is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Sint-Martinus
Deze vaststelling is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd monument Parochiekerk Sint-Martinus: orgel
Deze bescherming is geldig sinds
Plomp aandoende kruisbasiliek met neoromaanse elementen van 1855-1858 met westtoren opklimmend tot de 13de eeuw, gelegen te midden van het huidige dorpscentrum en eertijds omgeven door een kerkhof, dat werd afgeschaft in 1956; pleintje met vrij recent aangelegde beplanting aan de westzijde.
Volgens J. Verbesselt ontstaan als villa-hofkerk in de 9de eeuw (zie de aanwezigheid van het dorpshof zogenaamd "Wolfsputte", Mechelseweg nummer 21). De eigenlijke parochiegeschiedenis begon toen Burchard, bisschop van Kamerijk, het altaar van Hombeek in 1129 aan de abdij van Kortenberg schonk. Mede door haar toedoen en de abdij van Leliëndael, groeide Hombeek in de tweede helft van de 13de eeuw uit tot een belangrijk centrum met een volwaardige "ecclesia": een romaans éénbeukig kerkje met een rechthoekig koor en een vierkante westtoren.
Na de godsdiensttroebelen van de 16de eeuw volledig vervallen; meerdere herstellingswerken en gedeeltelijke heropbouw wisselden elkaar af tot in 1661 het schip helemaal werd heropgebouwd gevolgd door de bouw van twee zijbeuken; in 1737 koor herbouwd en vergroot; in 1751 werd de toren verhoogd en voorzien van een klokvormige torenhelm.
Midden 19de eeuw naar ontwerp van provinciaal architect J. Schadde volledig herbouwd (met uitzondering van de toren) omdat een vergroting noodzakelijk was geworden omwille van de bevolkingstoename. Eerste fase (afbraak oud koor, bouw nieuw koor, transept en arcade) aangevat in 1855; in 1856 bouw zijbeuken, voltooid januari 1857. Nieuwe periode van bouwactiviteit in 1936-1943, nadat een orkaan in 1936 de toren en kerk zwaar had toegetakeld; herstel torenspits naar ontwerp van architect G. Careels in 1938.
De plattegrond ontvouwt een georiënteerde, driebeukige kruiskerk met ingebouwde westtoren (weekkapel ten noorden, rouwkapel ten zuiden), schip van vier traveeën, zijbeuken van vijf traveeën, een transept van twee uitspringende traveeën met vlakke sluiting en tot slot een massief koor van één rechte travee met halfronde sluiting, aan weerszijden geflankeerd door een sacristie heden bergplaats ten noorden). Met uitzondering van de zandstenen toren, volledig van baksteen (zandsteen voor de plint, gerecupereerd van de afbraak in 1855-1856) onder leien zadeldaken, de zijbeuken onder licht hellend lessenaarsdak.
Vierkante westtoren van vier geledingen, gemarkeerd door omlopende waterlijsten, opklimmend tot de 13de eeuw; bovenste geleding onder leien klokvormige torenhelm met peerspits, van 1751. Begane grond met vernieuwde rondboogpoort in geprofileerde arduinen 19de-eeuwse omlijsting; hogerop rondboogvenster, vermoedelijk eveneens een 19de-eeuwse interventie; bovengeledingen aan drie zijden opengewerkt door blinde uitsparingen (de oorspronkelijke galmgaten die gedicht werden bij de verhoging van 1751) en rondbogige galmgaten (verhoging van 1751).
Zijbeuken geritmeerd door versneden steunberen, waartussen sobere rondboogvensters, en met het schip verbonden door middel van luchtbogen van baksteen en arduin, die de kerk een gotisch karakter verlenen; aan westzijde gemarkeerd door schuin oplopende bakstenen schermgevels met rondboogfries en klimmende rondboogfries waarvan de lisenen neerkomen op de doorgetrokken 19de-eeuwse kordonlijst. Schip, koor en transept verlicht door rondboogvensters met bakstenen monelen.
Sober, bepleisterd en overschilderd interieur met rondboogarcade van bepleisterde zuilen op octogonale natuurstenen sokkel en voorzien van een kapiteel verwijzend naar de romaanse teerlingkapitelen; schip met tongewelf, zijbeuken met kruisgewelven, kruising met koepelgewelf, koor met halfkoepel.
Schilderijen: apsis met muurschildering Christus en de twaalf apostelen op gouden achtergrond, J. de Gault, 1886; Sint-Martinus, Vlaamse School, tweede helft 17de eeuw, kopie naar A. Van Dijck.
Beeldhouwwerk: gekleed beeld Onze-Lieve-Vrouw met Kind, midden 18de eeuw; Heilige Martinus, hout, 19de eeuw en Sint-Laurentius, terracotta, 19de eeuw, beide mogelijk van de hand van J.F. Van Geel.
Meubilair: hoofdaltaar met de vier kerkvaders, van witte natuursteen door het Antwerpse beeldhouwersatelier De Boeck-Van Wint, 1886; twee portiekaltaren van gemarmerd hout, tweede helft 17de eeuw, ten noorden toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw, ten zuiden aan de Heilige Martinus; eiken koorgestoelte van circa 1856; een deel van de neoromaanse, eiken communiebank (circa 1856) bleef bewaard in de rouwkapel; eiken biechtstoelen, eerste helft 19de eeuw. Barokke orgelkast met orgel vermoedelijk uit het begin van de 18de eeuw, getransformeerd midden 19de eeuw en in 1895 gewijzigd door J. Stevens.
Arduinen doopvont uit de 14de eeuw, herkapt in de 19de eeuw, met 17de-eeuws deksel van messing. Glasramen van 1890, na oorlogsschade hersteld naar ontwerp van G. Careels.
Diverse grafstenen, onder meer van de familie P.J. de Meester in de noordelijke transeptarm.
Bron: KENNES H., PLOMTEUX G. & STEYAERT R. 1995: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Mechelen, Kanton Mechelen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 13n2, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Hombeek
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Martinus [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/1611 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.