omvat de aanduiding als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Watermolen Binkenmolen met omgeving
Deze bescherming is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Watermolen Genaamolen met omgeving
Deze bescherming is geldig sinds
Het landschap is gelegen in de vallei van de Abeek stroomopwaarts van Bocholt, in het grensgebied met de gemeenten Bree, Meeuwen-Gruitrode en Peer. Het bevindt zich in de overgangszone tussen het Kempens Plateau en de Vlakte van Bocholt. Dergelijke overgangszone wordt gekenmerkt door een eigen dynamiek. Naast een gevarieerd bodemgebruik en waardevolle, cultuurhistorische elementen bezit het landschap hier ook een bijzonder reliëf.
De Abeek sneed een smalle vallei uit in het Kempens Plateau. Het grondwater, dat in de ondergrondse lagen van het plateau opgeborgen zit, komt er aan de oppervlakte in bronnen of sprinken en moerassige kwelzones. Dat is bijvoorbeeld het geval in de Rietkuil op de linkerflank van de beek te Grote-Brogel. De reliëfkenmerken van het landschap worden sterk mede bepaald door terreinverzakkingen langs verscheidene breuken, die zich op de zuidrand van de Slenk van Roermond situeren. Een eerste steilrand (Bree - Grote-Brogel) overbrugt het hoogteverschil tussen het plateau en het zogenaamde niveau van Grote-Brogel - Gerdingen op 50-55 m. Verder noordwaarts vormt een tweede rand (Bree - Kaulille) de grens met de Vlakte van Bocholt. Die laatste is het gevolg van de Feldbissbreuk, waarlangs de vlakte lager kwam te liggen. De verschillende niveaus zijn bedekt door eolische dekzandpaketten, die dunner zijn op het plateau dan op het laagland. Zoals ook elders op en rond het Kempens Plateau geeft de vallei het algemeen stramien aan waarlangs de vestigingen plaatsvonden en vormt hier een smal lint tussen Reppel en het gehucht Over de Beek. Landschappelijk is zij ook de verbinding tussen het kleinschaliger landschap op het plateau en het natter en open grasland- en akkerbouwgebied in de Vlakte van Bocholt. Zuidwestelijk voeren op de valleiranden nog velden en weiden de boventoon, waartussen verspreide hoeves staan en historisch stabiele loof- of naaldhoutbosjes voorkomen. Houtkanten schermen er tal van landbouwpercelen af. De oudere akkers in de regio bezitten plaggenbodems. In de Kempense beekvalleien werden van oudsher vochtige beemden als hooi- en weiland in cultuur gebracht. Een grachtenstelsel maakte de ontwatering mogelijk.
Tot begin 20ste eeuw werd in de Abeekvallei turf gestoken, waarvan sommige turfputten zijn overgebleven en ontwikkeld tot moerassige plaatsen. Er kwamen ook bevloeide, zogenaamde waterbeemden voor. Volgens onderzoek was dit een zeer algemene, vele eeuwen oude en door de Kempense landbouwers toegepaste bevloeiing van grasland. Er lag onder andere een bevloeiingscomplex op vlakke veenbodem ter hoogte van de hoeve Het Ooievaarsnest. Die hoeve (13de eeuw, heropgebouwd na brand in 1866) geldt overigens als het geboortehuis van Pieter Breughel de Oude. Zoals vaker voorkwam werd de beek stroomopwaarts van de Genamolen opgeleid, en de zo hoger liggende beek ook daar gebruikt voor bevloeiing. Na de Tweede Wereldoorlog vielen veel van de hooilanden in onbruik. Zij werden aangeplant met populieren, verruigden tot rietlanden of evolueerden terug tot elzenbroekbossen of laagvenen. Op de Vlakte van Bocholt ontbreekt dat bodemtype volledig. Daar werden de beemden op de zandige, vastere bodem veelal gebruikt en ingericht als graasweiden, gekenmerkt door verspreide bomenrijen. Op de steilere hellingen van de vallei in Grote Brogel en Meeuwen gaf het landgebruik aanleiding tot de vorming van taluds en een opstrekkend patroon van holle wegen. De oude wegverbindingen werden uitgeschuurd door het eeuwenlang gebruik van hooiwagens en molenkarren.
Op de beek lagen tal van watermolens: de naar Bokrijk verhuisde Slagmolen van Ellikom, de Reppelse of Cuppensmolen, de Binkenmolen, de molen van Mariëndaal en tenslotte de Genamolen te Beek. Een dreef verbond de molen te Ellikom met de hoeve Het Ooievaarsnest aan de overzijde van de beek. Waar zich nu de watermolen van Reppel bevindt, stonden oorspronkelijk drie molens. De oudste stamt uit het midden van de 9de eeuw (856) en is één van de oudste van het land. De slagmolen gaat terug tot het begin van de 15de eeuw. Van de schorsmolen zijn de typische stenen met diepere groeven bewaard gebleven.
Reppel is ook één van de oudste dorpen van de streek. Dat blijkt onder andere uit de gegevens over de Sint-Willibrorduskerk, die teruggaan tot de schenking van Replo aan de abdij van Echternach in 725. In de 14de eeuw werd een gotische kerk opgericht. De huidige neogotische kerk werd dwars op de richting van de vorige kerk gebouwd zodat de toren en het 16de-eeuwse koor bewaard bleven, en nog steeds het dorpszicht bepalen.
De ecologisch en landschappelijk waardevolle, oude kanaalarm wordt genoemd naar de 15de-eeuwse priester Jan Van Abroek, geboren in de Genamolen. Statige bomenrijen en houtkanten langs de jaagpaden accentueren de het vroegere kanaaltracé in het landschap en zijn van beduidend hogere ouderdom dan die langs de huidige Zuid-Willemsvaart. De oude hoekige kanaalarm werd in de jaren 1930-35 afgesneden en vindt zijn oorzaak in het reliëf. Bij de aanleg van de Zuid-Willemsvaart begin 19de eeuw vreesde men niet alleen diepe insnijdingen maar ook, zoals hier het geval is, depressies waar het kanaal door middel van dijken als het ware bovenop het landschap moest gebouwd worden. Het noord-zuidpand is sinds enkele jaren gedeeltelijk ingenomen door de expresweg Bocholt-Bree. De wel bewaarde gedeelten vertonen het beeld van de Zuid-Willemsvaart in zijn oude glorie. Van belang is ook het recreatieve aspect van het valleigebied. Het oud kanaal Jan Van Abroek wordt reeds langer bevist. De regio is aantrekkelijk door zijn variatie aan landschappelijk erfgoed en leent zich tot fiets- en wandeltoerisme, waartoe verschillende routes werden uitgestippeld.
Bron: Ankerplaats 'Vallei van de Abeek stroomopwaarts van Bocholt'. Landschapsatlas, A70037, Agentschap Onroerend Erfgoed, Brussel.
Auteurs: Van den Broeck, Myriam; Geyskens, Bart; Bats, Hubert
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Bocholt
Is deel van
Bree
Is deel van
Meeuwen-Gruitrode
Is deel van
Peer
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Vallei van de Abeek stroomopwaarts van Bocholt [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/135304 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.