Voormalige "Berg van Barmhartigheid", sedert 1932 Stadsarchief. De Bergen van Barmhartigheid werden gesticht door de aartshertogen Albrecht en Isabella. Wenceslas Cobergher, in 1618 aangesteld als hofarchitect, kocht van A. Triest, advocaat bij de Raad van Vlaanderen, het zogenaamde "Dondersteen", omvattende het perceel gelegen tussen Abrahamstraat, Bonifantenstraat en Botermanstraat. Het steen werd gesloopt in 1620 en in 1621 werd de nieuwe bouw voltooid (zie gevelsteen), de instelling werd voor het publiek opengesteld in 1622. Het gebouw ernaast werd aangepast en ingericht als woning voor de beheerder van de Berg van Barmhartigheid. Het complex deed als dusdanig dienst tot 1930.
Voormalig huis van de toezichter van de Berg van Barmhartigheid. Onderkelderd zandstenen gebouw van acht traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak (leien, nok evenwijdig aan de straat) met vier getrapte dakvensters; vermoedelijk daterend uit de 15de eeuw, rechterdeur aangepast in de 17de eeuw bij het optrekken van de Berg van Barmhartigheid, de vensters werden veranderd in 1770 (zie bouwaanvraag). Gerestaureerd in 1965. Verankerde lijstgevel afgelijnd met een zandstenen kroonlijst. Rechthoekige vensters voorzien van latere ramen met houten roedeverdeling, van elkaar gescheiden door brede onversierde penanten en borstweringen. Bolkozijnen in de getrapte dakvensters. Links behouden 15de-eeuwse rondboogpoort met bekronende waterlijst. Rechts fraaie deuromlijsting in barokstijl: rondboogdeurtje in geprofileerde omlijsting op neuten, voorzien van imposten en sluitsteen, ingeschreven in een rechthoekige, van oren voorziene omlijsting; bekronende uitgewerkte oculus in gebroken fronton. Linkerzijtrapgevel gedeeltelijk bewaard.
Bakstenen achtergevel van zes traveeën en drie bouwlagen. De twee eerste traveeën zijn minder diep uitgebouwd.
Berg van Barmhartigheid. Monumentale lijstgevel van veertien traveeën en drie bouwlagen met twee parallelle zadeldaken (leien, nok evenwijdig aan de straat). Eerste voorbeeld van Vlaamse barokstijl te Gent. Opgetrokken uit baksteen verwerkt met zand- en hardsteen, vernieuwd bij de restauratie in 1935. Als vernieuwende elementen vermelden we de rechthoekige vensters, zonder kruiskozijnen, met vlakke doorlopende omlijstingen, de accentuering van de bel-etage voornamelijk door frontonbekroningen en de barokdeuren, vermoedelijk ontstaan onder invloed van de stijl der Italiaanse palazzi. De Doornikse met profiel afgezette plint is mogelijk een overblijfsel van het vroegere zogenaamde "Dondersteen". Horizontaal belijnde gevel door de doorlopende dorpels, verlevendigd door de versiering van de middenste bouwlaag, namelijk alternerend driehoekige en segmentboogvormige frontonbekroning met sculpturale vulling en onderaan de getraliede vensters een paneel, rechthoekig of met afgeronde hoeken, gevat tussen de doorlopende vensterstijlen. De eerste twee traveeën (waar zich de trap bevindt) beslaan vier bouwlagen. Twee merkwaardige deuromlijstingen van zandsteen. Links rondboogdeur met naald in renaissancestijl, in geprofileerde omlijsting met imposten en sluitsteen en kroonlijst, geflankeerd door pilasters met ingediepte schachten die een entablement dragen waarin een gevelsteen met de inscriptie "Mons pietatis", een bekronende rechthoekige nis in een gebroken fronton verbindt de deur met het zwaarder uitgewerkte venster erboven. Rechts deurtje naar het patroon van de barokdeur van de toezichterswoning.
De cartouche op de borstwering met wapenschild van Triest en typische barokdecoratie zoals hoornen des overvloeds en fronton, vermeldt: "Hier leent men den aermen oock sonder interest": zij werd aangebracht na de dood van A. Triest in 1657. Van de talrijke kleine houten dakkapelletjes zijn er slechts enkele behouden. Zijtrapgevels met speklagen.
Verankerde bakstenen achtergevel van zeventien traveeën en drie bouwlagen, begroeid met klimop. Vlak omlijste rechthoekige vensters.
Het hoekpand met de Bonifantenstraat wordt vanouds afgebakend door middel van een gekanteeld omheiningsmuurtje met een 17de-eeuws rondboogpoortje en daarnaast een huis, op een doorlopende plint van Doornikse steen. Bij de restauratie van de Berg van Barmhartigheid werd het huis gesloopt (zie sporen op de muren van de belendende huizen) en het gereconstrueerde muurtje doorgetrokken met hergebruik van een venstertralie (17de-eeuws) uit het gesloopte huis. Het binnenplaatsje werd overdekt en doet thans dienst als opslagplaats. Voormalige achteruitgang van de Berg in de Botermanstraat nummer 4.
Mobilair: Het huis van de toezichter bewaart zijn oorspronkelijke indeling en kelders overwelfd met gedekte kruisgewelven gescheiden door gordelbogen. De voormalige eetzaal, thans leeszaal van het archief, werd in de tweede helft van de 18de eeuw verfraaid in Lodewijk XVI-stijl. In de Berg van Barmhartigheid zijn zowel de oorspronkelijke stucgewelven als de houten meubilering van de vroegere opslagplaatsen behouden.
Stadsarchief Gent, Atlas Goetghebuer, D.34/F.59.
Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4nb Noord-Oost, Brussel - Gent. Auteurs: Lanclus, Kathleen Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Berg van Barmhartigheid en woning van de beheerder [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/18808 (geraadpleegd op ).