Oorspronkelijk een herenhuis met tuin daterend uit 1840, opgetrokken en bewoond door Egide Rosseels (1800-1877), telg van de succesvolle Leuvense tuinarchitectenfamilie. De neoclassicistische woning stond op een hoek van het ruime perceel, dat met een hek van de straat was gescheiden en doorliep tot in de Quoniam (of Coelhem, de huidige Jan-Pieter Minckelersstraat). De inkompartij van de woning bevond zich in de rechterzijgevel, gericht naar de tuin. In 1915 wordt het perceel aangekocht door de zusters maricolen of Dienstmaagden van Maria, een afsplitsing van de zusters van Maria uit de Kattestraat (zie Charles Deberiotstraat 1-3) die vooral met onderwijs begaan waren. In 1933 lieten zij door architect L. Dierickx een nieuw klooster en school optrekken, palend aan de bestaande woning. Na beschadiging in de Tweede Wereldoorlog werd het klooster in 1946 door dezelfde bouwmeester met een verdieping verhoogd, nog later verkocht en omgebouwd tot studentenkamers.
Voormalig klooster met school van tien traveeën en oorspronkelijk drie, heden vier bouwlagen onder een plat dak. Dit gebouw met een gemengde eigentijdse en traditioneel geïnspireerde vormgeving, is opgetrokken in rode baksteen met een veelvuldig gebruik van blauwe hardsteen en simili-bepleistering. De straatgevel is pseudo-symmetrisch van opbouw rond een brede toegangstravee uitlopend in dubbele puntgevel met overhoekse muurdam en beeldnis, met aan weerszijden vier tot vijf traveeën met rechthoekige vensteropeningen. Kenmerkend is de combinatie van een verticaal en horizontaal lijnenspel door middel van de geleding met risalietvormige inkom- en traptraveeën en doorgetrokken lekdrempels en muurbanden.
Meer sober uitgewerkte achtergevel met rechthoekige vensters tussen doorlopende onder- en bovendorpels, rondbogige drie- en vierlichten in dito nissen, en baksteendecoraties met reliëfs en alternerende metselverbanden.
In het interieur bleef de hoofdverdeling van middengang, trappen en kamers grotendeels bewaard, alsook de granitovloeren, tegellambriseringen in het sanitair en het binnenschrijnwerk. Een éénbeukige kapel met een schip van drie traveeën en een lager koor, beiden onder tongewelf, bewaart nog een altaar in diverse marmersoorten en kleurrijk glas in lood in de vensters.
Achteraan een grote tuin met wellicht door E. Rosseels geplaatste spijlenhekkens tussen hardstenen penanten.
Voormalige, neoclassicistische woning Rosseels van 1840, drie traveeën breed en drie bouwlagen hoog onder een pannen tentdak. Typerende bepleisterde en wit geschilderde straatgevel met grijze plint, rechthoekige en getoogde vensteropeningen in verkleinende ordonnantie en doorgetrokken lekdrempels. Sobere bakstenen achtergevel, gedeeltelijk verbouwd in 1933, waartegen een vijf traveeën diep, twee bouwlagen hoog achterhuis uit begin 20ste eeuw in rode baksteen onder pannen zadeldak met getoogde vensteropeningen, op de begane grond voorzien van rolluiken.
ENGELEN C., MARX M., 150 jaar Zusters van Maria te Leuven 1843-1993. Maricolen 1663-1843, Kessel-lo, 1994, p. 27, 36.
LEFEVER F.A., De Leuvense tuinarchitectenfamilie Rosseels, in ‘Meer Schoonheid’, jaargang 34, 1987, nummer 3, p. 65-73, nummer 4, p. 99-107.
VAN EVEN E., Louvain dans le passé et dans le présent, Leuven, 1895, p. 532-533.
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Klooster van de Dienstmaagden van Maria [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/206483 (geraadpleegd op ).