erfgoedobject

Goed Te Beaulieu

bouwkundig element
ID
208458
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/208458

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als beschermd monument Hoeve Te Beaulieu
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hoeve Te Beaulieu
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

Goed "Te Beaulieu", gelegen op de hoek met Beveren-Trakel. De hoeve speelt een belangrijke rol in de ontstaansgeschiedenis van het dorp en is tot op vandaag gelegen in het landelijke en licht glooiende landschap nabij de Leie. De site klimt op tot de 5de-6de eeuw. Huidig gebouwenbestand vermoedelijk daterend uit de 18de en 19de eeuw.

Historiek

5de-6de eeuw. De hoeve is ontstaan door Frankische inwijkelingen die zich vestigen aan de Leieoever. De Frankische nederzetting is gelegen binnen een achtvormige omwalling (opper- en neerhof).

10de eeuw. De oorkonde van 964 vermeldt de schenking van circa 950 door de Vlaamse graaf Arnulf aan de Gentse Sint-Pietersabdij; de schenking omvat onder meer de nederzetting "Beverna cum ecclesia" of het domein van het latere goed "Te Beaulieu".

De hofstede bevindt zich op het foncier van de Beverse dorpsheerlijkheid Beaulieu, een onderleen van het "Munkenhof" (zie Desselgem, Munkenhofdreef 4-6) en een achterleen van de Sint-Pietersheerlijkheid. De eigenaars van het goed zijn tevens heer van Beveren, aangezien de kerk binnen hun domein staat.

13de eeuw. In de 13de eeuw is Boudewijn van Beveren, ridder en leenman van de Gentse Sint-Pietersabdij, heer van Beveren. Vermoedelijk woont hij woont zelf niet meer op het hof. Boudewijn van Beveren overlijdt tussen 1260 en 1264 en laat Beaulieu na aan zijn dochter Agnes, die op haar beurt de hoeve nalaat aan haar zoon Jan van Beaulieu.

14de eeuw. Bij het overlijden van sterft Oste III van Steenhuuse in 1382, erft zijn dochter Elisabeth het goed "Te Beaulieu". Elisabeth is getrouwd met Geraard van Gistel. De oudste vermelding omtrent de gebouwen dateert van 1396; het "Goed te Beaulieu" wordt vermeld als kern van de gelijknamige heerlijkheid.

15de eeuw. Het denombrement van 1474 wijst erop dat het goed van oudsher een pachtgoed is (in 1474 verheft Felix van Ghistel het goed). In 1492 erft Jan V van Brugge het goed en de heerlijkheid Beaulieu van zijn vader, Lodewijk van Brugge. De familie blijft in het bezit van het goed en de heerlijkheid tot circa 1594. Pieter de Hont, vermeld in 1594, is vermoedelijk de oudst gekende pachter en baljuw van de heerlijkheid Beaulieu.

16de eeuw. Het leengoed Beaulieu wordt volgens De Flou voor het eerst vermeld in 1517. In 1594 is Katarina van Brugge, vrouwe van Gruuthuuse, genoodzaakt haar bezittingen publiekelijk te verkopen om schulden in te lossen. Beaulieu wordt hierbij verkocht aan Maximilien d’Oignies, graaf van Beaurepaire.

17de eeuw. In 1609 is een kleindochter van Katarina van Brugge in het bezit van het goed. In 1616 wordt het goed verkocht aan de zoon van de vroegere pachter, Michiel Neerijnc (heer van Beveren van 1618 tot 1656). Hij zou het goed verkopen aan de adellijke familie Goubau, die het behoudt tot het begin van de 18de eeuw. Het denombrement van 1656 vermeldt een "woonhuys, stallen ende schueren, ommewaetert…".

18de eeuw. De figuratieve kaart van de Sint-Pietersheerlijkheid, opgemaakt door Joseph de Coster in 1764, geeft een omwalde hoeve weer bestaande uit een poortgebouw, twee boerenhuizen, een schuur, stallingen, het bakhuis en een wagenhuis of overdekte mestvaalt op het erf. Het tweede boerenhuis is volgens de literatuur een 18de-eeuwse vervanging van het oorspronkelijke (heden verdwenen) boerenhuis. De tweede, kleinere omwalling aan de zuidoostzijde verwijst nog op de oorspronkelijke structuur van mote en neerhof. Volgens het landboek van Beveren bij Harelbeke, opgemaakt door J.B. Bouin in 1768, is het goed in 1768 eigendom van jonkvrouw Barbara Françoise Goubau. Op de Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden, opgenomen op initiatief van Graaf de Ferraris ( 1770-1778), aangeduid als "Cense de Beaulieu".

19de eeuw. De laatste dorpsheer, Petrus-Philippus Brouckhoven, getrouwd met een dochter Goubau, verkoopt het goed in 1804 aan Franciscus Basijn, stoker-brouwer te Harelbeke. Circa 1834 is het goed eigendom van Louis Basijn en worden de gebouwen bewoond door Francis Terryn. Op het primitief kadasterplan (circa 1834) zijn het poortgebouw en het wagenhuis of de overdekte mestvaalt op het erf verdwenen en zijn de schuur en de stallingen met elkaar verbonden. Het oude, noordelijk gelegen boerenhuis is in gebruik als stalling. Zelfde situatie op de Atlas der Buurtwegen (1844).

In 1863 wordt het goed aangekocht door Jozef Danneel. Bij zijn overlijden komt het goed in handen van zijn dochter Angeline, getrouwd met Emile Goethals. Hoewel er geen wijzigingen afleesbaar zijn op de mutatieschetsen, wordt de hoeve volgens het kadaster opnieuw in gebruik genomen vóór 1864. In de periode 1877-1884 is het goed eigendom van Jozef Danneel en kinderen uit Kortrijk.

Volgens de literatuur wordt het oude boerenhuis omstreeks 1896 afgebroken en vervangen door een nieuwe paarden- en varkensstal met wagenhuis (niet geregistreerd in het kadaster). Bij de bouw van het wagenhuis wordt er gebruik gemaakt van hout uit de oude woning; in één van de moerbalken is het jaartal 1896 gekerfd door timmerman Arthur Kerkhove zie inscriptie "ARTHUR/ KERKHOVE/ BVR/ 1896".

Het 18de-eeuwse boerenhuis wordt in de loop van de 19de eeuw aan de zuidoost- en zuidwestzijde uitgebreid (zie topgevels). In de 19de eeuw liggen er 80 bakken voor het roten van vlas langs de Leie op het grondgebied van het goed.

20ste eeuw. In 1920 wordt de strobedekking op het dak van de schuur vervangen. Volgens de literatuur wordt de koestal in 1920 vernieuwd ter vervanging van een kleinere stal.

Beschrijving

Hoeve met losse bestanddelen, omgeven door licht glooiende weilanden aan de oever van de Leie. De achtvormige omwalling is vandaag grotendeels gedempt (bewaard gedeelte aan de noordzijde). Erftoegang met ijzeren hek tussen twee vierkante betonpijlers, geflankeerd door twee bomen. Verharde erfoprit en grotendeels verhard erf.

18de-eeuws boerenhuis van zeven traveeën aan de zuidoostzijde van het erf. Witgeschilderde en verankerde baksteenbouw op een gepekte plint en onder een pannen zadeldak met dakkapel met laadluik aan de erfzijde en klokkenstoel op de nok. Aan de achterzijde is het dakvlak uitgelengd, houten kroonlijst op klossen aan de erfzijde. Twee opkamertraveeën links (getralied keldervenster in achtergevel). Oostelijke zijgevel versterkt met vlechtingen en twee zware steunberen. Licht getoogde, beluikte vensters met bewaard houtwerk. Lager aanpalend stalvolume onder lessenaarsdak tegen de westelijke zijgevel. 19de-eeuwse stallingen aan de oostzijde van het erf. Verankerde baksteenbouw onder een overkragend, pannen zadeldak met dakkapel aan de erfzijde. Erfgevel met getoogde openingen en rechthoekige poort.

Dwarsschuur met wagenhuis aan de noordoostzijde van het erf. Baksteenbouw onder een leien zadeldak. Centrale dwarsdoorrit met links het wagenhuis met in de erfgevel een rechthoekige poort en bovenliggend laadluik.

Stallingen en wagenhuis aan de noordwestzijde van het erf. Verankerde baksteenbouw onder overkragende, pannen zadeldaken. Stallingen met getoogde openingen en dakkapel met laadluik aan de erfzijde. Hoger opgetrokken wagenhuis met opengewerkte erfgevel.

18de-eeuws, tweeledig bakhuis in bouwvallige staat aan de westzijde van het erf. Verankerde baksteenbouw onder pannen zadeldaken. Voorpuntgevel met aangepaste openingen en laadluik in de geveltop. Open hangar op de hoek met Beveren-Trakel.

  • Kadasterarchief West-Vlaanderen te Brugge, 207: Mutatieschetsen, Beveren-Leie, 1884/5.
  • Rijksarchief Gent, Kaarten en Plannen, nummer 561: Kaerte figurative van de gelegendheyd der vry-eygen kerke heerlykhede van Ste-Pieters Desselghem, competerende de exemple abdye van Ste-Pieters nevens Gent, bestrekkende binnen de prochien van Desselgem, Beveren, Deerlyk en Waereghem, gemaeckt ten jaere 1764 door Joseph de Coster.
  • Rijksarchief Kortrijk, Gemeentearchief Beveren-Leie, nummer 54: Lant Bouck ende Beschrijvinghe... van Beveren bij Harelbeke, J.B. Bouin, 1768.
  • COOREVITS S., DE CLERCQ E., Vensters op het Verleden, Erfgoedwandelingen in Beveren-Leie, Desselgem en Sint-Eloois-Vijve, 2008, p. 17.
  • DEBROUWERE M., DUCATTEEUW E., Bevers schetsboek, Beveren-Leie, 1982, p. 97-104.
  • DEBROUWERE M., DUCATTEEUW E., Toponymische wandelingen door Beveren-Leie, in De Gaverstreke, jaargang 11, 1983, p. 442-447.
  • DE FLOU K., Woordenboek der toponymie van westelijk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het land van den Hoek, de graafschappen Guines en Boulogne, en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, Brugge, 1914, Deel I, kolom 602.
  • DESPRIET P., Het goed te Beaulieu in Beveren, in 20 zuidwestvlaamse hoeven, Kortrijk, 1978, p. 37-45.
  • Goed te Beaulieu Beveren-Leie, Open Monumentendag in Waregem, Van Nature… een Monument, 12 september 2004, Waregem, 2004.
  • DUCATTEEUW E., VANDERMAELEN L., WANTE L., Historische kaart Waregem, in De Gaverstreke, jaargang 20, 1992, p. 13-15.
  • MERLIER R., De landelijke bebouwing in de Sint-Pietersheerlijkheid door de eeuwen heen in Desselgem, Beveren-Leie, Deerlijk en Waregem, promotor F. Dambre-Van Tyghem, Waregem, 1976, p. 143-145, 501-508.

Bron: VANWALLEGHEM A. & CREYF S. 2010: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Waregem, Deel I: Stad Waregem, Deelgemeente Sint-Eloois-Vijve, Deel II: Deelgemeenten Desselgem en Beveren-Leie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL45, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Vanwalleghem, Aagje; Creyf, Silvie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Goed Te Beaulieu [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/208458 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.