erfgoedobject

Kasteel Bossenstein

bouwkundig / landschappelijk element
ID
13889
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/13889

Juridische gevolgen

Beschrijving

Waterkasteel met nagenoeg rechthoekige plattegrond en uitbouw ten westen van donjon; gebouwen opgetrokken rondom vierkant binnenhof. Ten noorden van de binnenhof, woonvertrekken met ingebouwde donjon, overige zijden ingenomen door galerijen met centraal poortgebouw. Ten zuidoosten, naast de omwatering, L-vormige (oorspronkelijk langgestrekte) hoeve. Kasteel omringd door cultuurgronden en bosgebied ten noorden. Een dreef van circa 1 kilometer, in de as van de kerktoren, verbindt het kasteel met de Kapelstraat.

HISTORIEK

Eerste vermelding in 1346 als eigendom van Joannes de Busco of van den Bossche, vandaar de benaming "Bossenstein". Sommige auteurs zien de betekenis van Bossenstein eerder als woning in een bosrijke streek. Vanaf 1357 in handen van Adam van Berchem. Bleef in bezit van de familie van Berchem tot het in 1544 verkocht werd aan Guillelmus van der Rijt. Van 1559 tot 1643 hadden de heren van Bossenstein de heerlijkheid Broechem-Oelegem in handen. In 1643 kocht de hertog van Brabant de heerlijkheid terug om het reeds in 1644 te verkopen aan Philippe le Roy, eigenaar van Broechemhof. Kasteel vanaf 1649 in bezit van de familie 't Seraerts; door huwelijk in 1651 van Margareta Hendrika 't Seraerts met Willem van Halmale komt het vanaf 1702 in het bezit van de familie van Halmale. Daardoor kwam de benaming "Halmaleshof" in zwang. In 1793 verkocht aan Louis de Haultepenne en in de 19de eeuw in het bezit van de Woelmont (vanaf 1843 of 1854). Tussen 1798 en 1807 (of 1837) bewoond door zusters norbertinessen van "'t Hofken van Herentals". Onbewoond tussen 1840 en 1920; vandaar de verbastering van de benaming "Halmaleshof" tot "Allemanshof". Aangekocht door Antoon Spruyt in 1906 en door Paul Charon in 1952.

Het kasteel bestond in zijn oudste vorm uit de nog bewaarde woontoren of donjon, mogelijk daterend uit de 14de of 15 eeuw, met zelfs oudere funderingen. Daar Jacques le Roy melding maakt van herstellingen door Adam van Berchem wordt verondersteld dat de donjon opgetrokken werd in de tweede helft van de 14de eeuw. De vleugels ten oosten en ten westen, van de donjon dateren waarschijnlijk uit de 16de eeuw (of volgens sommige auteurs zelfs uit de 15de eeuw). Volgens Edw. Leonard werden deze vleugels niet gelijktijdg opgetrokken. In verkoopsakte van 1544 wordt Bossenstein vermeld als een stenen omwaterd huis met onder meer brouwerij, bakhuis, schuren, stallen, duifhuis, wagenhuis en zo meer. Volgens de Raadt werden de meeste gebouwen opgetrokken na 1559 (jaar waarin Bossenstein de zetel werd van de heerlijkheid Broechem-Oelegem) en voor circa 1650, doch de donjon bestond zeker reeds in de 15de eeuw. Geheel aan zuidgevel voorzien van een lagere vleugel, mogelijk daterend uit de 16de eeuw of pas circa 1660 aangebracht met hergebruik van een laat-gotische deuromlijsting. De gebouwen aan west-, oost- en zuidzijden van de binnenhof dateren vermoedelijk uit de 16de eeuw, doch de meeste auteurs zijn overtuigd dat pas vanaf 1660, onder van Halmale de galerijen en zuidelijke woonvleugel ontstonden. Meer aanvaardbaar lijkt het ontstaan ervan in de 16de eeuw met aanpassingen na 1660 zoals het aanbrengen van galerijen, verbouwing zuidgevel, plaatsen poort in zuidgevel poortgebouw en vervangen van wachttoren op de donjon door een bakstenen overkragende verdieping. Vanaf 1840 tot begin 20ste eeuw bleef het kasteel onbewoond. In 1906 aangekocht door Antoon Spruyt die circa 1920 het kasteel, dat bovendien in de Eerste Wereldoorlog werd beschadigd, opnieuw bewoonbaar maakte. Door Paul Charon circa 1963 grondig gerestaureerd. Zo werd de nagenoeg gesloten oostelijke woonvleugel voorzien van kruiskozijnen, en de oostelijke en westelijke trapgevels vernieuwd.

BESCHRIJVING

Waterkasteel toegankelijk via vlakke bakstenen brug met een spits- en korfboog, bakstenen leuning. Binnenhof aan oost-, west- en zuidzijden afgesloten door galerijen van één bouwlaag onder zadeldaken (leien) met dakkapellen. Centraal ingebouwd poortgebouw, met vierkante plattegrond, van twee bouwlagen. Onder tentdak (leien) met uivormige bekroning. Zuidvleugel met achtzijdige hoektorentjes van twee bouwlagen onder naaldspits (leien) met uivormige bekroning. Traditionele bak- en zandsteenstijl; fundering van zandsteen en onderbouw van bak- en zandsteen met afzaat van zandsteen. Hoekstenen van zandsteen en steigergaten bij poortgebouw en hoektorentjes. Daklijsten met sierlijk gesculpteerde houten modillons.

Poortgebouw met korfboogvormige ingangspoort in omlijsting van hardsteen: vlakke pilasters met neuten, geprofileerde imposten, boogomlijsting met verdiepte panelen; inzwenkende zwikken onder geprofileerde lijst en kroonlijst. Aansluitend rechthoekig venster met negblokken, kwarthol geprofileerde dagkanten en geprofileerde latei op consoles. Prachtig smeedijzeren vensterhek. Flankerende ronde pseudoschietgaten van zandsteen; in zandsteen uitgewerkte wapens van van Halmale en 't Seraerts als bekroning. Datering 1660, van natuursteen geplaatst in gedichte steigergaten. Hoektorentjes met beluikte kloosterkozijnen, alsook rechthoekige venstertjes en halfronde duivegaten. De negenoog gesloten buitengevels van de galerijen bevatten enkele rechthoekige luikopeningen.

Galerij aan binnenhofzijde: geprofileerde rondbogen van hardsteen met gekrulde sluitsteen op Toscaanse zuilen met lichte entasis; onder geprofileerde zandstenen kroonlijst. Bij poortgebouw driezijdige boog met sluitstenen, op Toscaanse zeilen met schachtringen. Bepleisterde en beschilderde kruisgewelven met sierlijke sluitsteen en vlakke gordelbogen rustend op abacus en geprofileerde consoles.

Op bovenverdieping van poortgebouw, deels gedicht kruiskozijn, met uurwerk in gedicht benedenlicht. In het verlengde galerij en aansluitend bij woongevel, dienstgebouwen van drie traveeën en één bouwlaag. Sokkel van zandsteen en uitspringende speklagen ter hoogte van vensterdorpels; geprofileerde kroonlijst van zandsteen. Beluikte vlakke kruiskozijnen van natuursteen met neuten, oren en geprofileerde waterlijst. Rondboogdeur in vlakke omlijsting van natuursteen met diamantkopimposten en sluitsteen onder bovenlicht opgevat als bolkozijn met geprofileerde waterlijst.

Woongedeelte aan noordzijde van de binnenhof: twee evenwijdig gelegen vleugels met in noordvleugel ingebouwde vierkante donjon. Voorbouw met symmetrisch opgebouwde zuidgevel van zeven traveeën en twee bouwlagen onder schilddak (leien) met houten rechthoekige dakkapellen onder afgewolfde daken (leien); sierlijke bakstenen schouwen met gesmeed ijzeren bekroning. Bakstenen gebouw op zandstenen sokkel. Uitspringende vlakke speklagen ter hoogte van de vensterdorpels; daklijst op houten gesculpteerde consoles. Op eerste bouwlaag, licht uitspringende vlakke kruiskozijnen van natuursteen met neuten, oren en geprofileerde waterlijst, waarop borstwering met hardstenen balusters van de spiegelboogvormige bovenvensters; eveneens met vlakke omlijsting en geprofileerde waterlijst. Laat-gotische spitsboogdeur, met steektrap en vier treden. Steenmerk van de familie Nopere, werkzaam vanaf de tweede helft van de 15de eeuw tot de tweede helft van de 17de eeuw. Houten vleugeldeur met fraai gotisch ijzerbeslag, in omlijsting met spitsboogvormge archivolten en geprofileerde waterlijst op consoles, waarop bloemenslingers. Ovaal bovenlicht in vlakke omlijsting gevat in vlak lijstwerk met S-vormige voluten en krullen waartussen de datering 1664.

Noordelijk woonvleugel met ingebouwde donjon van vier traveeën en vier bouwlagen onder hoog schilddak (leien) met rechthoekige dakkapellen onder afgewolfde daken; flankerende ronde arkeltorentjes onder polygonale spitsen (leien). Verankerd, grotendeels zandstenen gebouw met vierde overkragende bouwlaag van baksteen met banden van zandsteen ter hoogte van de luikdorpels. Eerste twee bouwlagen met verbouwde kruiskozijnen; geprofileerde tussendorpels ondersteund door consoles. Bolkozijnen op derde bouwlaag; kleine rechthoekige luiken op vierde bouwlaag en in arkeltorentjes.

Flankerende oostvleugel met noordgevel van vijf traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (leien) met houten dakkapellen. Oostelijke trapgevel met rond arkeltorentje onder kegeldak (leien) ten noordoosten. Verankerd bakstenen gebouw op onderbouw van zandsteen; hoekstenen van zandsteen. Noordgevel met kruiskozijnen en rechthoekige vensters. Oostgevel met rechthoekige venstertjes en luikjes; driezijdige erker oorspronkelijk apsis van de huiskapel met spitsboogvenstertjes en penanten van zandsteen, onder leien dak bekroond met kruisbloem. Arkeltorentje met schietgaten en rechthoekig luik.

Uitspringende westvleugel van twee traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (leien) met westelijke trapgevel. Verankerd bakstenen gebouw met hoekstenen van zandsteen; fundering deels van zandsteen en van bak- en zandsteen. Rechthoekige venstertjes met negblokken in kelderverdieping. Grotendeels in de 20ste eeuw aangebrachte kruiskozijnen. Westgevel met vernieuwde (?) kloosterkozijnen en rechthoekige luikjes.

Interieur

Vestibule in zuidelijke voorbouw: neorenaissance deuren, plafond met moer- en kinderbalken. Stenen trap in vestibule leidt naar souterrain met oorspronkelijk keuken, kelders en zo meer. Plafond van gekalkte troggewelven met moerbalken gestut door houten vierkante pijlers met afgeschuinde hoeken. Brede schoorsteen met rechthoekige schoorsteenmantel op witstenen dragers en grotendeels houten tablet. Verder gekalkte gewelfde kelder.

Zaal op gelijkvloerse verdieping donjon bereikbaar via een klein houten trapje vanuit vestibule: plafond met moer- en kinderbalken rustend op geprofileerde kraagstenen. Steekboogvormige vensternissen ter dikte van de muren. Rechthoekige deuren met eikenhouten omlijsting.

Links van donjonzaal, dus in westvleugel, plafond met moer- en kinderbalken en twee gesculpteerde balksleutels versierd met saters en een met de datering 166? Neo(?)-gotische witstenen schouw, tablet waarop wapenschild geflankeerd door datering 1662. Stookplaats met haardplaat waarnaast tegelwanden van blauwe Delftse tegels.

Eerste kamer rechts van de donjonzaal, dus in oostvleugel, stucplafond met moerbalken en rechthoekig paneelwerk met schelpmotieven, guirlandes en ineengestrengelde vruchtenhoorns. Tweede kamer in de oostvleugel, bevat ook een stucplafond bestaande uit drie geprofileerde vakken gescheiden door moerbalken.

Paneelwerk met hiertussen prachtig uitgewerkte en ineengestrengelde blad- en bloemenslingers. Panelen van beide kamers door Willem van Halmale voorzien van schilderingen afkomstig van de triomfbogen opgesteld in 1635 te Antwerpen voor de Blijde Inkomst van Ferdinand van Oostenrijk. Schetsen voor de triomfbogen werden geleverd door P.P. Rubens en uitgevoerd door Th. Van Thulden en anderen. Deze schilderingen verdwenen vermoedelijk in het eerste kwart van de 20ste, en werden vervangen door marmerimitatie.

Renaissanceschoorsteenmantel van roze en grijze marmer met gebulkte tablet van gemarmerd hout. Schoorsteenwand waarbij de stookplaats met haardplaat geflankeerd wordt door blauwe Delftse tegels. Rechts van de schoorsteen vijfzijdige erker, eertijds apsis van de huiskapel. Rechthoekige deuropening in eikenhouten omlijsting. Zaal op eerste donjonverdieping met gekalkte plafond met moer- en kinderbalken en neo(?)-renaissancedeuren. Eveneens vensternissen. Derde bouwlaag donjon bevat eveneens gekalkt plafond met moer- en kinderbalken op getrapte consoles en getrapte lijsten; moerbalken gestut door korbelen. Gotische schoorsteenmantel met gesculpteerde dragers waarbij de consoles versierd zijn met een mannen- en vrouwenkopje. Torendak met verscheidene schaargebinten en onder meer de zogenaamde "gerechtszaal" met middengedeelte afgesloten door houten traliewerk.

  • Administratie Ruimtelijke Ordening en Leefmilieu, Bestuur Monumenten en Landschappen, beschermingsdossier nummer 5531.
  • DE BELSER A., Bijdragen tot de geschiedenis over Broechem IV. Historische gebouwen, Heemkundige kring Broechem, 1954, 5-25
  • DE RAADT J. TH., Le manoir de Bosschesteyn, appelé vulgairement Halmalshof et Allemanshof à Broechem, Mechelen, 1891.
  • S.N., De stad,vrijdag 12 oktober 1934, 962-964.
  • S.N., Flandria Illustrata. Kastelen in Vlaanderen, onder leiding van Peleman B., deel III, Antwerpen, 1971, 34-37.
  • GIJPEN L., Krans van kastelen in de provincie Antwerpen, Antwerpen, 1960, 67-74.
  • JANSSEN J., Bossenstein, in Burchten en hoevekastelen onder leiding van genicot L., Brussel, 1976, 62-64.
  • S.N., L'Emulation, revue mensuelle d'architecture, organe de la société centrale d'architecture de Belgique, Brussel, jaargang II., nummer 6, juni 1929, 46.
  • OP DE BEECK E., Kastelen der Antwerpse kempen, Aarschot, sine dato, 18-20.
  • PETITJEAN O., Nos châteaux historiques, Tome I, Brussel, 1934, 177-186.
  • RATINCKX J., Uitstap naar Broechem en Ranst, in Jaarboek Antwerpen's Oudheidkundige kring, Antwerpen, jaargang III - 1913, 1914, 39-44.
  • REDING H., Le château Halmale à Broechem, in Annales de l'académie d'archéologie de Belgique, deel VII. Antwerpen, 1850, 335-367.
  • ROOSES M., Rubens' leven en werken, Amsterdam-Antwerpen-Gent, 1903, 565.
  • SCHOBBENS J., Dans la province d'Antwers II, Brussel, sine dato (1930), 31-34
  • THIJS A., Le château de Bosschensteyn au village de Broechem, in Recueil des bulletins de la propriété. Publiés par le journal l'Escaut d'Anvers pendant le cours de l'année 1879, jaargang XI, 3-7.
  • VANDEVIVERE I. & PERIER D'IETEREN C., De renaissance in België, Brussel, 1974, 56, 58, 59, 84.
  • WACH K., Flandrische und Brabantische Wasserslösser, in Clemen P., Belgische Kunstdenkmäler, München, 1923, deel II, 63-90.

Bron: PLOMTEUX G., STEYAERT R. & WYLLEMAN L. 1985: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 10n2 (Ho-Ra), Brussel - Gent.
Auteurs: Wylleman, Linda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Aanvullende informatie

Een park met graspartijen en verspreid groepen opgaande bomen en onregelmatige waterpartijen omgeeft het kasteel. Ten noorden van het park strekt zich een loofbos uit. Twee noordwest-zuidoost georiënteerde dreven lopen evenwijdig met de kasteelgracht. De kabinetskaart van de Ferraris (1770-1778) geeft het omgrachte “Château Rossensteen” weer met ten noorden ervan een moestuin en park, doorsneden door dreven. Ten noorden van het park bevindt zich een loofbos. Op de kaart van Vandermaelen (1846-1854) is de weergave vergelijkbaar.

  • Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden van Jozef Jean François de Ferraris, opgesteld tussen 1770-1778, schaal 1:11.520.
  • Topografische kaart van België, Nationaal Geografisch Instituut, uitgave 2006, schaal 1:10.000.
  • Topografische kaart van België, Philippe Vandermaelen, uitgegeven tussen 1846-1854, schaal 1:20 000.
Auteurs: Cox, Lise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Relaties

  • Omvat
    Langgestrekte hoeve

  • Omvat
    Woonstalhuis

  • Is deel van
    Moorstraat


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kasteel Bossenstein [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/13889 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.