbert
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Omvat
    Eiken als grensbomen in Domein Asdonk

  • Is deel van
    Molenstede

  • Is deel van
    Tessenderlo


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hoeve Groot Asdonk met tuin [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134484 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.