is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Sint-Eloois
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als beschermd monument Parochiekerk Sint-Eloois
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Sint-Eloois
Deze vaststelling was geldig van tot
Georiënteerde hallenkerk, opgebouwd uit een eind 12de- of begin 13de-eeuwse romaanse toren, een in het begin van de 17de eeuw herbouwde, noordelijke zijbeuk met neogotische aanpassing van 1898-1902 en een neogotische, zuidelijke zijbeuk van 1898-1902.
De Sint-Elooiskerk is beschermd als monument.
De kerk is al vrij vroeg bekend als bedevaartsoord en is volgens de decanale visitatie van 1625 gesticht ter ere van Sint-Elooi en Sint-Vincentius.
10-11de eeuw. Historici situeren de eerste kerk in de 11de eeuw (baron de Bethune) of zelfs al in de 10de eeuw (M. Delmotte), gelet op het belang van Vijve in die periode en op de aanwezigheid van de burcht.
12-13de eeuw. Reeds in 1119 is Sint-Eloois-Vijve een parochie. Het oorspronkelijke dorpskerkje wordt op het einde van de 12de of in het begin van de 13de eeuw vervangen door een vroeg-gotische, eenbeukige zaalkerk met transept en apsis.
14-15de eeuw. In de 14de of 15de eeuw wordt de kerk voorzien van een ruim koor.
16de eeuw. In 1532 of 1533 brandt de kerk af. Naar verluidt wordt het koor ernstig beschadigd en gaat het kerkmeubilair volledig verloren. In de periode tot 1560 wordt de kerk herbouwd tot een tweebeukig gebouw. Kerkrekeningen van 1569-1570 laten vermoeden dat de kerk wordt geraakt tijdens de Beeldenstorm van 1566. Bij de gevechten van 1580 wordt, volgens de decanale verslagen van 1609 en 1619, de kerk zo grondig verwoest door de Geuzen dat enkel de toren overblijft; de hele inboedel wordt vernietigd.
17de eeuw. Na de eind 16de-eeuwse vernietigingen wordt de kerk in de eerste helft van de 17de eeuw heropgebouwd en vanaf 1630 ook voorzien van nieuw meubilair. De kerk wordt uitgebreid in westelijke richting, voorzien van een zijbeuk aan de noordzijde en het transept wordt in zuidelijke richting herbouwd; de vensters zijn rechthoekig en zullen later voorzien worden van spitsboogvensters met brandramen. De kerkklok overleeft de verwoestingen en wordt in 1613 terug in de toren opgehangen. De heropbouw en herstelling van de kerk in het begin van de 17de eeuw zou gefinancierd zijn door het hospitaal van Vijve. Met de heropbouw van de kerk wordt in het begin van de 17de eeuw ook het kerkhof heraangelegd met ommuring en portaal. Eerste afbeelding van de kerk in het landboek van de baronie van Ingelmunster, Vijve en Sint-Elooi, opgemaakt door Loys de Bersacqes in 1639; weergave van een kerkgebouw met transept en vieringtoren. Na de invallen van de Franse troepen in 1644, wordt de kerk in de jaren 1645-1646 gebruikt als opslagplaats voor hooi en voedsel. Het kerkhof doet dienst als vluchtplaats voor dieren. De oorlog in de jaren 1657-1678 bemoeilijken de restauratie van de kerk. In de jaren 1661-1662 worden schaliën vervangen en wordt aan het Sint-Elooisaltaar gemetst. In 1667-1668 worden weerom herstellingswerken uitgevoerd en in 1672 wordt voor een onduidelijke reden het hoofdaltaar heringewijd.
In 1685 wordt de kerk verder hersteld en een sacristie gebouwd. De uitrusting van de kerk wordt uitgebreid met een houten kruis, gesneden door meester Jan Brandefer uit Kortrijk. Deze maakt ook een troon bestemd voor het hoogaltaar. In de periode 1688-1692 worden een nieuwe communiebank en lessenaar besteld bij de Kortrijkse schrijnwerker Carel de la Fossa, een preekstoel en altaar bij schrijnwerker Adriaen Valcke en tot slot een biechtstoel. 18de eeuw. In 1710 wordt de kerk opnieuw ernstig beschadigd door de aanval van de Fransen (buskruitontploffing). Het decanale visitatieverslag van 1711 vermeldt de bouwvallige toestand van het dak en de vensters. In 1731 wordt de kerk verrijkt met een nieuw orgel, vervaardigd door meester-orgelmaker Cornil Cacheux uit het Franse Arras.
Op de kaart van Sint-Eloois-Vijve, opgemaakt door landmeter Cornelis Steur in 1764, wordt een tweebeukige kerk met vieringtoren en transept weergegeven. Op de hoek van de toenmalige Aloise Biebuyckstraat en Schoendalestraat staat de kerkhofpoort afgebeeld. In 1764 worden de kerk en het kerkhof als volgt beschreven "De kercke ende kerckhof deser prochie, groot, begrepen de meuren rontomme, twee hondert vierendertigh cleene roen, paelende ..., het voornomde kerckhof vrij van alle pointinghen ende quotisatie, prochie lasten, over sulcx alhier alleenelijck voor memorie".
De kaart van de steenweg Wakken-Sint-Eloois-Vijve, opgemaakt door landmeter A. Lefebvre in 1788, geeft het grondplan van de kerk met de sacristie.
19de eeuw. Tussen 1808 en 1839 wordt de kerk ondergeschikt aan de kerk van Sint-Baafs-Vijve (Wielsbeke) en degradeert de pastoor van Sint-Eloois-Vijve tot kapelaan. Circa 1834 zijn de kerk en het kerkhof eigendom van de gemeente Sint-Eloois-Vijve. Het primitief kadasterplan (circa 1834) toont de plattegrond van de kerk met de noordelijke zijbeuk en de aan de zuidzijde gelegen sacristie, het transept en het koor. Zelfde situatie op de Popp-kaart (1840-1850) van Sint-Eloois-Vijve. In 1845 vinden er herstellingswerken plaats aan de toren van de kerk.
Op de oudst gekende archieffoto van circa 1865 zijn de buitenmuren naar verluidt witgekalkt; rondom de kerk en het omliggende kerkhof bevindt zich een nog niet afgewerkte omheiningsmuur. Een archieffoto van vóór 1898 geeft een niet gekalkt kerkgebouw weer met de sacristie aan de zuidzijde.
In 1898 maakt de Brugse architect Alphonse De Pauw een ontwerp waarbij enkel het behoud van de romaanse toren wordt voorzien. De plannen van Depauw worden echter niet uitgevoerd. Tussen 1898 en 1902 wordt de zuidelijke zijbeuk opgetrokken naar het model van de bestaande noordelijke zijbeuk, en dit naar de plannen van 1898 van architect Jules Soete uit Roeselare. De bestaande rechthoekige vensters worden in diezelfde bouwfase gewijzigd tot neogotische spitsboogvensters, de westgevel wordt met Doornikse steen hersteld, het dak wordt met Engelse schaliën herdekt, en het portaal en doksaal krijgen hun huidige vorm. Binnenin de kerk worden circa 1900 de gewelven bekleed met Russisch eikenhout, worden in de zijbeuken kroonlijsten van Noors rood dennenhout aangebracht en wordt een nieuwe bevloering voorzien.
20ste eeuw. Op een begin 20ste-eeuwse prentkaart is de omheiningsmuur rondom de kerk en het kerkhof voltooid met smeedijzeren hekwerk (ter vervanging van de kerkhofmuur). Een prentkaart van de kerk van 1910 toont de nieuwe wijzerplaat op de toren. De kerk loopt tijdens de Eerste Wereldoorlog en in 1940 schade op, maar wordt telkens gerestaureerd. Bij de toewijding in 1949 van de gemeente aan het Heilig Hart, krijgt architect O. Deryckere de opdracht een beeld tegen de zuidelijke sacristiegevel te plaatsen. In 1959-1960 wordt de kerk grondig gerestaureerd onder leiding van de Kortrijkse architect Karel Algoed. Met het overbrengen van het kerkhof in 1966 van het kerkplein naar de Emiel Clausstraat (nr. 120) verdwijnt de omheiningsmuur rondom de kerk (registratie in het kadaster in 1968). In 1977 ontdekt men verscheidene Romeinse dakpannen en tegels in de romaanse gedeelten van de kerk. In 1982 dient het gemeentebestuur van Waregem een bouwaanvraag in voor de restauratie van de kerk.
Aan de straatkant gelegen kerk met aan de noordwestzijde het Sint-Eloois-plein zelf. De kerk wordt omringd door leibomen. Toegankelijk via een brede trap en helling.
De plattegrond ontvouwt een driebeukig schip van vier traveeën, een vieringtoren op achthoekig grondplan, een koor met vierzijdige afsluiting en de sacristie aan de zuidzijde; doopkapel links van het westportaal.
Materialen. Deels opgebouwd uit Doornikse steen (schip en vieringtoren) en deels in baksteen (zijbeuken en koor); zijbeuken met bakstenen tuitgevels met vlechtwerk. Leien bedaking.
Georiënteerde hallenkerk met licht hoger opgetrokken middenbeuk. Drieledige westgevel met ter hoogte van de hoofdbeuk het portaal onder groot gedrukt spitsboogvenster met bakstenen omlijsting en maaswerk. Korfboogportaal in natuurstenen omlijsting met negblokken (massieve, houten toegangspoort). Zijbeukgevels: tuitgevels met vlechtwerk. Zijbeuken en koor eveneens met gedrukte, neogotische spitsboogvensters in verdiepte bakstenen omlijsting, daterend van circa 1900, afgezoomd met bekronend baksteenfries en voorzien van een hoge breukstenen plint. Tegen de noordelijke zijbeuk is, tussen het tweede en derde travee, een eenvoudig houten kruis opgehangen onder een leien zadeldak met windbord. Tegen de zuidelijke zijbeuk bevindt zich op dezelfde hoogte het beeld van Heilig Hart, geplaatst onder een leien zadeldak met windbord in drielob en met houten bekroning; de sokkel is geïntegreerd in de plint, daarboven plakkaat met opschrift "A.D. 1949 OP 12 JUNI WERD/ DEZE GEMEENTE AAN HET/ H. HART TOEGEWIJD TIJDENS/ HET BESTUUR VAN DHR./ G. LAMBRECHT, BURGEMEESTER/ EN E.H.A. JOYE PASTOOR/ ARCH. DERIJCKERE O.".
Romaanse octagonale, vieringtoren uit het einde van de 12de of het begin van de 13de eeuw met ijzeren kruisbekroning met windhaan. De klokkentoren is bekroond met een tandlijst en beschikt over acht galmgaten gevormd door tweelichten met fraai tussenzuiltje onder druiplijst. Vierzijdige koorafsluiting met hoge, bakstenen steunberen.
Interieur. Schip afgewerkt met bakstenen spitsboogvormige scheibogen, die rusten op vierkante of ronde pijlers in Doornikse steen of blauwe hardsteen. Het schip draagt sporen van verschillende bouwfases, zie gebruik van Doornikse steen en blauwe hardsteen (schuine muur rechts van de spitsboogvormige scheiboog tussen het schip en de viering). De in baksteen opgetrokken zijbeuken, viering en koor zijn binnenin de kerk bepleisterd en wit beschilderd.
Eikenhouten spitsboogoverwelving met trekbalken, schip met afgeknot spitsbooggewelf. Eikenhouten spitsbooggewelven boven de zijbeuken met kroonlijsten van Noors rood dennenhout en gedecoreerd met consoles als gepolychromeerde hoofdjes. Viering met bakstenen kruisribgewelf en centraal kruipgat.
Doksaal boven westportaal. Glasramen in koor en boven het Onze-Lieve-Vrouwaltaar van onder meer Heilige Benedict, Heilige Eligius, Heilige Joseph en Heilige Paulus. Marmeren herdenkingsplaten ter nagedachtenis van de pastoors van Sint-Eloois-Vijve in de doopkapel.
Mobilair. Neogotisch meubilair, vermoedelijk daterend van circa 1900. Zijaltaren in houtsnijwerk: Onze-Lieve-Vrouwaltaar in de noordelijke zijbeuk, altaar ter ere van Sint-Elooi in de zuidelijke zijbeuk. Koor met aan weerszijden koorstoelen in bepleisterde spitsboognis. Biechtstoelen in zijbeuken. Bewaarde grafstenen uit de 17de en 18de eeuw. Marmeren doopvont van 1827. Schilderijen met de kruisweg van Christus (staties) in de zijbeuken. Beelden van Jozef met kind en beeld van Sint-Antonius (kant westportaal), beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes en gekruisigde Christusfiguur (kant altaar) tegen de pijlers aan weerszijden van het schip. Bij de zijaltaren beelden van Heilig Hart en Onze-Lieve-Vrouw met kind. In de toren hangen volgens de literatuur nog drie 19de-eeuwse klokken (Sebastiaan, Eligius en Maria).
Bron: VANWALLEGHEM A. & CREYF S. 2010: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Waregem, Deel I: Stad Waregem, Deelgemeente Sint-Eloois-Vijve, Deel II: Deelgemeenten Desselgem en Beveren-Leie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL45, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Vanwalleghem, Aagje; Creyf, Silvie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Sint-Elooisplein
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Eloois [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/207835 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.