Het Wullebos - de Baggaart, op de grens tussen Moerbeke en Stekene, is begrensd door de expresweg Knokke- Antwerpen in het noorden, de Haringslede in het westen, Klein Sinaai in het zuiden en loopt ongeveer tot aan Grote Huike in het oosten. Dwars door het gebied lopen de Abelebeek en Wullebosbeek parallel aan elkaar in noord-zuidrichting.
Het gebied bestaat in het noorden voornamelijk uit bos, hoofdzakelijk naaldhout. Het zuidelijk deel bestaat uit akkers en weiden die met perceelsrandbegroeiing, voornamelijk knotbomen, omzoomd zijn. Hier en daar komen nog enkele percelen bos voor. Dit heeft een gecompartimenteerd landschap tot gevolg.
De 18de-eeuwse Ferrariskaart toont het Wullebos - de Baggaart als een boscomplex dat door de Papdijk doorkruist wordt. Ter hoogte van dit boscomplex buigt deze dijk, die van Overslag naar Koewacht gaat, naar het zuiden af. Vanaf Pereboomsgat is de dijk genivelleerd en enkel nog aan het wegenpatroon te herkennen. Tussen Overslag en Pereboomsgat daarentegen, is op de meeste plaatsen wel een niveauverschil merkbaar. De Papdijk zou van het einde van de 17de eeuw dateren. Het Wullebos vormde lange tijd het enige bos op de dekzandrug Maldegem- Stekene. Aangenomen wordt dat de bossen op de dekzandrug voornamelijk sinds het midden van de 18de eeuw werden aangeplant. In die bosgebieden ligt een dambordvormig drevenpatroon. Een klein stuk ten noorden van de Papdijk ligt onder heide en meers. Naar het zuiden toe komen meer open plekken, akkers en weiden met perceelsrandbegroeiing, in het bos voor. De zuidwestelijke hoek bestaat volledig uit weiden, en hier en daar een akker. Deze percelen zijn eveneens met perceelsrandbegroeiing omzoomd. Op de Ferrariskaart zijn alle andere bossen op de grote dekzandrug ook te zien en maakt het Wullebos dus deel uit van een lange bosgordel.
Uit een vergelijking tussen de verschillende topografische kaarten blijkt tussen 1780 en 1870 het zuidelijke deel van het gebied grotendeels ontbost te zijn ten voordele van de uitbreiding van het landbouwareaal. Tegen het einde van de 19de eeuw breidde de boskern in het noorden terug een stuk uit. Gedurende heel deze periode blijven het perceelspatroon, de perceelsrandbegroeiingen en het wegenpatroon behouden. In het zuidelijk deel is de perceelsrandbegroeiing nog altijd aanwezig, maar minder dan op de historische kaarten te zien.
Het bodemgebruik blijkt sterk aan het bodemtype gebonden. Zo is de kern van het Wullebos op erg droge zandgronden, met een humusarme bovengrond, gelegen. Het gebied ten noorden en zuiden daarvan ligt op matig droge zandgronden. Hier komen er al enkele akkers en weiden tussen de bospercelen voor. Het zuidelijke gebied, dat volledig onder landbouwgebruik ligt, bestaat uit matig natte zandgronden. Rond de bewoningskernen in het oosten van het gebied zijn de zandgronden droog tot matig nat en hebben ze een sterk antropogene invloed.
Over de ontginningsgeschiedenis van de Baggaart is weinig bekend. De nabijgelegen Boudelohoeve, gelegen op gronden die door de graaf van Vlaanderen geschonken waren, heeft daar zeker een sterke rol bij gespeeld. Deze Cistercienzerabdij had ook de nabijgelegen Fondatie en Heirnisse in gebruik.
Bron: Ankerplaats 'Wullebos'. Landschapsatlas, A40018, Agentschap Onroerend Erfgoed, Brussel.
Auteurs: Van den Bremt, Paul; Tack, Guido; De Meirsman, Reginald; Vanmaele, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Wullebos - De Baggaart [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/135194 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.