Ruime, georiënteerde kerk, gelegen te midden van de dorpskom en omgeven door een plantsoen.
Historiek
De oudste oorkonde met betrekking tot de kerk is deze van 1055 waarin Joanna zich schatplichtig verklaart aan het altaar van Onze-Lieve-Vrouw. Behalve het feit dat er in 1364 muurschilderingen van apostelen in voorkwamen, is van deze romaanse kerk niets geweten. De toren zou in de 13de eeuw toegevoegd zijn en het gotisch hoogkoor met de kapel van Onze-Lieve-Vrouw in de eerste helft van de 15de eeuw. In 1664 verving men gans de benedenkerk en bouwde men de kapel van de Zoeten Naam Jezus. Napoleon plaatste in 1810 een semafoor op de toren, die echter reeds in 1814 werd verwijderd. In 1864 voegde men de ten noorden een bergplaats toe en voorzag men de westgevel van twee pinakels naar ontwerp van architect Edmond de Perre-Montigny (Gent). De dakruiter van 1875 verving er een met een peerspits. In 1878 werd de toren voorzien van een nieuw portaal en herkreeg zij een hoge spits naar ontwerp van architect de Perre-Montigny. Bouw van de zuidelijke sacristie in 1880.
Beschrijving
Kruiskerk met vierkante voorgeveltoren en houten dakruiter op de viering. Benedenkerk van vijf traveeën; rechthoekige transeptarmen van één travee, een weinig buiten de lijn van de zijbeuken uitstekend. Hoofdkoor met driezijdige sluiting geflankeerd door analoge zijkoren. Rechthoekige sacristie in zuidoostelijke oksel van hoofd- en zijkoor; achthoekige bergplaats in noordoostelijke oksel ervan. Pseudobasilicale opstand geheel bekleed met witte gekantrechte zandsteen (Meldert ?). Westgevel met dubbele hoeksteunberen bekroond door een zware pinakel met naaldspits. Vierkante westtoren van vier geledingen afgedekt door een achtzijdige ingesnoerde naaldspits met vier dakkapellen voorzien van een wijzerplaat. Korfboogportaal in geprofileerde omlijsting op neuten en driekwartzuiltje met bladkapiteel op de rechtstanden. Erboven ruim spitsbogig doksaalvenster met vijf staven en visblaastracering in de vensterkop. Derde geleding met in elke wand twee gedichte vensters met gedrukte spitsboog onder doorlopende waterlijst; sporen van tracering. In elke wand van het klokkenhuis twee langwerpige spitsbogige galmgaten onder doorlopende waterlijst. Zijbeuken onder lessenaarsdak; grote spitsboogvensters met drie staven en visblaastracering in de vensterkop; traveeën gemarkeerd door steunberen zonder versnijding en afgedekt door een wolfsdakje. Korfbogige lijkportaaltjes in de tweede noordelijke en zuidelijke travee. Middenbeuk onder zadeldak, even hoog als dat van kruisbeuk en koren. Transeptarmen met overhoekse steunberen en spitsboogvenster met vier lichten in de hoofdgevels. Zichtbare lagere dakmoet. Hoogkoor van drie, en zijkoren van twee rechte traveeën eveneens gemarkeerd door steunberen en ruime drielichtvensters.
Interieur
Interieur overkluisd door bakstenen kruisribgewelven waarvan de ribben in de middenbeuk neerkomen op kraagstenen waarboven een geknielde figuur in bas-reliëf (vermoedelijk de twaalf apostelen). Gedrukte spitsbogige scheibogen rustend op rondzuilen met achtkantige sokkel en eenvoudig lijstkapiteel.
Mobilair
Schilderijen: "Onze-Lieve-Vrouw Hemelvaart en Kroning" (circa 1600, Frans Francken); voorts groot aantal barok schilderijen van 1669 tot 1690 door Nicolaas Martijn Fierlants, Jan Maes, J.J. van Opstal, Marcus van Duvenhede. Barok koorgestoelte (gebroeders Verbruggen), preekstoel (1698, Pleven), biechtstoelen (circa 1700 J.B. de Wree), communiebank. Houten kruisbeeld (17de eeuw).
Gotische grafzerk van Jan van de Cautere tegen de noordoostelijke vieringpijler.
- S.N. 1975: De Onze-Lieve-Vrouwekerk te Melsele, s.l..