Ensemble van drie rijhuizen met drie bouwlagen en pseudomansardedak, alle naar ontwerp van architect Valentin Vaerwyck.
Nummer 892-894. Vrij eenvoudige bakstenen lijstgevel van twee traveeën gemarkeerd door verticaliserende pilasters. Rechthoekige garagepoort, deur en vensters met kleine roedeverdeling. Versierde borstweringen met jaarsteen "anno 1923" en panelen met art-decogetinte sierelementen.
Nummer 896. Zogenaamd "Eigen Heerd". Voormalige privéwoning van architect Vaerwyck, gebouwd tussen 1914 en 1919 (gevelsteen). Vrij zakelijke bakstenen voorgevel met hard- en zandstenen onderbouw. Geaccentueerde middenpartij met halfcirkelvormig portaal verfraaid met beeldhouwwerk uitgevoerd door Geo Verbanck naar schetsen van Vaerwyck. Acht gehurkte figuren, telkens twee op de hoek en vier afzonderlijk tussen de venstertjes, symboliseren de oproep van de arbeid aan de metselaar, grondwerker, hulpgrondwerker, schrijnwerker, timmerman, steenkapper, loodgieter en smid. Centrale rechthoekige deur met ovaal venster en bekronende bloemenfries. Afsluitend smeedijzeren hek naar ontwerp van Blancquaert. Bovenbouw met trapezoïdale, natuurstenen erker onder metalen afschuining en bekronend soort van belvedère in het mansardedak. Verdiepte vensternissen in de zijtravee; rechthoekige vensters met kleine roedeverdeling. Eveneens verzorgde achtergevel van twee traveeën gemarkeerd door driezijdig uitgebouwde erkers.
Nummer 898-904. Aansluitend rijhuis van één travee met drie lagere bouwlagen eveneens gemarkeerd door een over de bovenverdieping doorlopende trapezoïdale erker op leien voetstuk ondersteund door een gesculpteerde houten console. Rechter zijpenant met reliëf van Pallas Athena boven de deur; reliëfpanelen met puttifiguurtjes onder de overkragende kroonlijst.
- DE SMET F. 1932: Valentin Vaerwyck, zijn werk, Brussel, 42-45, 57.