De 'Priorij van Corsendonk en de Tikkebroeken' is gelegen in de gemeenten Kasterlee en Oud-Turnhout op de overgang van Centrale Kempen naar Noorderkempen. De begrenzing wordt gevormd door de Steenweg op Mol en Donk in het noordoosten, de Kinschotsebaan en de Wamp in het oosten, Vorsel en de Kalverstraat in het zuiden en Kluis in het oosten.
De tot op vandaag ‘bewaarde’ gebouwen van de voormalige priorij van Corsendonk gaan terug tot de eerste helft van de 16de eeuw en de 17de eeuw en zijn gelegen binnen een domein dat wordt omwald door de ‘Rooise Loop’, die uitmondt in de Wamp. De eerste nederzetting op deze plaats zou echter teruggaan tot 1398, gelegen binnen een omwalling met een nagenoeg vierkante vorm. Het plan en de omvang van deze eerste aanleg wordt vandaag nog gedeeltelijk op het terrein weerspiegelt door een gedeelte van de huidige omwalling en de ongewone oriëntatie van de infirmerie en het voormalige knechtenhuis. In de loop van de 16de eeuw werden nieuwe kloostergebouwen opgetrokken, die, na gedeeltelijke verwoesting als gevolg van iconoclasme en militaire operaties in de 17de eeuw, werden hersteld en uitgebreid. Ze werd opgetrokken in laatgotische en traditionele bak- en zandsteenstijl.
In de loop van de 19de eeuw moest de priorij plaats maken voor het zogenaamde ‘Hof Corsendonck’, een kasteel in neoclassicistische stijl met park. De priorijgebouwen werden sterk aangepast en verbouwd en ook de kloostertuin kreeg een nieuw gezicht. In de tweede helft van de 20ste eeuw werden de resterende en vervallen priorijgebouwen, namelijk de noordelijke en westelijke vleugel, het vrouwen-, kinder- en lekenhuis en de infirmerie gerestaureerd of gereconstrueerd in hun 16de en 17de eeuwse toestand. Op bepaalde plaatsen werd eveneens de vroegere geordende kloostertuin gereconstrueerd met onder andere een vierseizoenentuin. Ten noorden van de priorij ligt het molenhuis van de eertijds nabijgelegen molen, die teruggaat tot het einde van de 18de eeuw. Het drevenpatroon rondom de priorij is nog goed vergelijkbaar met wat we terugvinden op de kabinetskaart van de Ferraris (1771-1778). De huidige ‘eendenkom’ is op deze kaart herkenbaar als vijver, die de priorij voorzag van de nodige visrantsoenen. Rondom de priorij domineerde heide met hier en daar akker- en weiland. De Tikkebroeken waren op dat moment moerassige weiden, omgeven door landbouwgrond en ook langsheen de, toen nog sterk kronkelende, Wamp vinden we moerassige weilanden. Een halve eeuw later zien we op de topografische kaart van Vandermaelen (1854) weinig verandering; de structuur van het landschap is zo goed als onveranderd gebleven, uitgezonderd het toegenomen aandeel weiland langsheen de Rodenloop, die op dat moment reeds zijn huidige rechtlijnige structuur heeft.
De weilanden in de vallei van de Wamp in het oosten en de vallei van de Rodeloop in het westen komen in het noorden ter hoogte van de priorij samen en in het zuiden ter hoogte van Kluis. Op deze manier vormen ze als het ware een ovaal rondom de drogere heidegronden ten zuiden van de priorij. Tot in het begin van de 20ste eeuw herkennen we op topografische kaarten de Wamp als een sterk kronkelende waterloop; vandaag is hij rechtgetrokken. Het centrale gedeelte van het gebied en een deel van de valleien van de Wamp en de Rodenloop kreeg haar huidige vorm door de landbouwactiviteiten in de 19de eeuw. Nog steeds ‘omhelzen’ de Wamp en de Rodenloop met bijhorende vallei dit landschap. Daarnaast is er het mooi bewaarde drevenpatroon, dat vertrekkend vanaf de priorij, naar de vier windrichtingen uitstraalt en zo de centrale ligging van de priorij benadrukt. Als resultaat verkrijgen we een esthetisch aantrekkelijke coulissenlandschap.
Het gebied heeft ook een belangrijke natuurwetenschappelijke waarde. Het valleigebied van de Rodeloop, waar men een typische beekdalvegetatie terugvindt, speelt hierin een cruciale rol. Een complex van natte hooilanden, vochtige heide en struweel, naast drogere plaatsen met naald- of loofhout zijn het resultaat van een variatie aan abiotische condities. Dankzij de diversiteit in structuur is dit gebied tevens zeer geschikt voor verschillende diersoorten: vooral vogels, maar ook zoogdieren, amfibieën, reptielen, en talrijke vlinders en libellen vinden hier een geschikte habitat. De boscomplexen ten noordoosten van de priorij en deze langsheen de Wamp dragen eveneens bij tot de natuurwetenschappelijke waarde van het gebied en hebben vooral voor de avifauna een belangrijke waarde. Met de aanleg van de autosnelweg E34 Antwerpen-Eindhoven werden het landschap en het drevenpatroon van de priorij van Corsendonk ruimtelijk doorsneden; de visuele relatie bleef wel bewaard.
Bron: Ankerplaats 'Priorij van Corsendonk en de Tikkebroeken'. Landschapsatlas, A10022, Agentschap Onroerend Erfgoed, Brussel.
Auteurs: Van Olmen, Mira; De Borgher, Marc; Meesters, Ludo; De Clippel, Jean-Yves
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Omvat
Corsendonkse dreef
Is deel van
Kasterlee
Is deel van
Oud-Turnhout
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Priorij van Corsendonk en de Tikkebroeken [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/135016 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.