De Sint-Rochuskapel is een bakstenen gebouw, opgetrokken in 1850, dat een oudere, verwoeste kapel verving. De kapel in gelegen op een perceel tussen twee takken van de Sint-Rochusstraat en de Weerstandslaan.
Historiek
De Sint-Rochuskapel dateert in zijn huidige vorm uit 1850, maar het schijnt een veel oudere stichting te betreffen. In 1626 zou er al sprake zijn geweest van een kleine hut, met een niet-geconsacreerd altaar, waarin de mis gecelebreerd werd op een draagbare altaarsteen. Toen al vonden er regelmatig bedevaarten plaats naar de kapel, meestal in tijden van besmettelijke ziekten. Het primitieve kapelletje schijnt in 1738 te zijn verbouwd of vervangen door een nieuwbouw. Deze constructie werd tijdens de Franse Revolutie vernield. De huidige kapel is opgetrokken ter vervanging van het verwoeste gebouw, onder impuls van pastoor Jan Claes. Een kalkstenen gevelsteen met inscriptie herinnert aan de heropbouw: "EXCORS ME POPULUS MECNON/DESTRUXIT INIQUUS VIRIBUS/ECCE SED EX JUNCTIS/EXSURGO PIORUM".
Beschrijving
De kapel is een éénbeukige baksteenbouw, van drie traveeën diep, inclusief het koor met aan de achterzijde een blinde en afgeplatte apsis, het geheel onder een leien zadeldak met schild aan de achterzijde en dakruitertje op de nok aan de voorzijde.
De voorgevel is afgewerkt als puntgevel, met centraal een eenvoudige rechthoekige deur in vlakke kalkstenen omlijsting. De hoeken van de gevel worden geaccentueerd door kalkstenen hoekblokken tot even boven de hoogte van de deur en monden daar uit in een als kapiteel gemodelleerd blok, dat een bakstenen rondboog ondersteunt, aangebracht ter verlevendiging van het gepunte gevelfront. Boven de deur en binnen de rondboognis is de geciteerde gevelsteen ingemetseld. De zijgevels worden, afgezien van de hoekblokken met kapiteel, verlevendigd door bakstenen pilasters ter hoogte van de overgang tussen schip en koor. De pilasters omvatten kalkstenen kapitelen ter hoogte van de reeds geciteerde exemplaren. De overgang tussen het afgeronde en vlakke deel van de koorapsis wordt opnieuw door kalkstenen hoekblokken gemarkeerd, deze keer tot aan de kroonlijst, die zelf in baksteen is uitgewerkt, behalve ter hoogte van de hoeken en de pilasters, waar voor kalksteen werd geopteerd. De zijgevels omvatten, het koor inclusief, elk drie spitsboogvormige ramen, omlijst in kalksteen, voorzien van niet-figuratieve glas-in-loodramen en extern beschermd door middel van traliewerk.
Interieur en meubilair
Het interieur is bepleisterd, onder een tongewelf met gordelbogen, aan koorzijde uitlopend in een meloenvorm met platte ribben. De bogen en ribben worden gestut door pilasters.
Nog aanwezig in de kapel zijn het houten hoofdaltaar, knielbanken en kerkstoelen, krijten beelden van de Heilige Rochus en van een abdis met os aan de voeten, gipsbeelden van Onze-Lieve-Vrouw en van de Heilige Rochus, bruin getinte kruiswegmedaillons, een kleibeeld van Onze-Lieve-Vrouw en een houten kruisbeeld. De reliekhouder van Sint-Lucia, gepolychromeerde houten beelden van Onze-Lieve-Vrouw met kind (16de eeuw) en van Sint-Rochus (16de-17de eeuw), en koperwerk worden om veiligheidsredenen bewaard in de Sint-Servaaskerk te Diepenbeek.
Omgeving
De kapel is ingeplant op een trapezoïdaal perceel tussen de Sint-Rochusstraat en de Weerstandslaan, beplant met struiken en enkele bomen aan de noordoostzijde.